Een pleidooi voor het bijna niets doen | Zomergasten met Herman Koch

Serie: ,

RECENSIE - We moeten ons Herman Koch als een gelukkig mens voorstellen. Tenminste, als we hem op zijn woord geloven. Wat nog maar de vraag is, want Herman Koch mag de werkelijkheid namelijk graag wat mooier maken dan hij is. Zo bleek tijdens deze laatste aflevering van Zomergasten 2025. Ooit schreef Koch een verhaal over zijn oom Ron die hem had meegenomen naar het popfestival in Monterrey waar hij een paar woorden met Jimi Hendrix had gewisseld. Als mensen hem naar dit verhaal vroegen, dan gaf hij toe nooit met Jimi Hendrix te hebben gepraat. Het bestaan van oom Ron werd nooit in twijfel getrokken.

Een grotere leugen toedekken met een kleinere, heet dat in de poëtica, legde Koch uit. Misschien liegt hij wel altijd. Misschien liegt hij zelfs dat hij liegt. In zijn lagere schooltijd spelde hij zijn ouders een verhaal op de mouw over twee rivaliserende groepen op zijn school. Hoe weten wij of dit verhaal over dit verhaal wel waar is?

“Herman, verzin jij eens een leuk bruggetje”
Tegen het einde van deze laatste aflevering van Zomergasten 2025, vertelde hij tegenwoordig het liefste niets te doen, een verlangen dat nogal eens wordt verstoord door dingen waartoe hij zich verplicht voelt. Presentatrice Griet op de Beeck vroeg naar een voorbeeld van iets wat hij moet doen. ‘Ik krijg een uitnodiging van Zomergasten’, zei Koch. Dat vond Op de Beeck een flauw grapje. En Koch gaf toe dat het een grapje was. Maar misschien was het wel een grapje dat het een grapje was. 

Koch gaf ook toe dat hij geregeld de neiging voelt om iemand iets aan te doen. Iets gewelddadigs, zo konden we tussen de regels door wel uit zijn woorden opmaken. Om dat te illustreren, liet hij een scène uit Punch Drunk Love zien, waarin het personage van Adam Sandler, om een plots opkomende woede niet te hoeven uiten, stiekem de wc van een restaurant in elkaar timmert. Zelf had Koch toen hij klein was in een zeldzame woedeaanval een bezempje dwars door het keukenraam smeet, een verhaal waarvan de hoog sensitieve Op de Beeck behoorlijk leek te schrikken, gezien de handen die ze van ontsteltenis voor haar mond hield.

Op de Beeck kon maar moeilijk geloven dat de zo zachtaardige Herman Koch zulke gewelddadige gedachten had. Wie Het Diner heeft gelezen en Jiskefet een beetje kent, zal het echter niet verbazen. Al in de allereerste aflevering van Jiskefet vloog er een fiets door een ruit. In Jiskefet is het trouwens meestal wel Herman Koch die het geweld te verduren krijgt. Misschien zit er niet alleen iemand met een kort lontje, maar ook een masochist verborgen in Herman Koch.  

De leugen regeert
Na een fragment uit Goodfellas en Jimi Hendrix die zijn gitaar in de fik stak, kwam het motief van de leugen aan bod bij Louis Theroux die een veroordeelde pederast betrapt op een kunstwerk met iets te jonge jongens, Ricky Gervais die onder uitnodiging voor een ziekenhuisbezoek probeert uit te komen en een Spaanse man die een kampverleden verzon in ruil voor aandacht en medeleven. Nadat hij ontmaskerd was en zelf had toegegeven dat hij zijn verleden verzonnen had, vond hij niet dat hij iets fouts had gedaan. Toen hij terugkeerde naar het kamp, kreeg hij zelfs tranen in zijn ogen.

Volgens Koch liet dit zien dat, als je er maar hard  genoeg in gelooft, je zelfs ontroerd kan raken van je eigen leugen. Ik vroeg me af of het een kwestie van geloven was. Hoewel hij had toegegeven dat hij zijn kampverleden had verzonnen, vond hij niet dat hij iets fouts had gedaan. Hij had niemand pijn gedaan. En de details waarmee hij zijn verzonnen verhaal had verrijkt, waren zo goed dat ze waar hadden kunnen zijn. Dus toen hij terugkeerde naar kamp Mauthausen was dat wel degelijk het kamp waarin hij had gezeten, zij het enkel in zijn verbeelding.

Een smeltkroes van luimigheid en bittere ernst
Gevraagd naar zijn favoriete Jiskefet-personage, kwam Koch uit bij de zogenaamde zalfman, waarin hij een man portretteert die chronische last van jeuk heeft en dat op allerlei manieren probeert te bestrijden. Toevallig zat ik onlangs in Amsterdam in café De Reiger, waar nog steeds de foto hangt waarop we zien dat Koch in zijn rol als Zalfman zijn jeuk probeert te bestrijden door plaats te nemen op de glazenborstels in de spoelbak. Volgens Koch was dit een metafoor voor iemand die last heeft van een schandvlek waar hij maar niet vanaf komt, maar je zou ook kunnen zeggen dat Jiskefet met dit personage de absurditeit van het leven liet zien als voortdurende zoektocht naar verlossing die heel soms wellicht kortstondig te bereiken valt, maar pas permanent is wanneer het leven eindigt.

Waarmee we zijn aanbeland bij het raadsel van de zelfmoord, waarmee Koch een heel klein beetjje flirtte toen hij, na de dood van zijn moeder, op achttienjarige leeftijd naar Finland vertrok om daar vlakbij de Russische grens bij een boer te gaan werken en roekeloos op een traktor te rijden, soms zelfs in de vage hoop dodeijk te verongelukken. Verlost van de permanente bezorgdheid van zijn moeder en de bemoeizucht van zijn vader, voelde hij zich vrij om de grenzen van het bestaan op te zoeken. We hadden net beelden gezien van een jongen (ook Herman geheten, wat Op de Beeck heel even inspireerde om een Kochiaans leugentje erin te gooien en net te doen alsof de Herman in de video Herman Koch was, een grap die Koch heel even meespeelde, maar toen toch weer niet, wat iedereen wel begreep, maar wat Op de Beeck graag toch nog even, ‘voor alle duidelijkheid’, wilde expliciteren, wat dan weer tot het soort ongemak leidde waar Koch zei zo dol op te zijn).

Een leger in diensttijd was, volgens de voice-over: ‘Een smeltkroes van luimigheid en bittere ernst’. Tot dan toe had de luimigheid overheerst, door naar de dood van zijn moeder te vragen, hoopte Op de Beeck de bittere ernst in deze avond toe te laten. Dat gebeurde, zij het Kochiaanse wijze, zodat het sentiment op afstand bleef en de luimigheid nooit te ver weg was. Zijn verhaal over zijn bevrijding in Finland werd voorafgegaan door een heel fijn fragment uit een film van de immer fantastische Aki Kaurismäki, waarin een mistroostig bandje in een mistroostig café voor een mistroostig publiek een mistroostig lied speelt met daarin de opbeurende zin: ‘Als mijn tijd op aarde er eindelijk op zit, graaf jij me nog dieper in de grond.’ 

Paniekaanvallen
Vijf jaar na de dood van zijn moeder stierf ook zijn vader, waarna Koch met zijn toenmalige vriendin naar Londen verhuisde en voor het eerst een paniekaanval kreeg, naar Koch vermoedde een gevolg van het onderbewuste besef er helemaal alleen voor te staan in het universum . Die paniekaanvallen sluimeren nog steeds onder het bestaan. Maar het had ook een positief gevolg; zijn Spaanse vrouw Amelia heeft er ook last van en gedeelde paniek is halve paniek. Samen kregen ze een zoon (Pablo), waarmee het ineens weer van levensbelang was om de dood nog even op afstand te houden.

Vijf jaar geleden, in 2020 kondigde de dood zich onverwacht aan, in de vorm van uitgezaaide prostaatkanker, waarvoor Koch hormonen slikt die goed aanslaan, maar die wel voor emotionele schommelingen zogen, wat Koch zich soms doet afvragen of hij het nu zelf is die huilt, of zijn het de pillen?

Koch had zichzelf voorgenomen deze avond met droge ogen door te komen. Op de Beeck leek zo nu en dan een poging te wagen om die tranen er toch uit te trekken. Dat lukte niet. Misschien wilde ze het ook wel helemaal niet, ik zou het niet durven zeggen. Maar ik denk het wel, want anders ga je niet vragen of het fijn is om makkelijker te huilen.

De perfecte televisieavond van Herman Koch sloot af met een fragment uit Perfect Days van Wim Wenders. Over een man die in Tokyo openbare toiletten schoonmaakt. Er zit weinig zogenaamde vooruitgang in het leven van deze man. Hij doet de dingen die hij doet en neemt de dingen waar die hij waarneemt. Meer niet, de ambitie is afwezig. Herman Koch zag het als een pleidooi voor het bijna niets doen. Want dan ben je toch het gelukkigst, als je bijna niets doet. Een uitspraak die samenviel met de kijkervaring van deze laatste aflevering van Zomergasten. Ik zal u eerlijk zeggen: zo nu dan viel ik bijna in slaap tijdens het kijken. De pit was vaak ver te zoeken, de avond kabbelde voort, sommige fragmenten heb ik in sluimerstand tot mij genomen.

Toch mag u zich mij voorstellen als een gelukkig mens.



Reacties (1)

#1 Albert Van Schaik

Helemaal mee eens, los van een aantal goede fragmenten was het babbel babbel, kabbel kabbel.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

| Registreren

*
*
*