ANALYSE - De wereld heeft Nederland veel te bieden – en vice versa. Een minister voor Internationale Samenwerking zou daarom op zijn plaats zijn, schrijft internationaal redacteur en publicist Jeroen van Gerven.
Het eerste uitgelekte bericht uit de kabinetsformatie was deze week dat in het beoogde PvdA/VVD-kabinet de ministerspost voor Immigratie, Integratie en Asiel zal worden vervangen door een minister voor Buitenlandse Handel, de wens van de VVD, óf een minister voor Ontwikkelingssamenwerking, die de PvdA terug zou willen.
Laten de onderhandelaars vooral niet hun tijd verspillen met gesteggel over de vraag of de minister ontwikkelingssamenwerking of buitenlandse handel in zijn portefeuille krijgt. Ze kunnen heel goed samengevoegd worden tot één minister voor Internationale Samenwerking. Dat ligt eigenlijk voor de hand, omdat ontwikkelingssamenwerking gemakkelijk kan leiden tot zakelijke contacten en arme landen zich juist ook via handel met Westerse landen sneller kunnen ontwikkelen. De twee beleidsterreinen versterken elkaar dus eerder dan dat ze een tegenstelling in de onderhandelingen zouden moeten vormen.
De nieuwe minister kan vrij eenvoudig dwarsverbanden leggen. In het buitenland heeft hij altijd iets te bieden. Waar mogelijk kan hij sterke Nederlandse economische sectoren, zoals watermanagement en ict-technologie, onder de aandacht te brengen en aanprijzen. Waar nodig en gewenst kan hij (aanvullend) ontwikkelingsgeld- en expertise inzetten.
Maar ook binnen de landsgrenzen kan een minister van Internationale Samenwerking goed tot bloei komen en een waardevolle rol spelen binnen de buitenlandpolitiek. Hij zou zich kunnen ontwikkelen tot een minister die speciale en oprechte aandacht heeft voor Afrika, Azië en Latijns-Amerika. In schril contrast tot de huidige minister voor Immigratie, Integratie & Asiel, die vooral bezig is een gordiaanse knoop van tegenstrijdige problemen te ontwarren, kan de nieuwe minister een positieve boodschap brengen en burgers die zich de afgelopen jaren achter de dijken hebben ingegraven ertoe stimuleren daar weer achter vandaan te komen.
Dat is niet alleen gewenst vanuit een wat ruimdenkender wereldbeeld, maar ook bittere noodzaak in de wereld van vandaag. De economische crisis in Europa noopt veel Nederlandse ondernemers om verder over de grens te zoeken naar afzetmarkten. De minister kan hier helpen door economische en culturele barrières voor ondernemers te slechten. Laat hij vooral de grote mogelijkheden die landen als China, India, Angola en Brazilië bieden, benadrukken en contacten stimuleren. Dit ook vanuit het inzicht dat dit soort landen aan economische en politieke macht winnen en goede relaties dus vooral in ons eigen belang zijn.
Ook ontwikkelingssamenwerking kan positief benaderd worden. Niet alleen door het vanuit een coherente visie te koppelen aan handel en daarmee te moderniseren en effectiever te laten zijn. Een minister van Internationale Samenwerking kan duidelijk maken dat het voor iedereen goed is als arme mensen een beter bestaan gegeven kan worden en ontwikkelingslanden aansluiting kunnen vinden bij het rijkere deel van de wereld. De onbalans tussen arm en rijk drukt immers ook op ons. Moreel, maar ook zakelijk. Een beter evenwicht zou migratiestromen kunnen indammen. Mensen in armere landen kunnen dan in eigen land beter overleven en zullen minders snel het grote avontuur van emigratie aangaan. Westerse landen zullen daardoor immigratie en integratie beter kunnen beheersen en er minder problemen mee ervaren.
Zo kan een minister voor Internationale Samenwerking het buitenland uit het verdomhoekje halen en hoeven we het niet langer enkel als een bedreiging te zien. Internationale samenwerking vermag zowel aan het oplossen van nationale als internationale problemen bij te dragen. Nederland heeft de wereld veel te bieden en de wereld heeft Nederland veel te bieden. Dat is een ministerspost in het kabinet en een positieve benadering meer dan waard.
Via Mundo Color.
Reacties (4)
Een minister van buitenlandse zaken is gewoon vrij druk omdat ie allemaal vergaderingen moet aflopen, ontwikkelingssamenwerking zou dan al snel een ondergeschoven kindje worden en er blijft dan gewoon te weinig tijd over om al die geweldige kruisbestuiving uit te voeren. En zo’n minister die alleen voor ontwikkelingssamenwerking is kan die kruisbestuiving ook prima doen.
Dat meer rijkdom in armere landen de immigratie zou indammen vind ik een twijfelachtige uitspraak. Er is immers maar weinig immigratie uit Nederland vanuit de armste landen ter wereld.
Dat vrijhandel juist arme landden kan ontwrichten is iets dat de afgelopen jaren niet meer wordt verteld. Het is juist links die nu het evangelie van de vrije markt preekt en hoe belangrijk dat wel niet voor ons is.
Een minister voor Internationale Samenwerking. Goede ideeën zijn vaak eenvoudig. Lijkt me echt iets voor Koenders, of Van der Ploeg.
Buitenlandse handel, kan dat niet gewoon af met een staatssecretaris bij BuZa? Als je al meer ministerposten wil, doe dan liever wat aan die rare constructie “ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie”