COLUMN - Het uitgangspunt van het liberalisme is dat mensen beter weten wat goed voor ze is dan de overheid. Toch staat ons liberale land bol van de restricties op individuele keuzes gerelateerd aan consumptie, veiligheid en gezondheid. Recent economisch gedragsonderzoek geeft bovendien aanleiding tot nieuwe vormen van paternalisme, waar de Nederlandse overheid op zou moeten inspelen.
Wetenschappelijke inzichten zijn altijd drijvers geweest van paternalistische regels voor bepaalde activiteiten. Kennis over de effecten van meeroken en de kosten voor de maatschappij veranderden een expressie van individualisme in een sterk gereguleerde (en bijna beschamende) gewoonte. Verplichte motorhelmen en veiligheidsgordels zijn nauwelijks controversieel. Kennis over hersenschade drijft de discussie over de alcoholleeftijd, en zonder anticonceptie was er geen discussie over het recht op voortplanting voor verslaafden en gehandicapten.
Recent gedragsonderzoek werpt echter algemenere vragen op over de waarde van autonome keuzes. Onderzoeksresultaten laten zien dat de manier waarop keuzes worden gepresenteerd een enorme invloed heeft, en kan leiden tot beslissingen die niet in het belang van de beslisser zijn. Zo blijken de default-opties in een pensioenstelsel (moet ik actief worden om mee te doen, of actief worden om niet mee te doen) grote effecten te hebben. Een lage default-besparing verlaagt besparingen, terwijl mensen vaak achteraf of na beter nadenken aangeven dat ze graag meer gespaard hadden. Dit en vele andere voorbeelden laten zien dat individuele keuzes vaak afhangen van een context die door anderen is ontworpen.
Op grond van dit soort onderzoek stellen gedragseconoom Richard Thaler en rechtsgeleerde Cass Sunstein een “libertair paternalisme” voor in hun beroemde boek “Nudge”. Hierbij gaat het erom een dusdanige “keuzearchitectuur” te ontwerpen dat onnadenkende mensen de keuzes maken die voor henzelf het beste zijn (gemeten naar wetenschappelijke bevindingen), zonder de keuzevrijheid voor anderen weg te nemen. In Engeland leidde dit tot de oprichting van het Behavioral Insight Team (of “Nudge Unit”), die experimenten doet naar bijvoorbeeld de beste keuzeopties voor onder andere pensioenen, orgaandonaties en herintredingsprocedures voor werklozen.
Tegenstanders vinden dit ordinair paternalisme of zelfs manipulatie, maar econoom Robert Dur argumenteert dat dat wel meevalt. Ten eerste moeten keuzes altijd op een bepaalde manier gepresenteerd worden, dus kan je dat maar het beste doen op een manier die mensen helpt. Ten tweede zijn de interventies van de Nudge Unit gericht op een efficiënte implementatie, niet op het formuleren van beleidsdoelen zelf. Ten derde bespaart de Nudge unit de belastingbetaler zakken met geld.
Het success van de Nudge Unit leidde tot dusverre tot navolging in de VS, en in Denemarken werkt een groep genaamd the Danish Nudging network nauw samen met de overheid.
In Nederland gaf de WRR in 2009 aan geïnteresseerd te zijn in nudging, maar hoewel Nederlandse wetenschappers en consumentenorganizaties initiatieven aandragen, is er van de politiek verder nog niets vernomen. Omdat het success van interventies afhangt van details en van lokale regelgeving, zijn buitenlandse onderzoeken niet zomaar naar Nederland te vertalen. We hebben daarom experts nodig die beleidsimplementaties ontwerpen met een maximaal effect en een minimum aan paternalisme. Nederland kan best een Nudge Unit gebruiken.
Reacties (14)
“Een lage default-besparing verlaagt besparingen, terwijl mensen vaak achteraf of na beter nadenken aangeven dat ze graag meer gespaard hadden.”
Wat niet per se betekent dat ze niet nog meer spijt hadden gehad als ze wel meer hadden gespaard. Dingen waar je achteraf spijt van hebt kunnen de leukste ervaringen van je leven zijn of iig. vormend voor je karakter.
“een “libertair paternalisme” voor in hun beroemde boek “Nudge”. Hierbij gaat het erom een dusdanige “keuzearchitectuur” te ontwerpen dat onnadenkende mensen de keuzes maken die voor henzelf het beste zijn, zonder de keuzevrijheid voor anderen weg te nemen.”
Ja, dat is de droom, maar als het zo makkelijk was was het al eerder gedaan. Er zijn legio voorbeelden waarbij het makkelijk kan maar nog veel meer waarbij het niet kan (of alleen heel moeilijk).
Hoewel ik zeker geen tegenstander ben van nudging, kan ik wel de weerstand ertegen begrijpen. Laat ik even naar het pareren van de tegenargumenten (die #0 overigens duidelijk uiteen heeft gezet). Ik neem ook even de toon aan van een tegenstander.
1: “Keuzes moeten altijd op een manier gepresenteerd worden, waarom niet op een manier die mensen helpt?”
Er zit weinig verschil tussen de keuzes voor mij maken, en bepalen hoe ik mijn keuzes maak. Als ik zelf niet eens mag beslissen hoe ik mijn keuzes maak, wat voor keuzevrijheid heb ik dan? ‘Je hebt twee keuzes: vrijwillig meegaan naar het bureau, of onder dwang.’ En zou ik zelf even mogen bepalen wat ‘helpt’ en wat niet ‘helpt’?! Wat ‘helpt’ of niet, hangt onder andere ervan af wat ik belangrijk vind en behulpzaam.
2: “Interventies van de Nudge Unit zijn gericht op efficiënte implementatie, niet op het formuleren van beleidsdoelen zelf.”
Hoezo moet alles draaien om efficiëntie? Waarom is dat überhaupt een argument? En dan nog, naar analogie van de ‘architectuur’: Te zeggen dat architectuur en functie van een construct niet samenhangen, of dat construct nou een gebouw of een keuze is, lijkt me dom. Een architect ontwerpt niet alleen de façade, maar wil ook belevenissen creëren. En soms lukt dat niet in lijn met de functie en spreken die belevenissen de functie tegen. Een uitstekend voorbeeld van zowel dit voorbeeld als een vorm van nudging is poka-yoke: het idiotproofing van onderdelen: ontwerp en functie hangen hiermee samen, opzettelijk.
3: “Het bespaart de belastingbetaler zakken met geld.”
Laten we vooral het economische argument niet vergeten. We zouden onderweg kunnen zijn naar de hemel, bij Petrus bij de poort staan, en nog met een schuin oog op ons horloge of in de beurs kijken, ‘of het niet teveel tijd kost’, en ‘of het wel uit kan’. Een normenstelsel gebaseerd op kosten, is een normenstelsel met prijzen in plaats van waarden. En dat is geen normenstelsel, maar een supermarkt!
Mijn punt met betrekking tot de voorgaande bespreking: je overtuigt een tegenstander niet door deze argumenten, hij zal ze vals, onterecht of leugenachtig vinden. Je zal alleen de mensen overtuigen die er nog nooit van gehoord hebben, keuzes voornamelijk bekijken vanuit ‘(maatschappelijke) kosten’-perspectief en die in essentie het prima vinden om vrijheid uit te wisselen tegenover gemak.
Ik zou een boekbespreking van het boek Nudge informatiever vinden dan een opsomming van de leren die wij eruit kunnen trekken. Kost wat meer tijd maar dan heb je ook meer (dan dit).
Ik ben zelf het boek(je) aan het lezen. Een heel concreet punt dat de schrijvers/economen Thaler en Sonnstein maken is dat luie, kortzichtige individuen te weinig sparen voor hun pensioen en ook nog eens op de verkeerde manier sparen. Voor je pensioen zou je volgens de auteurs veel meer in aandelen dan in obligaties moeten beleggen. Zij bepleiten dan ook een overheid die pensioenspaarders actief “nudged” richting aandelen. Allemaal leuk en wel, maar stel dat je je spaarpot begin 2008 in de AEX had gestort: dan zou je nu (na 5 jaar!) nog maar de helft over hebben van je inleg.
Mijn punt is: de variant van nudging die de auteurs lijken voor te staan gaat uit van een veel hoger kennisniveau bij beleidsmakers en sociale wetenschappers dan bij burgers en personen. Het gaat veel verder dan mensen weghouden van het schadelijke, nee de auteurs willen je duwen naar het gunstige. Maar *hoe* weet de beleidsmaker wat goed voor je is?
#3
“Hoe weet de beleidsmaker wat goed voor je is.” Dat is een heel goede vraag. Daar gaat het gedragsonderzoek over. Er zijn veel zaken waarvan mensen zelf vinden dat ze ze liever anders zouden doen. Veel mensen vinden dat ze eigenlijk te weinig sparen, teveel eten, te weinig sporten, etc. . Ze geven dus zelf aan dat ze zich liever anders zouden willen gedragen, maar om verschillende redenen lukt ze dat niet. Een van die redenen is dat soms de keuzeomgeving je niet uitnodigt om goede keuzes te maken: kantines gevuld met snacks, ingewikkelde pensioenformulieren, etc. Daar gaat Nudging over.
Mbt aandelen: de aandelenmarkt is op korte termijn risicovoller dan de obligatiemarkt. Als je de pech hebt net voor een crisis te beleggen verlies je natuurlijk geld. Maar pensioenbeleggingen zijn lange termijn beleggingen, en de aandelenmarkt is op lange termijn veel winstgevender dan de obligatiemarkt.
“Ik zou een boekbespreking van het boek Nudge informatiever vinden”
“Nudge” is misschien wel het bekendste sociaal wetenschappelijke boek van de laatste 10 jaar, dus die boekbesprekingen zijn overal verschenen: google “nudge boekbespreking” of kijk op amazon.com en je vind er vele.
@4 Punt bij punt
1. Nudge gaat niet over dwang, alle keuzes blijven open. Het enige is dat die keuzes waarvan mensen in onderzoek aangeven dat ze er tevredener over zijn duidelijker en prominenter worden gepresenteerd. Mensen die zonder veel na te denken kiezen lopen op die manier minder kans een fout te maken. Mensen die een bepaalde keuze kunnen maken kunnen dat blijven doen.
2./3. De overheid stelt beleidsdoelen. In een democratie zijn die gebaseerd op wat de meerderheid van de bevolking (wij dus) wil. Als we die doelstellingen inefficiënt uitvoeren kost ons dat allemaal geld. Dat betekent niet dat het “altijd over efficiëntie gaat” of dat we in een supermarkt leven, wel dat we wat minder belasting kunnen betalen.
@1 “maar als het zo makkelijk was was het al eerder gedaan.”
Niemand zegt dat het makkelijk is. Er hangt veel af van de details, daarom zijn er vele experimenten nodig. En je hebt gelijk dat veel daarvan mislukken. Desalniettemin is zijn de succesvolle experimenten talrijk genoeg dat de Nudge Unit zich meervoudig terugverdient.
“Nudge” is misschien wel het bekendste sociaal wetenschappelijke boek van de laatste 10 jaar,
Nudge is uitgekomen in 2008. Hoezo “laatste 10 jaar”??? Weet je, ik vind het een bijzonder onsportieve reactie van je. OP basis van een boek dat je nauwelijks gelezen lijkt te hebben betoog je verregaande hervorming van maatschappelijk beleid.
Mbt aandelen: de aandelenmarkt is op korte termijn risicovoller dan de obligatiemarkt. Als je de pech hebt net voor een crisis te beleggen verlies je natuurlijk geld. Maar pensioenbeleggingen zijn lange termijn beleggingen, en de aandelenmarkt is op lange termijn veel winstgevender dan de obligatiemarkt.
Dat gaat over historisch gemiddelde rendementen waar een pensioengerechtigde niet zoveel aan heeft. Je hebt maar 1 pensioenspaarpot. Het verhaal van risk-return trade-off is alleen maar informatief in de context van diversificatie. Maar ik wil er geen technisch verhaal van maken: mijn punt is dat economen een slechte track record hebben van het geven van positief advies a la “je moet X doen”.
@7:
” Hoezo “laatste 10 jaar”???”
Ik geloof persoonlijk dat Nudge een van de belangrijkste politiek-economische ideeen van de laatste 10 jaar is, of misschien wel meer. Daar kunnen we natuurlijk graag van mening over verschillen. Cass Sunstein heeft overigens een opvolger “Simpler” geschreven, dat ook zeer de moeite waard is.
“Op basis van een boek dat je nauwelijks gelezen lijkt te hebben betoog je verregaande hervorming van maatschappelijk beleid.”
Het gaat niet om een verregaande hervorming van maatschappelijk beleid. Het gaat erom te experimenteren met de details van verschillende implementatiemechanismen. Het idee is dat kleine veranderingen in presentatie een groot verschil kunnen maken.
(Minder belangrijk, maar ik wil het toch gezegd hebben: ik kan je verzekeren dat ik nudge gelezen heb, de ideeën die erin staan zijn nogal invloedrijk in mijn onderzoeksgebied, de gedragseconomie. )
“Dat gaat over historisch gemiddelde rendementen waar een pensioengerechtigde niet zoveel aan heeft. ”
Als we aannemen dat een pensioeninvestering normaal gesproken voor meerdere decennia vastligt, lijkt het me relevant om de rendementen van verschillende investeringen op die termijn te vergelijken, en niet de rendementen over een paar specifieke jaren.
“ik vind het een bijzonder onsportieve reactie van je”
Dat mag, ook al begrijp ik niet waarom. Ik vind het persoonlijk raar om een auteur van een column met een beleidsvoorstel te verwijten dat hij geen boekbespreking schrijft.
@8: Ik vind het persoonlijk raar om een auteur van een column met een beleidsvoorstel te verwijten dat hij geen boekbespreking schrijft.
Welk “beleidsvoorstel”? Kom nou, je verkoopt van evangelie van het “libertarisch paternalisme” met als voornaamste argumenten dat de ideeen van zeer invloedrijke denkers afkomstig zijn (“belangrijkste boek van de laatste 10 jaar” dat is nogal een boude bewering) en dat iedereen “het” aan het doen is, dus wij moeten ook mee.
Voor een relatief nieuwe kijk op beleid(maken) moet je met wat meer argumenten komen dan “een belangrijk boek geschreven door belangrijke mensen”. Vandaar mijn oproep tot een boekbespreking: probeer eerst maar eens aannemelijk te maken dat “nudgen” uberhaupt effectief en niet-schadelijk is.
ik kan je verzekeren dat ik nudge gelezen heb, de ideeën die erin staan zijn nogal invloedrijk in mijn onderzoeksgebied, de gedragseconomie.
Ja en jokkebroek en oude snoepert Peter Nijkamp was een very important person in een andere subdiscipline van de economie. So f-ing what. Is er uberhaupt bewijs dat “nudging” werkt in een beleidscontext? Met werken bedoel ik dat de nudge 1). werkt om het gedrag van mensen te verbeteren, 2). niet kostbaarder is dan een belasting, subsidie, verbod of gebod en 3). geen schadelijke neveneffecten heeft?
@5
Je mist het kernissue. Ik ben niet tegen nudging, maar je argumenten duiden op het gebruik van maar één soort bril: de economenbril. En die argumenten zijn niet iets waarmee je je tegenstanders kunt overtuigen, alleen mensen die eigenlijk al overtuigd zijn.
Bij punt 1 kan ik inbrengen:
Veel van de voordelen die je noemt, gaan ook op voor oogkleppen voor paarden. Het is veiliger, aangenamer voor andere weggebruikers en voor het paard zelf. Als tegenstander zou ik dat niet ontkennen, maar slechts zeggen: ‘Wij zijn geen paarden, wij zijn mensen! Wij hebben waardigheid en de keuze om onze keuzes te zien te maken zoals wij die willen!’
Een klein voorbeeld: Bij de overgang van de basisschool naar de middelbare school, kon je een opgave maken, een verhaalsommetje. Een heks kon een brouwsel graden warmer of kouder maken door er warme of koude blokjes in te gooien. Na een aantal van deze sommetjes (en het te checken), kreeg je dit idee: moet het 15 graden warmer? stop er dan 15 warme blokjes in. Moet het 2 graden kouder? doe er 2 koude blokjes in. De laatste vraag was dan ook gemeen: het brouwsel moest 10 graden kouder, maar de heks had maar 5 koude blokjes. Het antwoord: 5 koude blokjes erin en 5 warme eruit. Mindfuck van jewelste voor een 12-jarige, maar mijn punt is hopelijk duidelijk: het presenteren van keuzes (en de ‘juiste’ antwoorden) kan het aantal waargenomen keuzes beperken.
Bij punt 2/3
Je hebt natuurlijk gelijk binnen je visie. Waarom meer betalen voor iets inefficients , als je voor nagenoeg hetzelfde gemak iets efficienter kan doen voor minder geld? 2 opmerkingen hierbij: Als je eenmaal dingen in een economisch (kosten-baten, het liefst in geld) perspectief ziet, dan blijf je dat zien. Menig krant rapporteert: “Deze maatregel wordt ingevoerd/teruggetrokken […] omdat […] het de samenleving x miljoen kost.” Hoewel het op zich een valide argument is, blijft het vaak ook het enige argument. ‘De’ samenleving vindt *kennelijk* dat alles te zien valt in ‘kosten’ (en als deel van de samenleving, ben ik het daarmee oneens), of dat nou het aan/uitdoen van snelwegenlantaarnpalen zijn, langstudeerders, vervoer naar bijzonder onderwijs, AOW, bijstand, HRA, etcetera, und so weiter. En waarom ben ik het ermee oneens (en lijkt het me slecht)? Omdat er andere dingen zijn dan kosten en baten. Dat wordt nu ook besproken bij de rechters: zij worden steeds meer in een economisch spectrum geplaatst, iets waar zij helemaal niet thuishoren: ze moeten meer rechtszaken doen in minder tijd (want dat is efficienter en bespaart kosten). Zij vinden dat het nu zover is gekomen dat rechtvaardigheid tegenover winst komt te staan.
Kort samengevat: “Je zegt dat we niet in een supermarktwereld leven, maar waarom zit er dan op alles een prijssticker?”
Het gaat mij dus om het anders te zien, en in meer abstractere termen te denken. Inderdaad in termen als paternalisme (btw, je linkje onder ‘ontwerpen’ is dood, ik denk dat ik het nu graag had gelezen). En waarom dat wel of niet kan of mag. Nudging zou opgevat kunnen worden als paternalisme, maar dan modern. En omdat het niet apert is (zoals accijns, verboden en beperkingen), maar juist geheim, is het ‘dus’ Geniepig en Gemeen.
@9: De column staat vol met links naar bewijs dat Nudging kan werken, gebaseerd op decennia aan onderzoek. Niet alle nudges werken, maar zoals ik argumenteer in de column is het punt van de Nudge unit om uit te vinden welke nudges effectief zijn.
Ik vind je constante ad-hominems en je agressieve aanvallen op overdrijvingen van mijn standpunten tamelijk vervelend en destructief, dus dit is de laatste reactie die ik schrijf.
@10: Ok, misschien kan ik je inderdaad niet overtuigen met economische argumenten. Maar je argument tegen economische waarderingen lijkt me geen specifiek argument tegen nudgen of een Nudge unit.
Een paar opmerkingen toch nog:
1) Ik begrijp je heks-voorbeeld geloof ik niet helemaal, maar het algemene punt dat er een een neutrale of natuurlijke manier is om keuzes te presenteren, zodat we de keuzes maken “zoals wij die willen” is volgens mij in de meeste gevallen onjuist. Als je een zelfbedieningscounter met snacks en salades hebt moet een van de twee vooraan staan. Geen van beide is neutraal. Het idee is dat het dan misschien beter is om de salades vooraan te zetten.
2) Gerelateerd: ik geloof niet dat Nudge geniepig is. Alle experimenten en suggesties van de nudge unit zijn in de UK volledig openbaar en krijgen veel media-aandacht. Ik denk dat daarmee vergeleken de gemiddelde marketingcampagne van een onderneming veel achterbakser is.
3) Je bent tegen het beprijzen van alles. Ik ben het met je eens dat waarde van sommige dingen in moeilijk te quantificeren is. Kosten-baten analyse is daarom soms moeilijk. Maar het feit dat we met een beperkt aantal middelen afwegingen moeten maken tussen verschillende waarden, betekent dat de kosten om die waarden te realizeren wel degelijk relevant zijn.
@10,
Daar zou ik dan weer tegenin willen brengen: de oogkleppen zijn er al. Er is altijd een default keuze (probeer maar eens een defaultvrij systeem voor orgaandonatie-toestemming te verzinnen bv.) Alleen worden de default keuzes en de beeldvorming op dit moment vaker bepaald door bedrijven (die deze technieken wel volop inzetten) of door toeval, omdat het zo is gelopen.
Het enige dat verandert is dat we iets dat al bestaat, bewuster wordt ingezet om het doel te krijgen dat we willen. Dat lijkt me beter dan het niet doen, zeker als we ondertussen wel toestaan dat bedrijven diezelfde technieke wel inzetten om ons een richting op te ‘nudgen’ die niet wij, maar door de bedrijven als gewenst wordt geacht.
@11: Boehoe oh wat erg zeg. Neem eens een echte baan, zal je zien dat mijn “ad hominems” bijzonder onpersoonlijk zijn.