Goed volk | De Vliegende Hollander (3)

Foto: © Sargasso logo Goed volk
Serie: ,

ACHTERGROND - De vorige keer ben ik geëindigd met het ontstaan van een geschreven, literaire traditie over de Vliegende Hollander en hoe de meeste schrijvers een eigen draai aan de sage hebben gegeven zodat als het ware een ‘invented tradition‘ ontstond. Die heeft als zodanig een intrinsieke waarde, maar vaak weinig te maken met de oorspronkelijke sage. Overigens moet wel opgemerkt worden dat orale en literaire traditie elkaar over een weer hebben beïnvloed.

De volgende vraag die beantwoord moet worden luidt: waar baseerden de literaire schrijvers hun verhalen en romans op, hoe luidt in zijn meest ontwikkelde vorm die oorspronkelijke sage en wanneer is die ontstaan ? Thomas Moore betitelde de Flying Dutchman in 1804 al als een wijd verbreid zeemansbijgeloof.

De kapitein die eerste Paasdag uitvoer


De sage van de Vliegende Hollander heeft in de late 18e eeuw zijn ‘definitieve’ beslag gekregen, hoewel er voor en na die tijd vele varianten de ronde deden. De meest gehanteerde versie is deze de volgende.

In Amsterdam vertrekt op de ochtend van de eerste paasdag een schip van de Verenigde Oost-Indische Compagnie naar de Oost. De V.O.C. bestond van 1602 tot en met 1799, dus het is aannemelijk dat het verhaal zich ergens in die twee eeuwen afspeelt, preciezer tussen 1652 en 1795 toen de Kaapkolonie als verversingsstation op weg naar de Oost in Nederlandse handen was.

Het was hoogst ongebruikelijk om op een belangrijke christelijke feestdag het anker te lichten – dit zou ongeluk brengen want men moest de betreffende feestdag heiligen – en bovendien was het slecht weer. Ondanks protesten van zijn vrouw en zijn bemanning besloot de kapitein zonder uitstel te vertrekken. Het was een prestigestrijd om zo snel mogelijk naar Batavia te kunnen varen en vooral: hoe sneller de overtocht hoe minder geld (en mensenlevens) deze zou kosten.

Eenmaal bij Kaap de Goede Hoop, niet voor niets van origine ‘De Stormkaap’ geheten, gekomen probeerde de kapitein de Kaap te ronden, maar zijn pogingen hadden geen succes. Zijn bemanning smeekte hem om terug te keren naar de Tafelbaai, maar de kapitein weigerde en werd zo kwaad dat hij de stuurman overboord gooide en riep: “God of de duivel… de Kaap vaar ik om, al moet ik varen tot het laatste oordeel.” Door de duivel werd hij op zijn wenken bediend en moest voor straf eeuwig op zee ronddolen. Soms stuurt de Vliegende Hollander een sloep naar passerende schepen met de vraag of ze een stapel brieven willen meenemen naar familieleden van de bemanning in Holland, die al lang geleden overleden blijken te zijn.

De eerste vraag die opkomt zal waarschijnlijk zijn: wie was die kapitein. In de geschreven literatuur is dat Van der Decken, maar ik heb in de vorige blog al aangetoond dat die een ‘invented tradition’ is. Verder doen de volgende namen de ronde: Falkenberg (of Van Valkenburg), Van Straten en Pieter van Halen, een 17e eeuwse scheepsbouwer. Van Halen zou een zwart schip gebouwd hebben dat zulke hoge snelheden haalde, dat jaloerse zeelieden het de ‘doodskist’ noemden.

De bekendste en interessantste naam is echter die van Barend of Bernard Fockesz (Focke, Fokke, Fokkes), een historische figuur op wie bovenstaande versie van de sage misschien gebaseerd is. Fockesz was een Friese kapitein die in 1678 alle toenmalige snelheidsrecords verbrak door in drie maanden (volgens de overlevering, maar officieel vijf maanden en acht dagen) met zijn V.O.C.-schip de ‘Jonge Snoeper’ (of ‘Snobber’, een andere bron spreekt van de ‘Texel’) naar Oost-Indië te zeilen. Normaal duurde een reis naar de Oost in die tijd zeven tot twaalf maanden. Er werd een standbeeld voor hem opgericht op het eiland Kuiper bij Batavia, dat echter in 1808 door Engelsen werd vernield. Zoals wel vaker bij ‘bovenmenselijke’ prestaties werd de duivel er bijgehaald, want men geloofde dat Fockesz de benodigde snelheid – men bedenke dat het adjectief ‘vliegende’ van Vliegende Hollander slaat op de zeer hoge snelheid van het schip – behaalde doordat hij een pakt met de duivel had gesloten.

Verschillende volkskundigen hebben Fockesz expliciet in verband gebracht met de sage van de Vliegende Hollander. Toen Fockesz op een gegeven moment uitvoer maar nooit meer werd teruggezien, had de duivel kennelijk zijn ziel gehaald en moest hij voor eeuwig rond de kaap blijven varen. De versie die in ‘Spokerijen in Amsterdam en Amstelland’ (1975) van Jacques Sinninghe staat en waarin het schip van Fockesz ‘de Kroonvogel’ wordt genoemd, vertelt hoe tijdens een van de reizen van Fockesz de stuurman overboord valt. Dit wordt geweten aan onoplettendheid van de duivel. De anders altijd gespannen zeilen hangen even slap, waardoor de stuurman bang wordt en een verwensing uit waarbij hij een vloek over het schip afroept en zelf te water raakt.

De reis van Vasco da Gama

Vasco da Gama (1460/469 – 1524) was een Portugese ontdekkingsreiziger en de leider van de eerste expeditie van Portugal naar India. Hij staat op een bijzondere wijze in verband met Kaap de Goede Hoop en de Vliegende Hollander. De eerste kapitein die de Kaap rondde was de Portugees Bartolomeu Dias in 1488. De Kaap werd toen nog genoemd de ‘Cabo tormentoso’ (kaap der stormen) maar werd later veranderd in ‘Cabo esperanca'(kaap van de hoop) om de zeelieden die de reis naar de Oost wilden ondernemen niet te ontmoedigen. Dias verdronk in 1500 tijdens een volgende poging de Kaap te ronden op weg naar de Oost. In 1497 kreeg Vasco da Gama de koninklijke opdracht de Kaap te ronden en de rest van de weg naar de Oost, wat voor de Portugezen wilde zeggen India, te vinden. De reis slaagde met ‘bovenmenselijke’ inspanning en opoffering, en het duurde dan ook niet lang voordat er wilde verhalen de ronde gingen doen.

In de kroniek ‘Lendas da India’ (Legenden van India, 1556) van Gaspar Correia beweert de schrijver dat Vasco da Gama zijn Arabische zeekaart vertwijfeld overboord had gegooid en zijn stuurman en eerste officier in de boeien had geslagen wegens muiterij. Da Gama had volgens hem geen kaart of stuurman nodig, want God zelf zou het schip besturen. Het hele verhaal bleek later volledig verzonnen, maar deze legende was intussen geboren. In onze context interessanter is het verhaal van Luís de Camões in het Portugese nationale epos ‘Os Lusíadas’ (De Portugezen, 1512).

De Camões had zelf twee maal de Kaap gerond. Hij beschrijft hoe ’s nachts een immense wolk in de vorm van een monsterachtige gedaante aan Vasco da Gama verscheen tijdens diens poging de Kaap te ronden: “…met wilde haren en een ruwe baard, kleine, holle ogen, het haar versleten en bedekt met klei, de mond zwart als kool, de tanden geel van ontbinding“. Het kost weinig fantasie om hierin een gelijkenis met de kapitein van de Vliegende Hollander te zien, al zegt dat op zich weinig.

De verschijning beschuldigde Da Gama er van in zijn territorium door te dringen en zich te meten met krachten waar de mens geen controle over heeft. De geest spreekt hierop een vloek uit: “Mijn ontdekker zal mijn wraak ondervinden ! (…) Jaar in jaar uit zullen voor uw vloten schipbreuk en verderf dreigen.” De geest onthulde zichzelf met de woorden “Ik ben die grote, geheimzinnige rots, die jullie Portugezen de Kaap der Stormen noemen” (Canto V).

De Camões ziet in de verschijning Adamastor, van het Griekse woord voor ‘ongetemd’ of ‘ontembaar’ (Adamastos). een door hemzelf gecreëerde mythologische figuur naar analogie van de reuzen van de Olympos. De Adamastor wordt ook genoemd in het gedicht ‘O Mostrengo’ van Fernando Pessoa (1888-1935).

Na een mislukt liefdesavontuur veranderde de foeilelijke reus in de berg die tegenwoordig bekend staat als de Tafelberg. Met Adamastor was Kaap de Goede Hoop gepersonifieerd en gesymboliseerd, een tastbare bedreiging geworden.

Getuigenissen en natuurlijke en alternatieve verklaringen

In de loop van twee eeuwen, tot op de dag van vandaag, zijn er heel wat lieden die beweerd hebben de Vliegende Hollander gezien te hebben. Soms staan deze waarnemingen vermeld in het betreffende scheepsjournaal. Het aantal getuigenissen is dermate groot dat ik er niet aan ga beginnen voorbeelden te nemen; op Internet zijn er genoeg te vinden. Overigens moet opgemerkt worden dat alle waarnemingen dateren vanaf de tijd dat de Vliegende Hollander onderwerp van geschreven verhalen werd, de 19e eeuw dus.

Wat opvallend is, is dat de waarnemingen bijna alle op details van elkaar verschillen en dat het in de regel om een onnatuurlijk verschijnsel gaat, bijvoorbeeld het fenomeen dat twee zeilschepen, waarvan er één de Vliegende Hollander, in tegengestelde richting vlak langs elkaar heen varen waarbij beide de wind vol in de zeilen hebben. Toch zijn er voor de meeste getuigenissen logische verklaringen aan te dragen.

Gezien het feit dat de meeste waarnemingen van de Vliegende Hollander zich afspelen bij Kaap de Goede Hoop, moet men het volgende bedenken: de zee rond de Kaap is een wonderlijk gebied. In eerste instantie botsen hier twee oceanen annex zeestromingen op elkaar: de Atlantische Oceaan die ook koud water uit het Zuidpoolgebied met zich meevoert, en de tragere en warmere Indische oceaan. Deze botsing kan behoorlijk hoge golven veroorzaken, ook bij mooi weer. Anderzijds passeren hier twee luchtstromingen elkaar rakelings, een uit het westen en een uit het oosten. Zo kan het dat twee schepen elkaar van dichtbij passeren, beide met de wind in de zeilen. De atmosferische omstandigheden kunnen derhalve regelmatig heftige stormen veroorzaken, maar mooi weer is niet echt een uitzondering.

Luchtspiegelingen zijn fenomenen die het nodige optisch bedrog kunnen veroorzaken. De uitzonderlijke weersomstandigheden bij de Kaap lenen zich hier uitstekend voor. Ze ontstaan doordat lagere luchtlagen door hun relatief lagere temperatuur blijven hangen onder de warme hogere luchtlagen, zodat op het grensvlak een luchtspiegel ontstaat. De bemanning van een schip kan derhalve een reflectie van hun eigen schip aan de horizon waarnemen (een fata morgana) die vervolgens plotseling verdwijnt.

Naast deze logische en verantwoorde verschijnselen zijn er ook verklaringen bedacht uit een meer controversiële en alternatieve hoek. Wat te denken van de zogenaamde ’timeslips’. Vergeet hierbij even ‘Back to the future’. Het gaat hierbij om een soort scheur in de tijd, een ‘dimensional anomalie’, waardoor een blik in het verleden wordt gegeven zonder dat de toeschouwer deel uitmaakt van dat verleden. Beroemd zijn de timeslips in de tuinen van Versailles, voorgekomen in 1901, 1928, 1938 en 1955 waarbij nietsvermoedende bezoekers van de paleistuinen mensen in historische kledij waarnamen in een veranderde omgeving met gebouwen die reeds lang niet meer bestonden.

Dit verschijnsel wordt door de wetenschap serieus genomen maar behoort vooralsnog tot de discipline der parapsychologie. De fysica weet er nog weinig raad mee. Gezien het feit dat er maar één plek bekend is waar dit verschijnsel zich heeft voorgedaan (Versailles) duidt op het feit dat dit een zeer zeldzaam verschijnsel is, net als diverse parapsychologische fenomenen die alleen tot stand komen onder zeer bepaalde omstandigheden. Aangenomen dat dit verschijnsel bestaat zou het theoretisch mogelijk zijn dat een 17e eeuws schip zich in het heden manifesteert, maar dat dit werkelijk binnen onze context gebeurd zou zijn is, gezien mijn laatste opmerking, hoogst onwaarschijnlijk.

Een andere ‘alternatieve’ verklaring is het voorkomen van zogenaamde ‘historische opnamen’. Het idee hierachter is dat van bepaalde gebeurtenissen waarbij zeer veel stress en emoties vrijkomen een soort ‘print’ ontstaat die bij gelijke atmosferische omstandigheden opnieuw geprojecteerd wordt. Een tastbare Post Traumatische Stress-ervaring dus. Het fenomeen wordt serieus wetenschappelijk onderzocht en zou te maken hebben met de intensiteit van magnetische velden. Het zal allemaal wel, maar dat de Vliegende Hollander als een PTSS verschijnt, lijkt mij niet realistisch. Zo lust ik er nog wel een paar.

De volgende en naar verwachting laatste keer over dit onderwerp begin ik met een fenomeen dat sinds niet al te lange tijd binnen de wetenschap bekend is en wellicht heeft bijgedragen tot het sinistere imago van de Kaap. Vervolgens kom ik tot de slotvraag: waar komt de sage van de Vliegende Hollander uiteindelijk vandaan.

Reacties (3)

#1 Co Stuifbergen

Als “timeslips” bestaan, lijkt mij sterk dat het alleen bij Versailles gebeurt.

(en ik heb wel eens een getuigenis over zo’n voorval op een andere plaats gelezen, waarin mensen een tram namen die al jaren niet meer bleek te rijden. Of het echt gebeurd is, weet ik natuurlijk niet).

  • Volgende discussie
#2 Rigo Reus

@1: Co! Misschien ben je, terwijl je het zelf niet eens weet, een portal naar een andere dimensie. Tip: lees ‘ns https://nl.wikipedia.org/wiki/Het_transgalactisch_liftershandboek_(boek)

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#3 Oud Zeikwijf

wat fantastisch! Bedankt.

  • Vorige discussie