In de jaren ’90 vormde het marktkapitalisme het nieuwe geloof in Amerika. Zelfs de meest fervente ongelovigen omarmden het. De jaren ’90 in de VS kenmerkten zich door sterke economische groei. De snelle opkomst van de IT-industrie bijvoorbeeld, deed de beurskoersen enorm stijgen. Door alle voorspoed nam het geloof in de markt dusdanig toe, dat men geloofde dat er een nieuwe, frictieloze economie was ontstaan. Het gebruik van computers zou de economie dusdanig verbeteren dat de conjunctuurbeweging veranderde. Hierdoor zou een nieuwe crisis onmogelijk zijn. Prof. dr. Maarten van Rossem onderzoekt in zijn laatste lezing in de serie Kapitalisme de invloed van het marktmechanisme op de financiële crisis.
Naar Amerikaans voorbeeld introduceerde ook Nederland het principe van het marktmechanisme. Privatisering en liberalisering waren het gevolg. Hoewel in de VS vooral de republikeinen zich traditiegetrouw op marktwerking richten, werd het idee in Nederland opgepakt door de linkse premier Wim Kok. Hij behoorde tot de sociaaldemocratische politici die zich baseren op de beweging ‘De Derde Weg’. De aanhangers daarvan beschouwen het marktmechanisme als belangrijke factor binnen de sociaaldemocratie. Naast Wim Kok zijn ook Tony Blair en Bill Clinton bij deze beweging te scharen. Soms introduceerden de democraten het marktmechanisme iets te enthousiast in hun politiek. De liberale insteek leidde in Nederland bijvoorbeeld tot een (te) sterke sanering van de verzorgingsstaat, zo stelt Maarten van Rossem.
Crisis
Alle speculaties ten spijt: ook in een marktgestuurde economie is crisis mogelijk. Dit bleek in 2000, toen er een recessie ontstond als gevolg van de ineenstorting van de internetbubbel. Op Wall Street merkte men al snel de gevolgen, wat uitmondde in een wereldwijde recessie. Achteraf blijkt de crisis minder hevig te zijn geweest dan men dacht. In 2000 werden echter direct maatregelen genomen. Zo pompte het centrale banksysteem van de VS (ook wel ‘the Fed’ genoemd) geld in de economie, door zeer lage rente te heffen. Daarnaast leidden nieuwe geldstromen uit China tot een nieuwe impuls. In de eerste jaren van de 21e eeuw bleek dat een groot deel van dit geld werd geïnvesteerd in de onroerendgoedmarkt, aangezien de huizenprijzen al jaren stegen. In de jaren die volgden ontspoorde dit, wat uitmondde in de hypotheekcrisis zoals we die nu kennen.
Wat was nu, achteraf gezien, de beste manier geweest om deze crisis aan te pakken? Van Rossem geeft aan dat een radicale aanpak geen kans op succes had, omdat dat vanuit politiek oogpunt onmogelijk was. Wel is de mogelijkheid aangegrepen om nieuwe regelgeving in te voeren, om de kans op een nieuwe crisis te verkleinen. Zo worden consumenten nu in toenemende mate beschermd tegen de kleine lettertjes bij het gebruik van creditcards. Deze regelgeving moet echter nog verder aangescherpt worden. Van Rossem benadrukt bovendien het belang van toezichthouders: zij moeten strengere controles uitvoeren op banken en bedrijven.
Dertig jaar marktfundamentalisme
Maarten van Rossem sluit af met de vraag wat het markfundamentalisme de afgelopen dertig jaar heeft opgeleverd in de VS. Het antwoord stemt weinig positief. De inkomensverdeling in Amerika is tegenwoordig vergelijkbaar met landen als China en Brazilië, de gezondheidszorg is duurder dan waar dan ook, de infrastructuur wordt niet vernieuwd en de overheid wordt beschouwd als dief van de belastingbetaler. Het marktfundamentalisme heeft Amerika niet gebracht waar het op hoopte. Het is de vraag of een andere overtuiging wel voor brede welvaart zal zorgen. Immers, grootschalige groei en financiële stabiliteit leiden onherroepelijk tot de wens naar méér. Uiteindelijk zal dit uitmonden in financiële instabiliteit, net zoals de afgelopen jaren het geval was. We kunnen er nu al van uitgaan, zo waarschuwt Maarten van Rossem, dat zodra de economie zich weer heeft hersteld, er een nieuwe crisis op de loer ligt.
Dit was de laatste lezing in de reeks Kapitalisme. Kijk de lezingen van Maarten van Rossem hier terug.
Dit artikel is geschreven door Suzanne van Huijgevoort.
Reacties (14)
Voor sommige voorspellingen heb je niet eens een glazen bol nodig.
Dat vind ik ook, een beetje geschiedenis is al voldoende
Minister van Financiën Kok stuurt op 7 juli 1993 een studierapport van H.J. Brouwer (inderdaad de) naar de Tweede Kamer waarin de volgende passage voorkomt:
“Tijdens de komende kabinetsperiode zou de overheidsschuldquote ongeveer 5%-punten BBP kunnen dalen. De EMU-referentiewaarde voor de overheidsschuld van 60% BBP wordt overigens niet vóór 2010 bereikt.”
Toen hadden we geen haast, nu ineens wel. Toen was de rente ruime 7% nu 2,5%. De schuld was toen 81,2% van het bbp, nu ca 65%.
Snapt u het nog? Ik moet tot mijn schande bekennen dat mij de logica ontgaat of het moet toch een neoliberale samenzwering zijn.
bron: Tweede Kamer, vergaderjaar 1992-1993, 20 995, nr. 6, pg 6.
Maar hoeveel schulden hadden huishoudens toen, en nu? Ik durf te wedden dat de spaarquote in 1993 nog flink positief was terwijl die nu sterk aan het afnemen is. Dan heb je dus wel een probleem.
Niemand ontkent dat er een probleem bestaat. De vraag is of je het oplost door de overheid te laten bezuinigen en
waarom dat als enige oplossing wordt gepresenteerd.
Shocktherapie?
ziek en gedemoraliseerd word ik er van, waar doen we het nog voor?
redden wie zich redden kan.
ps. kapitalisme is prima, socialisme is de duivel, die vieze staats inmenging is de oorzaak van al deze kanker.
Tijd voor een libertijns anarchistische beweging in nederland.
‘We kunnen er nu al van uitgaan, zo waarschuwt Maarten van Rossem, dat zodra de economie zich weer heeft hersteld, er een nieuwe crisis op de loer ligt.’
Dit is een open deur intrappen door – is ’m dat? – Professor Dr. Maarten van Rossum. Een starre, geheel inzichtelijke -, beheersbare – = ‘duurzame’ economie zou zichzelf afschaffen, na eerst alle echt goeie economen milliardair te hebben gemaakt. En die zouden op den duur ook niets meer hebben.
De moderne economie impliceert een graad van instabiliteit als noodzakelijke voorwaarde van haar bestaan. Haar hoog – en laagconjuncturen imiteren die ouderwetse cyclische van groei, bloei, massale sterfte, herstel en zo ad infinitum.
Onze moderne economische crises zijn met die ‘oikonomische’ van vroeger vergeleken zeer gematigd. Laten wij onze Economie dankbaar zijn. Van Ortega y Gasset weten we dat ondankbaarheid een van de grootste, meest fatale ondeugden van de mens is.
Vergeet de 7 vette en de 7 magere jaren niet.
Ben ik nou simpel of maakt de schrijver wel een erge simpele weergave van de wereld als hij (of zij) zegt: “Naar Amerikaans voorbeeld introduceerde ook Nederland het principe van het marktmechanisme.” daarbij suggererend dat dit bewust door een paar politici en bestuurders nog maar kort geleden is opgelegd aan Nederland, terwijl vroeger, in de jaren vijftig natuurlijk, gewoon alles vriendelijk door de schooljuf werd verdeeld op maandagochtend: En nu niet ruziemaken jongens! Eerlijk delen!
Dit is geen studium generale, dwz voor studenten aan een universiteit, dit is gewoon de lezer niet serieus nemen.
Volgens mij bestaat de markteconomie wel wat langer dan een paar decennia. Misschien bestond het al in de 19de eeuw!! Je gelooft het toch niet kinderen? Zelfs van over verre zeeën werden spullen aangevoerd naar Nederland! Met boten en zonder dat de regering er vanaf wist! Dat ze dat durfden hè?
De markteconomie bestond inderdaad ook al in de 19e eeuw en dat mondde na een fiks aantal eerdere crisissen uit in de Krach van 1929. Daarna hebben de meeste landen decennia lang een veel meer gemengde koers gevaren, waarbij de consumentenbelangen een even grote rol speelden als de belangen van de aanbieders. In die tijd zijn allerlei dempingsmechanismen bedacht en toegepast, die vele jaren lang voor een redelijk stabiele economie hebben gezorgd. Naarmate de tijd verstreek en de mensen, die 1929 en de jaren daarop mee hebben gemaakt, uit stierven, vergaten we de crisis en de ellende, die dat met zich mee bracht. We begonnen ons weer op onze eigen portemonnee te richten en het lot van de minder bedeelden kon ons steeds minder schelen (‘het is allemaal hun eigen schuld’; ‘die profiteurs krijgen al meer dan genoeg van ons’; enz). De waarschuwingen, dat dit weer tot steeds meer en diepere crisissen leidt, werden en worden in de wind geslagen. Het ging immers goed. De bonussen stegen en de dividenden werden uitgekeerd. En waarschijnlijk gaat dit door tot de boel weer helemaal in elkaar stort, want degenen met het meeste geld en de meeste macht hebben het meest geprofiteerd van het marktsysteem en zijn daardoor als een stel katholieken gaan geloven, dat het systeem onfeilbaar is.
“In de jaren ’90 vormde het marktkapitalisme het nieuwe geloof in Amerika.”
– Het kapitalisme was al zo erg—en toen kregen we ook nog eens het marktkapitalisme. Tjonge.
“Zo pompte het centrale banksysteem van de VS (ook wel ‘the Fed’ genoemd) geld in de economie, door zeer lage rente te heffen.”
– Marktfundamentalisme is volgens Studium Generale dus een centrale bank in het marktkapitalistische Amerika die geld drukt voor banken. Kortom, de politieke-economische analyses aan de Nederlandse universiteit hebben inmiddels het absolute nulpunt bereikt.
“Marktfundamentalisme is volgens Studium Generale dus een centrale bank in het marktkapitalistische Amerika die geld drukt voor banken. Kortom, de politieke-economische analyses aan de Nederlandse universiteit hebben inmiddels het absolute nulpunt bereikt”
Duidelijk. Je hebt er niks van gesnapt.
Ik heb geciteerd, dan wel geparafraseerd. Er iets van begrijpen is verder niet echt nodig.
Marktkapitalisme is niets anders dan een ideologie, een geloof (voor rechts een heilig geloof) in de zegeningen van “De Markt”. Feitelijkheden doen er voor gelovigen niet toe. Dat het geloof in “De Markt” zorgt voor uitbuiting en armoede wordt domweg ontkend. Want God (De Markt) is goed. En zit je aan de onderkant dan is dat je eigen schuld en moet je er lering uit trekken. Wat natuurlijk een geweldig excuus is om jezelf te blijven verrijken als je aan de top zit.