Gerd Leers keek naar de cover van het ongevraagd advies dat voor hem lag. ‘Tussen afkomst en toekomst’, stond er. Daaronder: ‘Etnische categorisering van de overheid.’ En daaronder een balpen, een Bic-pen, een zaklamp, een pen die hij niet thuis kon brengen (een vulpotlood?), een vulpen, een voorzittershamer en een wat chiquere pen, vermoedelijk ook een balpen. Het lukte Gerd Leers maar niet om de betekenis van deze voorwerpen te doorgronden. Hij keek er nu al een klein kwartier naar. Wat hadden deze voorwerpen in godsnaam met ‘etnische categorisering van de overheid’ te maken? Waarom konden die mensen niet gewoon iets duidelijks bedenken? Waarom moest een ongevraagd advies, dat ongetwijfeld ten doel had iets wat onduidelijk was duidelijk te maken, zo’n onduidelijke voorkant hebben?
Hij keek opzij en werd vanuit de opengeslagen krant van maandag toegelachen door een stralende Henk Bleker die met gifgroene petjes in de weer was waarop ‘Eerlijk helder Henk’ te lezen stond. Henk Bleker. Met z’n schminkloze clownskop. Omhoog gevallen paardenhandelaar. Daar had hij moeten staan. Met petjes waarop Eerlijk helder Gerd stond. Of: Gerd Leers. Duidelijke keus. Gerd Leers. Eer en geweten. Gerd Leers. Altijd integer.
Hij, die zo’n geweldige, eigenzinnige, geliefde burgemeester was geweest, had de moeilijkste post moeten bezetten. Maxime had hem persoonlijk gevraagd. Hij had getwijfeld. Maar Maxime had hem overtuigd. Hij was de enige die het kon. Met bezwaard gemoed, maar met een zuiver hart, moeilijke beslissingen nemen. Van hem zouden de mensen het pikken. Ze zouden het begrijpen. Hij zou een eerlijk, helder beleid voeren. Hard, maar fair. En na vier jaar zou hij klaar zijn om het CDA naar een klinkende overwinning te leiden.
Maar het had maar achttien maanden geduurd en niemand had hem begrepen. Aan de ene kant trokken de knuffelaars, aan de andere kant de schoppers. De huilers en de schelders. De ene kant vond ‘m te hard, de andere kant te soft. Dat bewees toch dat hij iets goeds deed. Maar niemand zag het. Hij had Jack de Vries gebeld, een week geleden. Dat hij er lang over had nagedacht. Hij was er uit. Hij was er klaar voor. Het CDA was er klaar voor. Het land was er klaar voor. Hij, Gerd Leers, had besloten om zich kandidaat te stellen voor het lijsttrekkerschap.
Er viel een stilte.
Het was Henk Bleker die daar stond. Met z’n petjes. En met Jack de Vries achter zich. De firma Schuinsmarcheerders. Voor al uw slippertjes. Dat werd niks. Gerd Leers sloeg de het document open. ‘Aan de minister voor Immigratie, Integriteit en Asiel’, las hij.
Ergens was het misgegaan.
Reacties (8)
Als het CDA voor Bleker kiest, zijn ze echt totaal de weg kwijt. Werkelijk ALLES is fout aan die man. Die gifgroene petjes zijn treffend.
Ligt het aan mij of stond er eerst een andere(treffender) foto bij het stukje?
Toch vind ik die vent een verrijking voor Den Haag. Hij is niet te beroerd om lastige standpunten te verdedigen, hij is een rasechte pragmaticus waardoor hij nogal eens opportunistisch oogt, en in al zijn eigenheid maakt hij wel eens domme fouten zoals met Mauro en het briefje. Met Bleker voor de camera wordt het zelden saai en dat is in de recente historie van CDA-politici een unicum.
En dat spindoctor Jack de Vries hem nu campagne helpt voeren,
is een teken dat hij de ultieme belichaming is van het CDA:
pragmatisch = stelletje gluiperds zonder principes.
Ik zie het zelf wat positiever.
Hoe zou het nou toch komen dat ik daar niet verbaasd van sta?
Ik ben voorstander van het partijleiderschap voor Bleker,hoe minder zetels ze overhouden hoe beter.
Die Haersma Buma zou wat dat betreft ook wel hoge (lees lage) ogen kunnen gooien. Bleker heeft natuurlijk altijd nog zijn thuisbasis, 2% groningers, 1% paardenboeren en 15% middelbare mannetjes die stiekem een beetje jaloers zijn dat zo een boer toch een jong blommetje aan zijn tuig heeft hangen.