Ik heb iemand gekend die oud klooster- en kerkmeubilair zocht en kocht. Dus de altaren, de kansel, de kerkbanken, doopvont, lambrisering, biechtstoelen – alles ging mee in de vrachtauto naar zijn werkplaats, waar alles bij elkaar kwam, en waar de geur van wierook, boenwas en heiligheid hing. Hij verzaagde en schaafde het houtwerk om er interieurs voor restaurants en cafes van te maken. De kansel werd de receptiebalie, het altaar werd de bar, zoiets. Maar, zei hij, ik maak en verkoop geen interieurs, ik maak en verkoop sfeer.
Daniel Lanois heeft ook een werkplaats, een studio waar hij muziek en liedjes van zijn sfeer voorziet. Hij zet ze in de Lanois-beits, hij voorziet de liedjes van die typische Lanois-sfeer. Soms broeierig, beetje zydeco, beetje cajun, soms loom, soms romantisch maar altijd erg herkenbaar Lanois. Dat deed hij voor o.a. Dylan, U2, Emmylou Harris, Peter Gabriel, en Brian Eno.
Daniel Lanois is geboren in het Franstalige gedeelte van Canada, dat verklaart de Franse tekst van dit lieve liedje.