The Willard Grant Conspiracy echt, een wereldband. Ze raakten iets bij mij. Ik heb hier al vaker over hen geschreven: dat je nooit dezelfde band op het podium aantrof als je een kaartje had gekocht. Dan waren ze met hun twaalven, dan stonden ze met maar zes muzikanten op het podium. Dan hadden ze weer een gastzangeres uit hun voorprogramma die met hen meezong. Dan deden ze weer iets helemaal akoestisch. Dan brachten ze een lief liedje uit hun repertoire in een rockversie. Robert Fisher was de centrale man in het geheel. Hij was de zanger en hij was ook niet echt over het hoofd te zien: groot, rijzig, baardig, met een bril. En wat een stem had hij. Hij overleed veel te vroeg.
Ik heb nog, als ik eraan denk, spijt, spijt, aan die keer dat ik met mijn boodschappenmandje in de rij stond voor de kassa van de Edah (En hoe lang is dat geleden, de Edah?) in mijn provincieplaatsje. En voor mij in de rij stond een klant, groot, lijvig, bril- en baarddragend, en hij converseerde met de caissière in het Engels. Het duurde even totdat ik het doorhad. Ik stond in de rij bij de EDAH met Robert Fisher voor me. Dat was er aan de hand.
En toen ik thuiskwam, en de boodschappentas op de tafel zette, zei ik: ‘Beetje raar verhaal, maar volgens mij stond ik in net de rij bij de Edah, achter Robert Fisher.’