Klimaatverandering is een moreel probleem
Juist de morele vragen rondom klimaatverandering staan eenvoudige oplossingen in de weg.
‘Wat kan mij het klimaat nou schelen? Wanneer de grootste veranderingen intreden ben ik toch al dood!’ Dat is een veelgehoorde reactie wanneer je mensen op hun verspillende, onduurzame gedrag aanspreekt. Onterecht. Want ook voor mensen van nu is klimaatverandering een urgent probleem: een moreel probleem, zo stelde prof. dr. mr. Herman Philipse tijdens zijn tweede lezing in de serie Klimaatverandering.
Morele vragen
Moeten we minder broeikasgassen uitstoten om zo de klimaatverandering zo min mogelijk te belasten? Of moeten we juist maatregelen nemen om onszelf te weren tegen mogelijke bedreigingen die met klimaatverandering samen gaan? Dat zijn volgens Philipse de vragen die wij ons moeten stellen. Tenminste drie morele kwesties daarbij een belangrijke rol.
Ten eerste is er de vraag hoe wij de aarde voor toekomstige generaties achter behoren te laten, zodat ook die op een leefbare wereld terecht komen. Daarnaast is er de vraag hoe de verdeling van de CO2-uitstoot moet worden geregeld. Moeten landen die vroeger veel broeikasgassen hebben uitgestoten ook de lasten daarvan dragen? Of moeten juist opkomende economieën getemperd worden in hun drang om steeds meer fossiele brandstoffen te verstoken?