Studium Generale Universiteit Utrecht

211 Artikelen
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Ontmoet befaamde wetenschappers, debatteer met denkers en luister naar schrijvers die hun drijfveren blootleggen. Studium Generale is het podium van de Universiteit Utrecht, waar studenten, docenten en andere geïnteresseerden kennis kunnen maken met alle mogelijke vakgebieden.

Studium Generale biedt iedereen de mogelijkheid kennis te maken met een vakgebied zonder verdere verplichtingen. Een toegankelijk programma op academisch niveau, te volgen zonder voorkennis. Waarom vindt de universiteit dit belangrijk? Omdat academische vorming meer is dan vakinhoudelijke kennis. En omdat de wet bepaalt dat de universiteit aandacht moet schenken aan de samenhang van wetenschappen en aan de maatschappelijke aspecten van wetenschap.

Meer informatie over ons, onze lezingen en ons nieuwsblog vind je op www.sg.uu.nl.
Foto: EU2017EE Estonian Presidency (cc)

Hoe zeg je sorry als politicus?

ACHTERGROND - “Ik zeg daar sorry voor”, “dat was een inschattingsfout” en “ik baal daar ongelofelijk van”. Dit is slechts een greep uit de vele verontschuldigingen die premier Mark Rutte de afgelopen jaren aan de kiezer deed. Onze premier is niet de enige politicus met spijt: politieke verontschuldigingen zijn wereldwijd populair. Hoe zeg je eigenlijk sorry als politicus?

Van de vele spijtbetuigingen voor het toeslagenschandaal tot de excuses van Kaag over het verloop van de evaluatie in Afghanistan: in 2021 regende het politieke verontschuldigingen in Den Haag. Critici hebben de Haagse beleidscultuur intussen omgedoopt tot ‘sorry-democratie’: een beleidscultuur waarin bewindspersonen ernstige fouten van zichzelf, of van de ambtenaren voor wie ze verantwoordelijk zijn, slechts afdoen met een excuus. Hoe kan deze toename aan politieke spijtbetuigingen eigenlijk worden verklaard? Wij spraken hierover Henri Beunders, emeritus hoogleraar Ontwikkelingen in de publieke opinie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR). Beunders is gespecialiseerd in de moderne geschiedenis van de publieke opinie in Nederland. Ook schreef hij veelvuldig over hoe de druk van de publieke opinie kan doorwerken in zowel de strafrechtbank als het politieke bestel.

Burger versus overheid

Is de toename van politieke excuses het gevolg van politici met een sterker ontwikkeld moreel kompas? Beunders denkt van niet: hij beargumenteert dat de opkomst van politieke excuses voortvloeit uit de zogeheten ‘rechtendemocratie’. “De burger waant zich tegenwoordig een soort ‘homo deus’, een koning in zijn eigen bestaan”, stelt Beunders. “Je kan het eigenlijk zien als de totale emancipatie van het individu. Wij burgers claimen als individuen recht te hebben op allerlei vrijheden, van gelijke behandeling en goede zorg tot huisvesting en privacy.” Dit zijn stuk voor stuk enorme zorgtaken die op het bordje van de overheid zijn terechtgekomen. De afgelopen decennia resulteerde dit volgens Beunders tot een dubbele houding van burgers. “Overdreven gezegd, aan de ene kant vragen we de vrijheid om te doen wat we willen, maar als het verkeerd gaat eisen we dat de overheid de schade vergoedt.” We neigen er volgens Beunders dus naar om de verantwoordelijkheid voor het realiseren van deze rechten en vrijheden alleen bij de overheid neer te leggen. Beunders: “De overheid is bovendien een makkelijke zondebok om de schuld van alles te geven als het misgaat, want die kan immers geld uitkeren”.

Foto: Elvert Barnes (cc)

‘Sorry, not sorry’: Wat als excuses een PR-strategie worden?

We zeggen niet alleen maar sorry om verantwoordelijkheid te nemen voor onze daden. Van klassieke dichters, tot moderne Big Tech-bedrijven; al eeuwen worden mooie woorden gebruikt om er vooral zelf beter van te worden. Hoe werken die retorische excuses precies? En waarom slikken we ze?

Tijdens onze zoektocht naar de waarde van verontschuldigingen, hoorden wij steeds weer: Excuses moeten gericht zijn op verbroedering. In de praktijk lijkt het woord sorry soms ook nog een andere bedoeling te hebben. Een sorry kun je ook inzetten om je eigen positie veilig te stellen en je verantwoordelijkheid juist af te schuiven. Als PR-strategie om je eigen imago te redden. Zo kleedde Chris Wetherell, ontwerper van de retweet-knop zijn excuses aan met het poëtische “We might have just handed a 4-year-old a loaded weapon. Social media is broken. And the retweet is a big reason why.” Wetherell bekende weliswaar schuld, maar kaatst met deze zinnen in feite het echte probleem terug naar de macht van ongrijpbare algoritmes. En bovendien: de retweet-knop bestaat nog steeds. Wij gingen op zoek naar het hoe en wat van de retorische sorry. Wat blijkt: de PR-excuses van vandaag de dag maken gebruik van eeuwenoude trucjes.

Dichterlijke onvrijheid

‘Ik heb echt geprobeerd om een heldendicht over U te schrijven. Maar plots dook Cupido op en stal mijn zesde versvoet. En met slechts vijf voeten in het metrum, kan ik alleen nog maar over de liefde schrijven’. Dit is, grof vertaald, waar de ‘Amores’ mee openen, de liefdespoëzie van de Latijnse dichter Ovidius. “Zijn beste woordkunsten zette Ovidius in om zijn excuses aan te bieden aan keizer Augustus”, vertelt classica prof. dr. Antje Wessels (LEI). Zij is als hoogleraar Latijnse Taal en Literatuur verbonden aan het departement voor ‘Arts in Society’. “Ik vind dit éen van de mooiste voorbeelden van een recusatio”. Een poëtisch stijlmiddel waarin een dichter uitlegt waarom hij niet in staat is zich aan zijn oorspronkelijke schrijfplan te houden, maar in plaats daarvan een andere stijl kiest.

Foto: Camille King (cc)

Excuses: de lijm voor sociale relaties?

Excuses zijn de lijm om misstappen te herstellen. Maar hoe werken ze precies? En kunnen verontschuldigingen elk conflict uit de weg ruimen?

April 2017. Frisdrankbedrijf Pepsi lanceert zijn nieuwste reclamespotje. In het filmpje zien we een vrolijke groep Black Lives Matter-demonstranten van verschillende etniciteiten door een stad bewegen, met realityster Kendall Jenner in hun midden. De sfeer is vrolijk en uitbundig. Plots komt de protesterende massa tegenover de politie te staan. De sfeer wordt gespannen. Totdat Jenner naar voren stapt. Ze biedt een agent een blikje Pepsi aan. Het geluid van het blikje doet het feest weer losbarsten.

Pepsi’s bruisende commercial probeert een positieve boodschap uit te stralen over samenzijn, gelijkheid en acceptatie. Het effect was echter minder positief. De campagne werd op sociale media overspoeld met boze reacties. Ook Kendall Jenner kreeg de volle laag.

Wat ging hier mis? Critici namen aanstoot aan de manier waarop Pepsi de Black Lives Matter-protesten portretteerde. De commercial zou hun strijd tegen racisme en onrecht niet serieus nemen. Kendall Jenner die met één blikje cola dit complexe conflict oplost? Zo makkelijk gaat dat niet. Pepsi nam de kritiek ter harte en bood zijn excuses aan door het volgende bericht te verspreiden:

“Pepsi was trying to project a global message of unity, peace and understanding. Clearly we missed the mark, and we apologize. We did not intend to make light of any serious issue. We are removing the content and halting any further rollout. We also apologize for putting Kendall Jenner in this position.”

Foto: Erwyn van der Meer (cc)

Het gevaar van terrorisme schuilt niet exclusief in de arme buitenwijken

Parijse banlieues en andere Europese arme buitenwijken worden sinds 9/11 regelmatig bestempeld als broedplaatsen voor terrorisme. Hoeveel bewijzen hebben we eigenlijk voor die claims?

In 2015 werd Parijs opgeschrikt door een aantal van schokkende terreurdaden: de aanslag op de redactie van het satirische tijdschrift Charlie Hebdo in januari en de serie aanslagen in november, waar jihadisten een bloedbad aanrichtten in de concertzaal Bataclan. In de nasleep van deze en andere aanslagen in Europese steden kwamen arme buitenwijken met een grote moslimpopulatie de afgelopen jaren onder een vergrootglas te liggen. Volgens sommige politici en media zouden terroristische netwerken in deze wijken ongestoord aanslagen kunnen voorbereiden op de westerse samenleving. Zijn deze beschuldigingen gegrond?

In de serie ‘9/11: 20 years after’, belichtten historici, antropologen, juristen en politiek wetenschappers de gevolgen van de 11 septemberaanslagen en de Global War on Terror op onze samenleving. In deze laatste lezing bespreken antropoloog dr. Luuk Slooter (UU) en Amsterdams gemeenteraadslid en fractievoorzitter Sofyan Mbarki (PvdA) hoe het nieuwe veiligheidsklimaat na 11 september ons beeld van de Europese buitenwijken veranderde. Zijn de sporen daarvan nog steeds zichtbaar? En wat waren de consequenties voor de inwoners van deze buurten?

De banlieu als terroristisch gevaar?

Antropoloog dr. Luuk Slooter bekritiseert de vaak gelegde link tussen terroristisch geweld en de Franse banlieues. Zelf deed Slooter enkele jaren onderzoek naar de Parijse voorsteden, waarbij hij ook een periode in de banlieues woonde. Daar probeerde hij van binnenuit de problemen in deze wijken te bestuderen. Was er werkelijk sprake van een voorstedelijke crisis?

Foto: Tobias Begemann (cc)

Wat je van dieren imiteren kan

Wat hebben de sluipwesp, wolf, boomkikker en termiet met elkaar gemeen? Meer dan je denkt! Steeds meer technologieën voor de mens worden namelijk geïnspireerd door het dierenrijk. Hoe leer je van de natuur?

Kijk! Een boomkikker. Daar aan het plafond. Hoe blijft het zo zitten op dat gladde oppervlak? Je zou denken dat het dier eraf glijden zou, maar dat is niet waar. Ze zullen een soort verfijnd systeem in hun vingers hebben, dat ze grip geeft zonder zich vast te klampen. Het verwondert en inspireert. Kun je dat systeem niet toepassen op een nieuwe uitvinding? Daarvoor duiken we in de wondere wereld van biomimicry.

Imiteren van de natuur

Biomimicry (biomimetica in het Nederlands) betekent letterlijk het imiteren van biologische ideeën om menselijke toepassingen uit te vinden, ze te verbeteren en duurzamer te maken. Zo laat biomimetica-onderzoeker dr. Dimitra Dodou van de TU Delft zich inspireren door dieren om nieuwe medische hulpmiddelen te ontwerpen. Gebiologeerd keek ze ooit naar de sluipwesp. Deze wesp plaatst haar eitjes met een zogenaamde legboor onder de huid van een slachtoffer. Zo’n legboor is ongekend flexibel en kan een grote hoek maken zonder ergens af te breken. Dat is interessant voor chirurgen. Bij kijkoperaties willen zij namelijk zoveel mogelijk onderhuidse ruimte kunnen ontdekken met een enkele prik door het oppervlak. Dodou en haar team onderzochten, imiteerden, testten en verbeterden de legboortechnologie van de wesp. Het resultaat: een ultradunne, stuurbare naald, die bijna niet te breken is.

Foto: Jym Dyer (cc)

Wat moeten we met plaagdieren in de stad?

ACHTERGROND - door Nienke Floor.

Vieze ziek- en bangmakers, zo staan stadsratten bekend. Hoe onwrikbaar is dat beeld? Is diervriendelijk bestrijden de beste optie voor deze plaagdieren, of kan de mens de rat ooit omarmen?

Vijfentwintigduizend zwarte ratten in één gebouw. In het noorden van India, in het dorpje Deshnoke, staat de Karni Mata Tempel. Op deze plek vereert de Hindoestaanse gemeenschap de rat. De heilige dieren lopen er vrij rond en krijgen volop te eten en te drinken. De aangevreten restjes worden door pelgrims eerbiedig buit gemaakt. En loop je een witte rat tegen het lijf? Dan heb je pas echt geluk.

In Nederland ligt dat wel anders. De meesten mensen zullen niet van geluk spreken als ze een rat over straat zien lopen. De kans dat het gebeurt wordt echter steeds groter. Het aantal ratten in de stad neemt toe. Gewenst zijn de dieren meestal niet. Met gif of andere dieronvriendelijke middelen vind de bestrijding plaats. Hoe kan het dat ratten ons hier in Nederland zo tegen de haren instrijken? Is een andere omgang met het dier mogelijk, misschien niet aanbidding, maar dan toch tolerantie?

Plaag of geen plaag? De mens bepaalt

Gemeenten en inwoners spreken momenteel vaak van een rattenplaag. Wat zorgt ervoor dat het dier op die plekken een plaag gaat vormen? Hoeveel dieren is ‘te veel’? Dat bepaalt uiteindelijk de mens, zegt plaagdierexpert dr. Bastiaan Meerburg (WUR). Als de omstandigheden, zoals klimaat en voedselvoorziening voor een soort gunstig zijn, dan zal het aantal dieren van die soort toenemen. De populatie groeit, steeds sneller, maar niet onbeperkt. Zo treedt er voedselschaarste wanneer de dieren met teveel worden. Dan zal er altijd een moment komen dat de groei weer stopt. Het ecosysteem heeft zijn ‘draagkracht’ voor die soort bereikt. Het probleem is dat dat punt vaak pas komt bij een grotere populatie dan de mens in zijn leefomgeving wil accepteren. Pas als de mens een bepaalde hoeveelheid dieren niet meer wil verdragen, dan begint men te spreken van een plaag.

Foto: wbeem (cc)

Ook in een digitale wereld kunnen we autonoom zijn

Hoe vrij zijn we in een wereld die wordt geregeerd door data en algoritmes? Is onze autonomie uit handen geven onvermijdelijk? Of kunnen we zelf, als individu, nog iets doen om onze autonomie te behouden?

“Hoe heb je afgelopen nacht geslapen?” Het is een vraag die je tegenwoordig kan beantwoorden door naar je smartwatch te kijken. In gesprek met essayisten Bas Heijne en Miriam Rasch legt filosoof Joel Anderson uit dat zijn smartwatch meer weet over zijn nachtrust dan hijzelf. Op het apparaat draaien apps die het zuurstofgehalte in zijn bloed meten en zijn slaapcyclus monitoren. Met die data is de vraag exacter te beantwoorden. Waarom zou je zulke vondsten niet gebruiken om je leven beter te maken? De mens heeft altijd hulpmiddelen nodig gehad om te overleven, en dat is nu niet anders, betoogt Anderson.

Waar Anderson optimistischer tegenover technologie staat, neigt Heijne meer naar tech-pessimisme. In 2006 was de Time person of the year: You, omdat de digitalisering de macht zou leggen bij het individu. Heijne constateert nu dat die belofte niet is uitgekomen. Het is eerder omgekeerd, het individu wordt beheerst door grote bedrijven die geld verdienen met de datastromen die we produceren. Deze twee standpunten laten zien hoe ingewikkeld het is om individuele autonomie in de digitale wereld te begrijpen. Kiezen we er zelf voor omdat het ons leven makkelijker maakt, of zijn we marionetten van Facebook, Amazon, Google en dat soort bedrijven? Wat kunnen we doen om onze autonomie online te verstevigen?

Foto: Chris Devers (cc)

Waarom we het over klasse moeten hebben

Als we praten over kansenongelijkheid, gaat het vaak over gender, sekse, religie, etnische achtergrond. Maar welke rol speelt klasse eigenlijk in de Nederlandse samenleving?

In het eerste opzicht lijkt klasse niet zeer zichtbaar in het dagelijks leven. Toch is het overal. We observeren elkaars uiterlijk, kledingstijl en gezondheid, waaraan we vervolgens aflezen en categoriseren in welke klasse de persoon in kwestie past. De alomtegenwoordigheid van klasse in de samenleving én in ons denken toont aan dat een gesprek over klasse onvermijdelijk is. Tijdens deze eerste avond in de serie ‘Kansrijk?’, gingen sociologen prof. Ineke Maas (UU), prof. Giselinde Kuipers (KU Leuven) en sociaal geograaf dr. Sanne Visser (RUG) met elkaar én het publiek in gesprek over klasse en kansenongelijkheid in Nederland.

IS NEDERLAND NOG STEEDS KAMPIOEN KANSENGELIJKHEID?

“Het onderwijs is de afgelopen jaren steeds minder een emancipatiemotor geworden”, kopte de NRC deze zomer. En De Volkskrant schreef: “Nederland was ooit kansenkampioen, maar ongelijkheid is gegroeid.” Als we dergelijke krantenkoppen moeten geloven, lijkt Nederland er niet goed voor te staan. Het idee dat we onze klasse kunnen ontstijgen is misschien lastiger dan we dachten. Is deze aanname correct?

Prof. dr. Ineke Maas heeft een meer genuanceerde kijk op de sociale mobiliteit. Zo laat onderzoek zien dat er wel degelijk sprake is van opwaartse mobiliteit in Nederland. Grotendeels is dit te danken aan veranderingen in de beroepsstructuur: een toename in de vraag naar hoger opgeleiden betekent meer mogelijkheden voor mensen om de sociale ladder te beklimmen. Maar belangrijker nog, is het volgens Maas om te kijken naar de relatieve mobiliteit: hoe zijn de kansen om op te klimmen verdeeld? Hoe groot is de kans dat een kind van een timmerman of automonteur hogerop komt, vergeleken met het kroost van een advocaat of arts? Vergeleken met andere Europese landen scoort Nederland wat betreftop dat gebied niet hoger dan de middenmoot. “Het beroep van je ouders beïnvloedt dus nog steeds in sterke mate welke kansen jij krijgt”, aldus Maas.

Foto: Peter Merholz (cc)

Zet de democratie haar tanden in de opleving van rechts-extremisme?

De afgelopen jaren won rechts-extremisme in een hoog tempo aan zichtbaarheid. Niet alleen in termen van geweld, maar ook in ideeën die steeds meer beklijven binnen de samenleving en politiek. Hoe verklaren we dat? Wie zijn de aanhangers en waar geloven ze in?

Utøya, Halle en Christchurch. Het zijn plekken waar de afgelopen tien jaar rechts-extremistische geweldplegers een bloedbad aanrichtten. Ze zijn onderdeel van een trend zich steeds duidelijker aftekent: een wereldwijde opleving van rechts-extremistisch geweld en bijbehorend gedachtegoed, dat steeds meer mainstream lijkt te worden.

Om deze gewelddadige dreiging te begrijpen, is het belangrijk de achtergrond ervan te onderzoeken: want waar hebben we het eigenlijk over wanneer we praten over rechts-extremisme? Wie zijn haar aanhangers en waar geloven ze in? Wanneer en waarom noemen we rechts-extremisme een probleem – en wat kunnen we ertegen doen? Tijdens ‘De terugkeer van rechts-extremisme’ zochten politicoloog prof. dr. Sarah de Lange (UvA), historicus prof. dr. Beatrice de Graaf (UU) en rechts-extremisme expert dr. Nikki Sterkenburg naar antwoorden.

Wat is rechts-extremisme?

Om de opleving van rechts-extremisme te begrijpen, is de politiek een goed beginpunt. Daar zie je namelijk dat radicaal-rechtse en extreemrechtse standpunten, door heel Europa, steeds dominanter zijn geworden binnen politieke partijen. De Lange brengt een onderscheid aan tussen radicaal- en extreemrechts. Wat ze verbindt is het geloof dat bestaande ongelijkheid, bijvoorbeeld tussen mannen en vrouwen, wit en zwart, een natuurlijk gegeven is, dat de voorwaarde vormt voor het goed functioneren van een samenleving. Een antigelijkheidsdenken dus, waar een exclusieve definitie van de natie uit voortkomt. Pas je je niet goed aan of hang je praktijken aan die buiten de ‘normen en waarden’ van de natie vallen? Dan ben je een bedreiging.

Een belangrijk verschil tussen radicaal-rechts en extreemrechts, is dat de eerste anti-liberaal democratisch is, en dus de principes van de democratie aanhangt, terwijl de laatste antidemocratische ideeën onderschrijft. Volgens De Lange treedt er de laatste tien jaar een belangrijke verandering op: rechts-extremistische ideeën, in de vorm van samenzweringstheorieën, geweldsoproepen of antisemitische uitingen, druppelen langzaam maar zeker de radicaalrechtse partijen binnen. Een belangrijke prikkel hiervoor is dat veel gevestigde rechtse én linkse centrumpartijen radicaal-rechts gedachtegoed, oftewel wat “milder” gedachtegoed, normaliseren en zelfs overnemen. Radicaal-rechtse partijen ruiken concurrentie, en verhuizen naar het extremere. Een kettingreactie dus, waardoor de weg naar extreemrechts steeds beter geplaveid wordt. En die weg stopt niet bij de politiek, maar loopt door naar hun aanhangers in de samenleving.

Een controversiële vraag

Precies die groep is de focus van het onderzoek van Sterkenburg. Voor haar promotieonderzoek interviewde ze tientallen radicaal- en extreemrechtse activisten. Wie ze zijn? De antwoorden zijn uiteenlopend. “De nieuwe generatie radicaal- en extreemrechts”, de ondertitel van haar nieuwe boek, is namelijk niet gemakkelijk te herleiden tot één beweging: hun motivaties zijn zo verschillend als hun achtergrond. Ze variëren van rechtsvaardigheidszoekers die voelen dat de overheid hun onrecht heeft aangedaan, tot de alt-right intellectuele stroming die binnen rechts-extremistische bewegingen een plek vindt voor haar ideologie. De één maakt via spandoeken een statement, de ander infiltreert politieke partijen via vrijwilligerswerk om rechts-extremistisch gedachtegoed te normaliseren. Maar als dit alles gebeurt binnen de grenzen van een democratie, dan is het toch geen probleem?

“Een controversiële vraag”, noemt historicus prof. dr. Beatrice de Graaf (UU) dat. Ze onderzoekt politiek geweld en terrorisme, waarin een duidelijke wetsgrens aanwezig is: geweld is strafbaar. Actief zijn in rechts-extremistische bewegingen is dat niet. Toch ziet De Graaf wel een problematische verbinding tussen de normalisering van radicaal- en extreemrechts gedachtegoed, zoals gebeurt in de politiek, en het creëren van een permissieve, of een “meegaande” context, voor radicale extremisten die overgaan tot geweld. “Het gedachtegoed steunt elkaar, ze voelen zich gedragen”, legt De Graaf uit. Onder politicologen is dit ook een actuele discussie, voegt De Lange daaraan toe. Werkt het normaliseren van radicaal-rechts gedachtegoed in de politiek rechts-extremistisch geweld niet in de hand, of functioneert het als een soort ventiel?

Een democratie met tanden?

Is rechts-extremisme dus pas problematisch als er geweld bij komt kijken? Niet volgens Sterkenburg, die tijdens haar onderzoek ook veel in aanraking kwam met de polariserende effecten van radicaal- of extreemrechtse ideeën. “Het is ontzettend maatschappelijk ontwrichtend als een vocale groep dag in dag uit roept dat bepaalde etnische en religieuze minderheden er niet horen te zijn in Nederland”, vertelt ze. En daar waar geweld illegaal is, is dat een stuk minder evident als het gaat om woorden: het is behoorlijk lastig te verkopen aan rechts-extremisten waarom ze iets niet zouden mogen zeggen, terwijl politici ondertussen zonder blad voor de mond erop los twitteren. Hoe pak je dat aan?

Een van de manieren om dat voor elkaar te krijgen, zit momenteel in de vorm van een wetsvoorstel in de pijplijn. Nederland is een bijzonder land in democratisch opzicht, legt De Lange de context uit. In onze grondwet staat namelijk nauwelijks iets neergepend over politieke partijen als bestuurlijke organisatie. Het nieuwe wetsvoorstel maakt het mogelijk om partijen te reguleren, en, als ze niet aan de eisen van de wet voldoen, te verbieden. Een “democratie met tanden” dus, die, naar het voorbeeld van Duitsland na de Tweede Wereldoorlog, kan voorkomen dat partijen die antidemocratische geluiden laten horen aan de macht komen.

Maar wetten alleen zijn niet genoeg, zijn De Graaf en De Lange het eens. Ook de normalisering van rechts-extremistische ideeën moeten aangepakt. Hoe kun je anders duidelijk grenzen afbakenen wat is toegestaan binnen de democratie en niet? Maar bovenal is het een kwestie van grondig broeden op misschien wel de meest fundamentele vraag die aan het wetsvoorstel ten grondslag ligt: binnen welk democratisch ideaal willen we dan wel leven in Nederland?


Dit artikel verscheen eerder bij Studium Generale Utrecht
.

Foto: roger901 (cc)

Instagram, de Kardashians en het onhaalbare schoonheidsideaal

De Noorse regering wil een einde maken aan het optisch bedrog op Instagram. Influencers moeten het vanaf nu melden als zij hun lijf of huid bewerken in een gesponsorde post. Met de wetgeving hoopt men de ‘lichaamsdruk’ te verminderen. Wat is die druk? En hoe is die ontstaan? Een artikel van Laura Mol, eerder verschenen op Studium Generale Utrecht.

Even de taille innemen, je jukbeen verscherpen, de billen vergroten en de spieren accentueren. Met Photoshop en andere foto-bewerkingsprogramma’s is het een fluitje van een cent. Er zijn zelfs standaard filters die dit voor je doen. Geloof niet wat je ziet op het internet is een goede stelregel, maar geloof al helemaal niet wat je ziet op Instagram. Op dit sociale medium is bijna geen ‘echte’ foto te vinden. De toeristische trekpleisters zijn té verlaten, de landschappen en veganistische salades té kleurrijk, en de lichamen té onbereikbaar. Volgens de Noorse regering is actie nodig. Zij komt met nieuwe wetgeving. Influencers, oftewel personen op het platform met veel volgers, moeten een waarschuwingslabel gaan toevoegen als ze op gesponsorde beelden hun lichaam of huid hebben geretoucheerd. Hopelijk beschermt dat hun volgers, veelal jonge mensen, tegen ‘lichaamsdruk’.

Lichaamsbeelden

Hoe beïnvloeden onrealistische lichamen op social media ons eigen lichaamsbeeld? Wie zijn daar gevoelig voor? En moeten we ons druk maken over schoonheidsidealen? Tijdens de avond ‘Je bent al mooi’ in de reeks ‘Van wie is het vrouwenlichaam?‘ gingen we daarover in gesprek. Prof. Liesbeth Woertman, emeritus hoogleraar Psychologie (UU) legt uit dat je lichaamsbeeld afhangt van met wie je jezelf vergelijkt en tot wie je je verhoudt. In een bejaardencentrum voelt iemand zich misschien fit en gezond. Maar tussen prachtfoto’s van fitnessmodellen vindt diezelfde persoon zichzelf een onvolmaakte slungel. Woertman stelt dat kinderen die zich tijdens de opvoeding geliefd voelen vaak een sterker zelfbeeld ontwikkelen. Negatieve ervaringen hebben het omgekeerde effect. Dit heeft allerlei vervelende consequenties in het verdere leven, maar één ervan is dat mensen gevoelig worden voor te veel vergelijking. Die vergelijking gebeurt in 2021 natuurlijk aan de lopende band. “Je laat duizenden ideaalbeelden per dag in je hersenen toe”, zegt Woertman. “Daar kun je natuurlijk nooit tegenop. Beelden komen binnen en doen hun werking onbewust. Dus probeer dat te minimaliseren. Je hebt er niets aan.”

Foto: Yuri Samoilov (cc)

Radicalisering in coronatijd: welke kant gaan we op?

Met elke nieuwe versoepeling lijkt het einde van de coronacrisis in zicht te komen. Een crisis die in het begin zorgde voor verbroedering en veerkracht, maar later voor demonstraties, rellen en geweld. Meerdere corona-teststraten zijn vernield, medewerkers van het ziekenhuis of het openbaar vervoer werden belaagd en politici, OMT-leden en RIVM-topman Jaap van Dissel met de dood bedreigd. Ook hier in Utrecht maken de instanties zich zorgen over toenemende radicalisering, in het bijzonder corona-gerelateerde radicalisering, dikwijls aangezwengeld door complotdenken. Waarom vormt de coronacrisis een voedingsbodem voor deze vorm van radicalisering? Wie zijn de mensen die neigen naar extreem gedachtegoed en potentieel gewelddadig complotdenken? Wat kunnen we ertegen doen? Tijdens de laatste avond in de serie ‘Hoe krijgen we vat op extreem gedachtegoed?’ gingen sociaal psycholoog prof. Kees van den Bos (UU), historicus en terrorisme-expert prof. Beatrice de Graaf (UU) en Operationeel Expert Wijkagent Rogier Donk met elkaar in gesprek over het fenomeen en de dreiging van corona-gerelateerde radicalisering.

Kwestie van actie – reactie

“In crises als deze moet je met 50 procent van de kennis 100 procent van de besluiten nemen, en de gevolgen daarvan dragen,” sprak premier Rutte tijdens een persconferentie in maart 2020. In de maanden die volgden ervaarden veel mensen gevoelens van angst en onzekerheid, want niemand wist precies wat er aan de hand was en wat er nog ging komen. Het merendeel van de Nederlanders, ruim 70%, heeft vertrouwen in de overheid en de kennis van de experts. Maar voor 8-10% van de bevolking leidt onzekerheid tot ontevredenheid. Ze voelen zich machteloos en wantrouwen de overheid, het coronabeleid en de bijbehorende maatregelen. Dat maakt hen vatbaar voor extremistische gedachten en complottheorieën, en vormt daarmee een goede voedingsbodem voor radicalisering.

Foto: Hibr (cc)

Partnergeweld is niet alleen een privéprobleem

COLUMN - van Eline Kraaijenvanger

Rapper Lil’ Kleine wordt verdacht van mishandeling. Hij zou zijn verloofde Jaimie Vaes hebben geslagen. Na de reactie van de pers en publiek op het voorval, vroegen ze om tijd en rust. Toch zou er niet minder, maar meer aandacht moeten zijn.

Wat een ontspannen vakantie op Ibiza zou moeten zijn voor rapper Lil’ Kleine en zijn verloofde Jaimie Vaes, veranderde zondagnacht 22 mei in een nachtmerrie. Vaes rende toen ‘gewond en bebloed’ en met gescheurde kleding de hotellobby binnen. Haar telefoon en de hotelkamer zouden door Lil’ Kleine zijn vernield. Ze zou door hem op haar hoofd zijn geslagen met een wijnfles; er waren drugs in het spel. Je gaat zo met heel andere oren naar het nummer ‘Drank en Drugs’ luisteren.

Na een nacht in de Spaanse cel, werd de rapper voorwaardelijk vrijgelaten: er zou onvoldoende bewijs zijn. Niet veel later bracht het stel een gezamenlijk statement naar buiten waarin ze te kennen gaven dat “de geruchten die rondgaan omtrent dit incident absoluut niet waar [zijn]”. Ze zeggen verder veel van elkaar te houden en vragen om tijd en rust om de “gebeurtenissen” te verwerken. Dat is hoe het vaak gaat in dit soort situaties, vertelt prof. dr. Renée Römkens in het NRC: “We behandelen partnergeweld als een hyperindividueel probleem, waar buitenstaanders buiten moeten blijven.” Maar, benadrukt ze, hoewel het zich in de privésfeer afspeelt, is het tegelijkertijd een maatschappelijk probleem – verbonden met maatschappelijke issues.

Vorige Volgende