Wetenschap een falend systeem?
COLUMN - Universiteiten hebben twee taken: het verrichten van wetenschappelijk onderzoek en het verzorgen van wetenschappelijk onderwijs. Beide hebben problemen. Allereerst maar eens dat onderzoek. Veel burgers en politici denken dat wetenschappers gedreven door nieuwsgierigheid op zoek zijn naar de waarheid. Als wetenschappers genoeg geld krijgen, lossen ze maatschappelijke problemen vanzelf op.
De werkelijkheid is anders, erg anders. Natuurlijk levert de wetenschap een niet te onderschatten bijdrage aan de maatschappelijke vooruitgang. Onze wereld is zonder wetenschap volstrekt onvoorstelbaar. Maar wetenschap biedt geen absolute zekerheid en tussen wetenschappers bestaat veel onenigheid. Aan het front van de wetenschap woedt een felle strijd tussen wetenschappers met verschillende ideeën en vooral ook verschillende belangen. Het betekent dat wetenschappers complexe maatschappelijke kwesties – klimaatverandering of schaliegasboringen – helemaal niet kunnen oplossen. Ze kunnen alleen een bijdrage aan de discussie leveren. Politici en burgers moeten daarna zelf de argumenten wegen. Dat is even wennen.
Prestatiedruk
Deze rommelige gang van zaken is mede ontstaan door de ‘economisering’ van de wetenschap. Wetenschappers zijn gewone mensen wier salaris en carrière afhangen van hun wetenschappelijke prestaties. Met die resultaten proberen ze beurzen te krijgen of vaste banen te verwerven. Dat leidt als vanzelf tot publicatiedruk. Die nog eens wordt verzwaard door het idee dat de kwaliteit van wetenschappers te meten valt via het aantal publicaties en bovenal door de tijdschriften waarin die publicaties verschenen zijn. Dit is een aantrekkelijke veronderstelling omdat het wetenschappelijke kwaliteit reduceert tot een paar getallen, en daar zijn managers dol op. Niets is echter minder waar. Het resultaat is namelijk dat wetenschappers veel artikelen publiceren. Héél véél. Nederlandse wetenschappers schreven in 2011 mee aan meer dan 70.000 artikelen. Maar zit de maatschappij te wachten op al die stukken? Het afrekenen op aantallen gepubliceerde artikelen, plus de persoonlijke carrièremotieven van wetenschappers, zet de kwaliteit onder druk. Het levert veel matige, oninteressante, soms slechte, en een enkele keer zelfs frauduleuze publicaties op die de wetenschap niet dienen, maar die onderzoekers nodig hebben om te overleven. Fraudegevallen zoals Diederik Stapel zijn geen unieke excessen, maar symptomen van een falend systeem.