Studium Generale Universiteit Utrecht

208 Artikelen
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Ontmoet befaamde wetenschappers, debatteer met denkers en luister naar schrijvers die hun drijfveren blootleggen. Studium Generale is het podium van de Universiteit Utrecht, waar studenten, docenten en andere geïnteresseerden kennis kunnen maken met alle mogelijke vakgebieden.

Studium Generale biedt iedereen de mogelijkheid kennis te maken met een vakgebied zonder verdere verplichtingen. Een toegankelijk programma op academisch niveau, te volgen zonder voorkennis. Waarom vindt de universiteit dit belangrijk? Omdat academische vorming meer is dan vakinhoudelijke kennis. En omdat de wet bepaalt dat de universiteit aandacht moet schenken aan de samenhang van wetenschappen en aan de maatschappelijke aspecten van wetenschap.

Meer informatie over ons, onze lezingen en ons nieuwsblog vind je op www.sg.uu.nl.
Foto: Alexandre Dulaunoy (cc)

Verantwoordelijk voor welvaart

INTERVIEW - Bald de Vries, universitair docent en onderzoeker rechtstheorie en staats- en bestuursrecht aan de Universiteit Utrecht, over eigendom, gebruiksrecht en verantwoordelijkheid.

Hoe belangrijk is het begrip eigendom?

‘De notie van individueel eigendom is een organiserend principe van onze Westerse maatschappij. Het is de kurk waarop de marktgeoriënteerde economie drijft. Om de markteconomie goed te laten functioneren hebben we een stelsel van eigendomsrechten ontworpen. Vanuit dit perspectief kan het recht op individueel eigendom ook opgevat worden als een centraal mensenrecht dat bepalend is voor hoe de moderne, westerse samenleving functioneert.’

Verantwoordelijk?
‘Bezit impliceert een exclusief gebruiksrecht. Dat wat van jou is, daarover ben je soeverein, althans dit is het uitgangspunt. Eigendom betekent gebruik, maar ben je ook verantwoordelijkheid voor de effecten van dat gebruik?

De moderne, westerse samenleving wordt gekenmerkt door industrialisering en democratisering binnen staten. Burgers participeren in de productie van welvaart binnen de natiestaat en participeren in de verdeling van die welvaart via hun democratische rechten. De productie van welvaart, en het gebruik daarvan in de vorm van eigendom heeft echter neveneffecten die meer en meer zichtbaar worden op mondiaal niveau. In zijn klassieker The Risk Society noemt de Duitse sociaaltheoreticus Ulrich Beck deze neveneffecten ‘risico’s’. Neem jij verantwoordelijkheid voor de effecten van het gebruik van je spullen?’

Foto: nik gaffney (cc)

Op ’t randje – of erover?

COLUMN - Over wetenschap op het randje, of er overheen.

Ik zat alleen op mijn chique kamer op de Groningse universiteit. Ik had de deur extra goed dichtgedaan en mijn bureau extra goed opgeruimd. Alles moest netjes en overzichtelijk zijn. Geen troep. Ik opende het bestand met de gegevens die ik had ingevoerd en maakte van een onverwachte 2 een 4 en een eindje verder in de matrix van een 3 een 5. Het voelde niet goed. Ik keek angstig om me heen. De gegevens dansten voor mijn ogen. Als de resultaten nét niet zijn wat je zo vurig had gehoopt; als dit al je derde experiment is over dit onderwerp en die andere twee wel goed zijn gelukt; als je weet dat elders op de wereld andere onderzoekers ook met dit soort experimenten bezig zijn en wel succes hebben – dan kun je de resultaten toch wel een klein beetje aanpassen?

Aan het woord is – u raadt het al – Diederik Stapel, in zijn egodocument Ontsporing. Wat hij deed was duidelijk over het randje, ook in sociaal opzicht, omdat hij in zijn val een heel rijtje jonge collega’s meetrok. De ernst daarvan lijkt hij niet te beseffen. In de verklaring die hij op TV voorlas ging het vooral over hemzelf en zijn te verschijnen boek. De excuses aan zijn collega’s klonken vlak en plichtmatig.

Foto: nasa hq photo (cc)

Meer bèta-meisjes gezocht

ACHTERGROND - Nederland loopt achter wat betreft het aantal vrouwen dat afgestudeerd is in een béta-vak. Talloze initiatieven van de overheid en de sector moeten dat verhelpen, maar uiteindelijk spelen ook stereotypen en verwachtingspatronen een rol.

Nederland heeft een groot tekort aan mensen in de bètasector. Vorige week werd het techniekpact tussen overheid, werkgevers, werknemers en het onderwijs getekend om te zorgen dat meer mensen de techniek in gaan. Vooral vrouwen kiezen deze richting weinig en daar kunnen we wat aan doen.

Meisjes scoren over het algemeen even hoog als jongens op exacte vakken als natuurkunde en wiskunde, maar toch kiezen minder meisjes voor een bètastudie of bètaprofiel. Nederland heeft in vergelijking met andere Europese landen het laagste aantal vrouwelijke afgestudeerden in een bètarichting. Hoe kunnen we meisjes enthousiast maken voor technische beroepen? En waarom kiezen zo weinig meisjes op de middelbare school voor een technische richting?

Spelen met techniek

Minister Bussemaker kwam vorige week in het nieuws met haar hoofdlijnenbrief over het emancipatiebeleid, waarin ze ook in gaat op het verschil tussen jongens en meisjes in het onderwijs. Dat meisjes minder vaak kiezen voor technische opleidingen en jongens minder vaak voor opleidingen in de zorg, lijkt onder andere een gevolg te zijn van genderstereotypen. Om bètaprofielen populairder te maken kwam ze eerder al met een voorstel waarin kinderen al op de basisschool meer met techniek in aanraking komen. Techniek moet worden verweven in andere vakken, zodat de kinderen vaardigheden leren die voor wetenschap en techniek belangrijk zijn. Maar hoe geef je les in techniek als je zelf niet zo’n bètaknobbel hebt? Ook pabo-studenten moeten meer weten van techniek. Daarom wordt vanaf 2014 het vak ‘natuur en techniek’ ingevoerd, om ervoor te zorgen dat pabo-studenten genoeg kennis hebben om de bètakant van leerlingen te stimuleren en ze hier enthousiast voor te maken.

Foto: Thompson Rivers University (cc)

Steven Pinker over ‘ons betere ik’

Verschillende historische ontwikkelingen hebben er voor gezorgd dat je de kans dat je door agressie om het leven komt nog nooit zo klein is geweest als nu.

De mens heeft het goede en het kwade beide in zich verenigd, maar het goede heeft de overhand gekregen. Volgens Harvard psycholoog Steven Pinker is de wereld er een betere plek op geworden in de loop der tijd. De kans dat je door agressie om het leven komt, is nog nooit zo klein geweest. Dat ‘ons betere ik’ de boventoon is gaan voeren, heeft te maken met een aantal historische ontwikkelingen. Het ontstaan van staten, de drukpers, handel en de Verlichting zijn hier voorbeelden van. ‘The long term trend is that violence of all kinds is decreasing,’ aldus Pinker. Maar hoe zetten we deze trend voort?

Tijdens de jaarlijkse 4 mei-herdenkingslezing geeft Pinker direct toe: de afname van geweld is niet continu geweest, het is nog lang niet uitgebannen en het is absoluut niet gegarandeerd dat de afname standhoudt. Elke oorlog en elk slachtoffer van geweld is er één teveel. Toch is het goed de wereld zoals die vandaag de dag is eens in perspectief te plaatsen. Wat zien we dan?

Geweld in perspectief

Vijftien procent van menselijke prehistorische beenderen en skeletten dragen sporen van fysiek trauma. Vergelijk dit met de ‘bloedige twintigste eeuw’ met al haar oorlogsdoden, slachtoffers van hongersnoden en ziektes die voortkwamen uit oorlogen, en genocides. Je komt dan uit op drie procent. Maar is de twintigste eeuw dan niet de meest bloedige sinds het ontstaan van de beschaving en staten? Zelfs dat niet. Pinker maakt de vergelijking met de negentiende eeuw: de napoleontische oorlogen kostten aan 4 miljoen mensen het leven, de Taiping-opstand in China aan 20 miljoen mensen, de Amerikaanse Burgeroorlog aan 650.000 mensen, de veroveringen van Shaka Zulu aan 1 tot 2 miljoen en de Oorlog van de Drievoudige Alliantie betekende het einde voor 60 procent van de Paraguyaanse bevolking. Daarnaast is het aantal moorden per hoofd van de bevolking drastisch gedaald, evenals vervolging vanwege religieuze overtuiging, hekserij of overspel. En ook het type vervolging is minder gewelddadig geworden. Martelen komt sinds 1850 in Europese landen niet meer voor en de doodstraf is in elke westerse democratie afgeschaft behalve in de Verenigde Staten. Door de afschaffing van slavernij in Mauritanië in 1980 leven we voor het eerst in een tijd dat slavernij overal ter wereld illegaal is.

Foto: rosefirerising (cc)

‘En ze kan ook nog lekker koken’

ANALYSE - Als een vrouw succesvol is in de wetenschap, wordt er standaard melding van gemaakt hoe ze haar werk combineert met haar gezinsleven. Van mannen kom je dat zelden te weten. Is dit echt 2013?

Elise Andrew beheert het populaire wetenschapsblog I fucking love science, waarop ze dagelijks interessante wetenschapsnieuwtjes plaatst. Dat veel mensen niet wisten dat een vrouw het weblog beheert, bleek uit de opmerkelijke reacties op een link die Andrew plaatste naar haar twitteraccount. ‘I had no idea you were a female.’ ‘You mean you’re a female and you’re hot? I just liked science a little bit more today.’

In een interview naar aanleiding van alle verbaasde reacties zei ze nooit te hebben willen verbergen dat ze een vrouw is. Toch waren de lezers van haar blog er automatisch vanuit gegaan dat er een man achter dit blog zat. Andrew schijft haar blog niet als “vrouwelijke wetenschapper”, maar als wetenschapper, omdat dit net zo goed vrouwen als mannen kunnen zijn. Maar het mannelijke geslacht lijkt de standaard. Het feit dat iemand een vrouw is, wordt vaak apart vernoemd. Ook in berichtgeving over wetenschap bestaat deze bias.

Naast de vermelding dat de wetenschapper een vrouw is, vult men stukken aan met opmerkingen als ‘ze ook zo goed kan koken’ en dat ze ‘haar baan en gezinsleven perfect combineert’, terwijl je zou hopen dat stereotypes rondom ‘mannenberoepen’ en ‘vrouwenberoepen’ tegenwoordig een stuk minder zijn. Elise Andrew reageerde dan ook erg verbaasd over alle reacties op haar weblog en plaatste als reactie terug: ‘EVERY COMMENT on that thread is about how shocking it is that I’m a women! Is this really 2013?’

Foto: Mike Licht (cc)

Tegendenkers | Niemand snapt het kapitalisme

OPINIE - Bewijst de economische crisis het ongelijk van het kapitalisme, zoals Denker des Vaderlands Hans Achterhuis beweert? Allerminst, vindt student Yernaz Ramautarsing.

Ayn Rand (1905-1982), de in de VS populaire Joods-Amerikaans-Russische schrijfster, was in Nederland tot een paar jaar geleden een vergeten filosofe. Het was Denker des Vaderlands Hans Achterhuis die haar herintroduceerde in het academische debat door haar te beschuldigen van het veroorzaken van de huidige financiële crisis. Dat deed hij in zijn boek ‘De utopie van de vrije markt’ (2010), waarvan dertigduizend exemplaren verkocht zijn. Hoe is dit verkoopsucces te verklaren? De sleutel is níet de onbekende Ayn Rand, maar Alan Greenspan, voormalig voorzitter van de Federal Reserve (Fed), het stelsel van Amerikaanse centrale banken. Hij is volgens Achterhuis verantwoordelijk voor onze financiële crisis en tevens de belangrijkste intellectuele volgeling van Ayn Rand.

In zijn jongere jaren was Alan Greenspan een leerling van Ayn Rand en behoorde hij tot haar intieme kring. In die tijd ontwikkelde Greenspan zijn visie op de economie; in 1965 leverde hij een bijdrage aan het boek ‘Capitalism: The Unknown Ideal’ van Ayn Rand. Daarin schrijft hij over de Fed hoe dit instituut ingegrepen had tijdens de crisisjaren dertig: het had geld de economie ingepompt en zo speculatieve investeringen aangewakkerd. Deze inmenging verstoorde het evenwicht op de markt. Dit leidde uiteindelijk tot gebrek aan vertrouwen onder handelaren. Greenspan: ‘Het resultaat was het ineenstorten van de Amerikaanse economie.’

Foto: DonkeyHotey (cc)

Tegendenkers | Kapitalisme: verraden ideaal?

OPINIE - De hogepriesteres van het kapitalisme, Ayn Rand, en haar trouwe volgeling Alan Greenspan creëerden een utopie die onhoudbaar bleek.

Wat bepaalde de invloed van filosofe Ayn Rand op econoom Alan Greenspan? Bij het debat daarover zijn drie uitgangspunten fundamenteel. In de eerste plaats gaat een bekende sociologische wetmatigheid op over sektes of kleine groepen die pretenderen een absolute waarheid in pacht te hebben. Daarin komen vaak spanningen voor, gevolgd door uitstotingen van leden.

Mooi voorbeeld: de objectivisten, aanhangers van de filosofie van Ayn Rand. Zowel tijdens haar leven als na haar dood, werd er heftig gestreden over de ware leer. De meest spectaculaire breuk in de groep jonge bewonderaars die zij om zich heen verzamelde (en die, wonderlijk genoeg gezien haar nadruk op het belang van het individu, The Collective heette), was met Nathaniel Branden. Deze psycholoog was officieel de belangrijkste vertegenwoordiger van het objectivisme naar de buitenwereld, en stond bekend als de door haarzelf aangewezen opvolger van Rand. De groepsleden wisten niet dat hij, ondanks het grote leeftijdsverschil, in het geheim ook haar minnaar was.

Toen uitkwam dat Branden de voorkeur aan een jongere vrouw had gegeven, werd hij op staande voet door Rand geëxcommuniceerd. In veelvoud ging er een officiële verklaring uit dat hij een verrader van de leer was en dat hij niet meer namens de beweging mocht spreken. Iedere objectivist moest zich voortaan van contacten met Branden onthouden. Een van de eersten die, zonder enig nader onderzoek, de publieke verklaring blind ondertekenden, was Alan Greenspan.

Foto: Robert Sheie (cc)

De nieuwe kleren van de SP | Deel 2

OPINIE - De SP belichaamt een knusse revolutie, zegt Ronald van Raak in antwoord op Hans Achterhuis. Wie gevaarlijke utopisten zoekt, kan beter naar de neoliberalen kijken met hun geloof in de markt.

Utopie is een scheldwoord. Als ik u uitmaak voor ‘utopist’, betekent dat weinig goeds. U bent naïef, u bent wereldvreemd, u gelooft in iets wat niet kan.

Ik ben socialist. Volgens sommigen ben ik daarmee ook een utopist die vasthoudt aan het verleden, aan een abstracte theorie, aan iets wat toch nooit zal komen. Ik op mijn beurt beschuldig juist politieke tegenstanders van geloof in een utopie. Liberalen die geloven dat de markt als vanzelf vrede en voorspoed zal brengen. Een utopie die onze economie in een crisis heeft gebracht, publieke voorzieningen in de uitverkoop heeft gedaan en de tegenstellingen in onze samenleving heeft vergroot. Een utopie is gevaarlijk. Zij is geen ideaal, geen droom van een betere wereld, maar een dogma dat diep ingrijpt in het leven van mensen.

Nederlanders houden niet van utopieën. Wij vinden onszelf gematigd, praktisch en nuchter. De werkelijkheid is anders. Ook wij laten ons graag meeslepen. Door verhalen van angst: van moralisten die de afbraak vrezen van onze moraal, of van milieuactivisten die de ondergang voorspellen van onze aarde. We laten ons ook graag meevoeren door verhalen van hoop: door idealen van liberalen, die spreken over de ongekende mogelijkheden van het individu, of van socialisten, die prachtige vergezichten schetsen over waar we samen toe in staat zijn. Wanneer wordt een ideaal een utopie? Wanneer maakt een verhaal ons enthousiast om dingen te verbeteren, wanneer ontneemt het ons het zicht op de werkelijkheid?

Foto: Robert Sheie (cc)

De nieuwe kleren van de SP | Deel 1

OPINIE - Achter de rug van de vriendelijke SP doemt het utopische spook op, waarschuwt Denker des Vaderlands Hans Achterhuis. SP’er Ronald van Raak dient hem van repliek.

Je wordt slimmer als je mensen ontmoet die het niet met je eens zijn. Daarom gaat Denker des Vaderlands Hans Achterhuis in een reeks gesprekken in debat met Tegendenkers. Het debat waarvan de lezingen hier staan afgedrukt, vond plaats in Utrecht en ging over utopieën.

Vandaag het essay van Hans Achterhuis. Morgen op dezelfde tijd het antwoord van SP’er Ronald van Raak.

HANS ACHTERHUIS

Linkse filosofiestudenten maakten mij uit voor fascist, en een progressieve predikant noemde mij een doodzieke cynicus, toen ik in de jaren negentig mijn kritiek op utopisch denken en handelen begon te ontwikkelen.

Dit soort kwalificaties raakte mij wel emotioneel – het is nooit leuk om in het openbaar uitgescholden te worden – , maar niet intellectueel. Het liet mij juist zien dat ik intellectueel op het goede spoor zat.

Wanneer een bepaald slag linkse ijveraars zonder enige argumentatie zo giftig reageerde op mijn kritiek op de utopie, liet dat scherp uitkomen hoe centraal, ja, zelfs onmisbaar, dit laatste begrip kennelijk voor hen was. Dat strookte met de intuïtie op grond waarvan ik mijn onderzoek naar het utopisch bewustzijn ondernomen had.

Foto: Marco Derksen (cc)

Waarom de Nederlandse jeugd het gelukkigst is

ACHTERGROND - Nederlandse jongeren zijn de gelukkigste jongeren in het Westen omdat er in ons land veel nadruk wordt gelegd op de sociale relatie. Dat betoogde Wilma Vollebergh, hoogleraar jeugdstudies, in een lezing van Studium Generale.

Uit onderzoek blijkt dat Nederlandse kinderen het gelukkigst zijn van heel Europa en Noord-Amerika. Daarbij speelt welvaart een rol, maar uit onderzoek komt naar voren dat vooral de sociale omgeving belangrijk is. Hoe ziet de sociale omgeving van een gelukkig kind er uit? Wat is er zo opvallend aan de sociale omgeving van kinderen in Nederland?

Veranderende jeugdfase

De afgelopen decennia hebben enorme veranderingen plaatsgevonden in de jeugdfase. Vandaag de dag zijn kinderen gelukkig, maar was dat vijftig jaar geleden ook zo? Was de generatie van opa’s en oma’s net zo door het fortuin begunstigd? Een belangrijke verandering die tegenwoordig in de jeugdfase wordt geconstateerd is het naar voren geschoven ‘exit kindertijd’ en het naar achter geschoven ‘entree volwassenheid’. Dat betekent dat er een lange transitietijd bestaat tussen de ‘jeugd’ en ‘vaste verplichtingen’. Een andere, duidelijke verandering is terug te zien in seksualiteit. Vroeger was voortplanting onlosmakelijk verbonden met seks. Je ging tenslotte als maagd het huwelijk in. Tegenwoordig wordt seks door de jeugd vaak niet meer rechtstreeks verbonden met voortplanting.

Foto: @Doug88888 (cc)

Een beetje medicalisering is zo gek nog niet

OPINIE - De gezondheidszorg is soms een gevaar voor de gezondheid, vindt Hans Achterhuis. Welnee, reageert Margo Trappenburg, een beetje medicalisering is juist goed.

In een reeks avonden van Studium Generale Utrecht en artikelen in Trouw gaat Denker des Vaderlands, Hans Achterhuis, in gesprek met Tegendenkers. Het tweede gesprek vond vorige week plaats, met Margo Trappenburg. Zij is bijzonder hoogleraar sociaal-politieke aspecten van de gezondheidszorg en de overlegeconomie aan de Universiteit van Amsterdam. Gisteren op Sargasso het betoog van Hans Achterhuis. Vandaag het antwoord van Margo Trappenburg.

MARGO TRAPPENBURG

Mensen worden soms ziek door artsen, ziekenhuizen en medicijnen, de zogeheten iatrogenese. Kunnen we er iets tegen doen, vraagt Hans Achterhuis zich af. Mijn antwoord luidt: ja, maar ik weet niet of we dat willen en ik vind het niet voor elk soort iatrogenese verstandig.

We onderscheiden klinische, sociale en structurele iatrogenese. Om bij de eerste, kinische iatrogenese te beginnen: mensen worden ziek door medische fouten en door bacteriën in het ziekenhuis. En door bijwerkingen van behandelingen die soms niet eens noodzakelijk zijn. Wat doen we daaraan?

Volgens mij hebben de politiek en de zorgsector een groot deel van de jaren tachtig en negentig besteed aan de strijd tegen klinische iatrogenese, omdat die samenviel met de roep om kostenbeheersing die de politieke agenda in de zorg bepaalde. Nederlandse huisartsen stelden zich op als strenge poortwachters. Zij noemden zich ‘hoeder van het natuurlijke beloop’ van de ziekte. ‘Als het over een paar dagen (weken) nog niet over is, komt u nog maar eens terug’, was een van de vaste adviezen van de huisarts. In dezelfde periode werd geprobeerd om de ‘interdoktervariatie’ te verkleinen, na een spraakmakend rapport van de Gezondheidsraad in 1991. Dokters stelden medische richtlijnen op, waarin precies werd vastgelegd welke diagnostiek hoort bij welke symptomen en welke behandeling bij welke ziekte.

Foto: @Doug88888 (cc)

Ziek van artsen, ziekenhuizen en geneesmiddelen

OPINIE - De gezondheidszorg is soms een gevaar voor de gezondheid, vindt Hans Achterhuis. Welnee, reageert Margo Trappenburg, een beetje medicalisering is juist goed.

In een reeks avonden van Studium Generale Utrecht en artikelen in Trouw gaat Denker des Vaderlands, Hans Achterhuis, in gesprek met Tegendenkers. Het tweede gesprek vond vorige week plaats, met Margo Trappenburg. Zij is bijzonder hoogleraar sociaal-politieke aspecten van de gezondheidszorg en de overlegeconomie aan de Universiteit van Amsterdam. Vandaag op Sargasso het betoog van Hans Achterhuis. Morgen op dezelfde tijd het antwoord van Margo Trappenburg.

HANS ACHTERHUIS

Om de zoveel tijd besteedt Piet Borst zijn altijd interessante medisch-wetenschappelijke column in NRC Handelsblad aan een felle bestrijding van de alternatieve geneeskunde. Op 29 september was het weer zover. Ditmaal was de Chinese kruidengeneeskunde, die kanker in Aziatische landen zou veroorzaken, zijn doelwit. Veel kruidenmengsels worden door ‘domme dokters’ voorgeschreven. De tumoren die zo ontstaan, heten ‘iatrogeen”.

Het begrip iatrogenese wordt in de medische vakliteratuur gebruikt om ziekten aan te duiden waarvan artsen, ziekenhuizen en geneesmiddelen de veroorzakers zijn. Ik neem aan dat Borst gelijk heeft wanneer hij dit begrip gebruikt in zijn verwijt aan de alternatieve geneeskunde. Toch blijf het voor mij verwarrend dat hij altijd ‘de reguliere gezondheidszorg’ als lichtend voorbeeld tegenover de alternatieve benadering stelt. Wie de kranten de afgelopen maanden heeft gelezen, struikelt over de voorbeelden die laten zien dat ook de reguliere vaderlandse gezondheidszorg vele iatrogene effecten heeft.

Vorige Volgende