Kunst op Zondag | Rechtse hobby
COLUMN - Sinds een of andere margepoliticus kunst tot één van de linkse hobby’s bombardeerde, zijn er regelmatig pogingen gedaan het tegenovergestelde te bewijzen. Met even onbewezen platitudes had men kunnen volstaan.
In de kunsthandel gaan miljarden om. Kunst is voor de rijken. Kunst is dus een rechtse hobby.
Kunst is elitair dus een rechtse hobby.
Kunst is de vlag op de modderschuit der machtshebbers, die per definitie rechts zijn, ook al noemen ze zichzelf links. Kunst is dus een rechtse hobby.
Rutte speelt piano en zingt, Wilders schildert. Beiden spelen toneel. Kaartjes voor theater en schouwburgen zijn best prijzig. Kunst is voor de “haves” en niet voor de “not haves”. We kunnen het niet hard genoeg benadrukken: kunst is een rechtse hobby.
Hebben we zo de meest doorslaggevende larie wel gehad om de onzinnige frame van de “linkse hobby” te ontkrachten? Dan nu tijd voor serieus onderzoek naar de politieke signatuur van kunst als hobby.
De NHTV (Nationale hogeschool voor toerisme en verkeer) onderzocht het publiek dat naar schouwburg en theater gaat en concludeerde: Podiumkunstbezoek is geen linkse hobby. Het onderzoeksrapport (pdf) kwam afgelopen woensdag uit onder de titel “De mythe van de linkse hobby”.
De onderzoekers keken of er bij frequente bezoekers van podiumkunsten sprake was een linkse of rechtse politieke voorkeur, of hun inkomen hoger of lager was dan van niet frequente bezoekers en of ze vaker stemmen op een partij die een sterk cultureel profiel uitdraagt. Men ontdekte een uiterst minimale samenhang tussen genoemde parameters en durfde dan ook de conclusie aan dat podiumkunsten geen linkse hobby zijn.