Oud Zeikwijf

60 Artikelen
329 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Blogt sinds 1998. Allochtoon in Amsterdam. Schrijft/schreef voor AT5.nl, Nurks, Sargasso, Café Weltschmerz en Kutbinnenlanders. Führerin van het Blogbal, het Bal der Bloggers.
Leerde NLs door de Verzamelde Werken van Elsschot woord voor woord te ontcijferen. Is blij als lezers haar helpen haar Nederlands beter te maken.
Foto: jess.g. (cc)

De dilemma’s van moeders

COLUMN - Oud Zeikwijf noemt zeven dilemma’s die de gelijkheid van mannen en vrouwen in de weg staan.

Ik let soms (vaak) niet op en sluimer in het weldadige besef dat vrouwen in goede handen zijn in deze mannenmaatschappij. Tot ik opeens knalwakker word. Onlangs gebeurde dit door de film Un Heureux Évènement.

Misschien komt het door de actrice, Louise Bourgoin, die, verdomd als het niet waar is, als twee druppels water op mijn bloedeigen dochter lijkt, dat ik door elk van haar films gebiologeerd raak. Ik weet het niet. Ik ben ook maar een mens. Feit is dat ik met open mond heb zitten kijken. Dat. was. de. film. die. het. allemaal. zei. De Bijbel. De Waarheid. Het Orakel. Precies hoe ik dat beleefd heb, de zwangerschap(pen), de bevalling(en), het moederschap, het vrouwzijn, het alles. Hoe ik fluitend door het leven ging in het zalige besef een mens te zijn tot ik mijn eerste kreeg. Tot ik pas verlost in het kraambed lag terwijl zijn vader zich elders zat te bezatten met zijn maatjes. Tot ik de volgende dag merkte dat hij het niet in zijn hoofd haalde om mee te doen. Noch de volgende, noch de komende jaren. Ik was de moeder, ik moest toch bij het kind blijven? Later bleek deze houding eigenlijk overal te heersen.

Foto: ed (cc)

Recette de la Blanquette de veau

Zelfs als alleenstaande, studerende moeder, had Oud Zeikwijf nog geld voor zo nu en dan een goed stuk vlees. Een recept.

Negenentwintig jaar geleden kwam ik vanuit Tokio naar Amsterdam. Nadat ik een jaar of zo door de stad had gezworven, zonder geld (een baan was mij in die 25%-werkloosheidtijd niet ten dele gevallen, al was ik universitair geschoold in de bedrijfseco, en sprak en schreef ik vloeiend Japans), kreeg de gemeente Amsterdam mij in de smiezen en oordeelde dat het zo niet langer kon. Ik moest een vast adres bewonen en kreeg een uitkering aangemeten. Ik stopte pardoes met eten uit de afvalhopen van de Albert Cuyp- en de Dappermarkt. Wat een hele opluchting betekende, want de marktkoopmannen waren daar allerminst blij mee, met dat kosteloos meeliften op hun harde zwoegen. Eentje had zelfs een watermeloen op mijn hoofd geprobeerd stuk te slaan. Ik bukte opzij, hij miste. Sommigen plasten op hun afgedankte groente, zodat het oneetbaar werd. Later, toen ik mijn ezelin kreeg en ik me weer, voor haar, op dat dubieuze pad begaf, waren zij poeslief. We kregen spontaan manden vol overrijpe mango’s waar ze gek op was, en enorm dik van werd. Zo zie je maar weer, dat menslievendheid vaak makkelijker te uiten valt als het om dieren gaat.

Foto: Garry Knight (cc)

Democratie

COLUMN - Tegen halfelf hadden Mijnheer OZ en ik genoeg van TV kijken en wilden naar het Waterlooplein lopen om te zien wat Willempjeprik was.

‘Nemen we de fiets’ opperde Mijnheer OZ.
‘Zullen we dat wel doen? Je komt er toch niet in?’

Ik had nog vers in het geheugen dat we daar woonden, op de kop van de Damstraat, en dat Koninginnedag voor ons van 7 uur tot 10 uur ’s ochtends behelsde. Je moest dan weer binnen zijn anders kon je je eigen huis niet meer bereiken. We spreken omstreeks anno 1995. Ik had gedacht dat het alsmaar erger was geworden.

We namen toch de fiets. Wie schetste onze verbazing toen bleek dat we zowat tot de Dam vrij konden fietsen. De straten waren leeg. Op een paar grootverkopers van lelijke kleren uit België na geen handel. Zeker geen zolderverkoop. Het was een tikkeltje unheimlich.

Op de Dam was er wel een menigte ja, dat verwachtte je ook wel, maar daaromheen, Damrak, Rokin, de Wallen, was alles toegankelijk. De rest van de mensheid zat zich zeker nog voor de buis te vergapen aan de pracht en praal van de Groten der Aarde.

Naar het Waterlooplein dan maar. Daar stond een band op een podium te spelen, waartussen een spreker iets met veel ‘Democratie, democratie’ stond te preken. Een twintigtal meters daarvandaan had een technofreak die diezelfde ochtend door iemand aan de hiel was vastgehouden en in de speed gedoopt, kans gezien een kraam in te richten met loeigrote luidsprekers. Waaruit keiharde oertechno kwam. Dwars door de ‘officiële’ democratische muziek heen. Een verloren ziel stond voor die kraam wild te dansen. Één bord stak eenzaam uit boven de hoofden: ‘1980 was veel leuker’. De keuze voor de kleur wit als symbool van de antimonarchie knalde in al zijn mislukking in ons gezicht: niemand van die anarchisten bleek iets wits in huis te hebben gehad – zwart was meer hun ding, zeg maar. De enigen die iets wits aan hadden waren keurige royalisten die hier toevallig langs moesten,en die die kleur combineerden met het onvermijdelijke oranje. Nergens iets dat op Willempjeprik leek. Het was inmiddels een uur of één.

Foto: Willem Velthoven (cc)

Het nijlpaard

COLUMN - Oud Zeikwijf ontleedt een mediahype.

‘We horen nu de nijlpaarden uit Artis.’ Mister OZ deponeert op de zondagochtend deze wetenswaardigheid op mijn bord, terwijl hij de terrasdeur achter zich dichttrekt.

‘De nijlpaarden? Het was er toch maar één? Die ouwe Tanja? Die nu dood is?’ Denk ik dan. Ik maak af waar ik mee bezig was (het verorberen van een omelet) en spoed mij naar buiten. Verdikkeme! Als dat geen nijlpaardengejank is! Nijlpaardendoodstrijdgejank! Door merg en been gaat het.

‘Het komt van de verkeerde kant,’ merk ik op.

‘Geluid maakt vreemde hoeken,’ pareert Mister OZ.

‘Dat is waar, maar dit komt toch echt van het Noorden.’

Onze wellesnietes wordt onderbroken door de bel. Daar is vriend Arie:

‘Ze geven in Mediamatic een cursus paddo’s kweken, ga je mee?’

Dus lopen we er naar toe, Arie en ik. Mediamatic is bij mij om de hoek, in de Van Gendthallen op het Oostenburgereiland, naast chillplek Roest. Mediamatic, dat zijn kunstenaars die aan de lopende band hippe shit doen. Hun nieuwste ingeving is zich te richten op de jongste generatie. Ze gaan een crèche beginnen. Maar dan niet een gewone. Iets speciaals. Anders heet je geen Mediamatic hé. Noch kunstenaar.

Foto: Gwen Harlow (cc)

Fusioneel huwelijk

COLUMN - Iedereen verdient zijn leven te vullen met aangename dagen, zoals flirten met potentiële liefdes. Ook als je net weduwnaar bent geworden. Toch?

Mijn buurvrouw Madeleine ging dood, anderhalve maand geleden. Zij woonde tegenover mij, al tientallen jaren, met haar man Daan, beeldend kunstenaar van beroep. Zij was huisvrouw: ‘Werken? Het lukt me niet eens om het hele huiswerk naar behoren te doen!’ Waar ze gelijk in had. We werken allemaal naar hartenlust, maar de woningen verslonzen. Het huiswerk bungelt onderaan onze to-do-lijstjes.

Zij waren onafscheidelijk. Amsterdammer van geboorte, uit een rebels nest, verhuisden zijn ouders naar Brabant toen hij een puber was. Zo kwam hij op de Kunstacademie te Breda, waar hij in 1953 uitgeknikkerd werd, omdat hij met Madeleine hokte. Wat een schande is, als u het mij vraagt. Dat uitknikkeren, niet dat hokken. Je verwacht van een kunstacademie dat ze kunstenaars opleiden voor het kunstenaarschap, niet waar? En kunstenaarschap, dat rijmt met vrije liefde, vrije seks, vrij drugsgebruik, vrije belastingsinterpretatie, vrije wat-u-maar-wilt. Ik zou maar oppassen voor de kunstenaars die uit Breda komen, als ik u was. Keurig nette lieden van onbesproken gedrag en dito kunst, verwacht ik zo. Maar terug naar Daan en Madeleine. Hokken konden zij, die twee. Zelden mensen zo zien hokken. Altijd saampjes, altijd binnen. In dat pikdonkere benedenwoninkie annex atelier in ons smalle straatje kunstwerkte hij en las zij de ganse dag: voornamelijk filosofie, uit alle windstreken. Zij was intelligent en belezen, en ik mocht ze graag, dus kwam ik er over de vloer tot ik zelf huwde. Op die gelegenheden zat ik met haar te kletsen, voornamelijk over de Chinese wijsgeren die ik in die tijd vertaalde uit het Klassiek Chinees, maar ook over het hele spectrum dat het leven heet en waar zij een heerlijk kritische kijk op had, op het cynische af.

Foto: Kees de Vos (cc)

Willemstreepjealexander

COLUMN - Willem-Alexander. Hij was jong toen ik jong was. Hij studeerde in Leiden. Wij, zijn generatiegenoten uit de culturele onderbuik van Amsterdam, vonden hem zo’n typische corpsbal. Hij datete met Emily Bremers, ook zo’n kleurloze corpsbal, getver. Je praatte er niet over. Hij was te min. Hij was dommig en dikkig, met zo’n fletse aardappelgezicht. We schaamden ons voor hem. Beatrix, iedereen was hartstikke links dus tegen haar en wat ze voorstelde, maar ons schámen voor haar? Never. Ze was een dijk van een koningin. Daar kon je mee voor de dag komen. Hoe kon zo’n briljante persoonlijkheid zo’n debielig zoontje hebben geworpen? Lijken op zijn pa deed hij evenmin, die goeie ouwe Claus – God hebbe zijn ziel. Ook niet op zijn oma, die alomgeliefde Juul, of, Allah oeh ekber, zijn opa, die de boel aan alle kanten magistraal had weten te fletsen flessen.

Willem-Alexander sleet dus betrekkelijk onopgemerkt de dagen van zijn volwassenheid in wording. Tot hij op een mooie ochtend in de jaren nul terug kwam uit het verre buitenland met een vakantieliefde aan zijn arm. Die hij patsboem aan het volk presenteerde als zijn toekomstige vrouw. Onze monden vielen open van verbazing. Hoe. Kon. Dat. Een schoonheid! En slim! Gevat! Grappig! Zij was blind, en doof, dat kon niet anders. Maar out of the blue hoorde wij haar opmerken over iets wat haar aanstaande had gezegd: ‘Een beetje dom.’ Ze wíst dus dat W.A stupiede was! En toch trouwde ze met hem. Wij wisten niet meer of wij ons nog harder moesten schamen of dat wij eerbied moesten koesteren voor zijn meesterlijke schaken van de mooiste prinses van deze aardkloot.

Foto: starleigh (cc)

Little Miss Sunshine

[spoiler alert] – In de film Little Miss Sunshine is Olive, een wat dikbuikig kind, vastberaden mee te doen aan een schoonheidswedstrijd voor kleine meisjes zoals die vaker in de VS plaats vinden. Het komt niemand uit, maar toch onderneemt haar gezin de reis naar Californië om haar droom te realiseren. Het oude busje valt uit elkaar tijdens de 1300 km lange rit. Starten gaat niet meer zonder geduwd te worden, de schuifdeur dondert op het asfalt, de toeter weigert uit te gaan waardoor de snelwegpolitie ze in de smiezen krijgt. Niet handig als je zojuist opa opgerold in een laken uit het mortuarium hebt ontvoerd en in de kofferbak hebt gepropt. Het busje is namelijk niet het enige dat die zware onderneming niet kan doorstaan.

RECENSIE - Maar krachten zijn simultaan in tegenovergestelde richting bezig. Bewuste familie begint aan het epos in een staat die velen van ons zullen herkennen als normaal. Toegegeven, een homoseksuele oom met een mislukte zelfmoordpoging achter de rug is niet wat je noemt een dagelijkse verschijning, maar de aldoor kibbelende familieleden, de weltschmerz van die oom en zijn neef, de levenslust van opa, de winner/loser-mentaliteit van pa, de gründlichkeit van ma, de zwijgende puber, het enthousiaste meisje met haar grote dromen…. het voelt vertrouwd aan. Moeder probeert de harmonie te bewaren; ze vecht tegen de loodzware negativiteit van haar naasten die mijlenver uit elkaar lijken te staan. Tot dochtertje die hele Little Miss Sunshine-farce even grandioos en onbedoeld als onverwacht te kakken zet. Als ze verwijderd dreigt te worden springen de drie mannelijke gezinsleden eensgezind het podium op om met haar te dansen. Wat ze nu bindt, is groter dan hun verschillen: hun gezamenlijke hekel aan het vermaledijde fenomeen ‘schoonheidswedstrijden voor kleuters’, hun liefde en respect voor Olive, het feit dat ze alle drie net een eigen droom aan diggelen hebben zien vallen en met hart en ziel met dat kleine meiske meeleven.

Foto: wallstalking.org (cc)

The World According to Oud Zeikwijf (2)

COLUMN - In de vorige aflevering hebben we ontdekt waar de malaise van het huidige systeem vandaan komt, en ons een doel gesteld: we moeten af van het Groot Kapitaal. Rest ons de taak om een strategie te ontwikkelen. Hoe komen we ervan af?

Je hebt het radicale en het subtiele. Afzonderlijk te gebruiken of als cocktail. Een paar voorbeelden van het radicale.

De Occupy-beweging: Die jammerlijk mislukte omdat we die niet collectief omarmden. De Occupyers niet als mallotige stadsnomaden zien, maar als representanten van het volk dat over de hele aardbol steunt en kreunt onder de tirannie van de economische reuzen. Je coconnetje verlaten om op een gure stoep te gaan bivakkeren is mij, en u waarschijnlijk ook, echter een brug te ver.

De 30k grens: Onze regeringen zover krijgen dat er een 30k grens komt. Per jaar. Onbelast. Voor iedereen. Alles wat meer verdiend wordt, gaat naar de staat. ‘Maar dan emigreren ze naar andere landen.’ So? Dat doen ze dan toch lekker? Dat zijn haaien, die willen we juist weg hebben. Laat ze lekker ergens anders de boel gaan vergiftigen. Ondertussen creëren we een lekkere samenleving waar het er relaxed en eerlijk aan toe gaat. We zetten de klok een flinke slag terug, we leren met minder te doen. Collectief.

Foto: wallstalking.org (cc)

The World According to Oud Zeikwijf (1)

COLUMN - Ongefundeerde en simplistische doch betweterige meningen over wereldzaken.

Kapitalisme is best oké. Het vooruitzicht op winst werkt als een magneet op zowat elke mens op deze planeet. En andersom: wordt er geen winst gemaakt dan zakt de ondernemingslust ver onder het vriespunt, met alle verlammende effecten van dien voor een land. Zie de communistische bolwerken. Een aardige ideologische basis, laten we eerlijk wezen, maar volstrekt niet opgewassen tegen de menselijke driften. Na een tijdje doet niemand meer wat en stort de economie als een soufflé in elkaar. Er wordt te weinig geproduceerd, en wat er wel geproduceerd is bereikt de schappen niet meer. Geef de enkeling juist zicht op eigen profijt, dan ontspruiten de zaakjes welig uit de zompige grond. Mensen zijn nu eenmaal eerder bereid zich een slag in de rondte te werken als hun beloning evenredig groeit.

Maar nu. We leven in een tot in het absurde doorvoerde kapitalistisch systeem. Megabedrijven (banken incluis) rule the world. Ze dicteren de politiek, en zetten onze leiders keer op keer buiten spel. Ze hebben zoveel macht. En zoveel poen. En zoveel arbeiders die ze – ‘Watch me doing it, Mr President‘ – kunnen ontslaan. Daar bibberen ze van, onze autoriteiten. En als ze het in hun hoofd halen om weerstand te bidden, dan stappen die reuzen, hun armen vol biljetten waarvan bij elk zuchtje wind een tiental ontsnapt en achter hen als een groene sleep aanvliegt, zonder blikken of blozen de grens over. ‘DAT IS DE GRENS! Je kan daar niet over!’ roept een hoge ambtenaar nog desperaat. De oligarch kijkt hem nog even, heel even, met een twinkeling in de ogen en één voet omhoog, een stompje sigaar bungelend op een mondhoek, laat diezelfde voet nog heel even de lucht in hangen, om die weer resoluut en breeduit lachend neer te zetten aan de andere kant van de grens. Of aan de andere kant van de wereld. Hen maakt het wer-ke-lijk niet uit: ze bezitten immers de aardbol, en, terwijl we nog bezig zijn onze landjes te verdedigen, zijn ze volop de Melkweg alvast onderling aan het verdelen. Als ze eenmaal klaar zijn met de Noord- en Zuidpool, dat spreekt voor zich.

Foto: copyright ok. Gecheckt 08-09-2022

Het Blogbal, het Boekenbal van de bloggers

COLUMN - Echt “op z’n bloggers” moet het worden. Dat is het idee van de organisatoren van Het Blogbal, een speciale ontmoetings- en feestavond voor ‘online schrijverts’, dat inmiddels een traditie is geworden.

Het idee voor het Blogbal is in maart 2010 ontstaan, in de week voorafgaand aan het Boekenbal. Ik las al jaren literaire teksten online, en wist wat er te vinden was. Ik was dan ook zeer te spreken over het aanbod. Het beeld dat de media over het Boekenbal in het collectieve bewustzijn plantten, kon mij opeens niet meer bekoren. Ik zag keer op keer een Kluun of een Van Royen, leuke aardige schrijvers daar niet van, maar het gevoel bekroop me steeds meer: ‘Als zij literair zijn, dan zijn wij dat ook.’ Dat gevoel ging niet meer weg. Het groeide zelfs met de dag. Want zeg eens eerlijk, worden wij bloggers soms als volwaardige schrijvers gezien? Nee, we worden consequent genegeerd.

Dat was het startpunt. Er moest een Blogbal komen, een avond om de online schrijvers in de schijnwerpers te zetten, om ze te bedanken voor het gratis leesplezier. Synchroon met het Boekenbal, en ook aan het Leidseplein. Ik kreeg bijval en hulp van een groepuscuul enthousiaste bloggers. Wij legden samen genoeg geld in de pot om de dure Balie te kunnen bekostigen. Het Blogbal is dus bedoeld als dwars antwoord op het Boekenbal, waar de literaire waarde van een langzaam uitstervende uitgeverswereld geëtaleerd wordt, terwijl het bloggen levendiger dan ooit is en minstens evenmooie literaire schrijfprestaties bevat. De term ‘bloggen’ moet hier trouwens ruim opgevat worden: het gaat om online schrijven in al zijn vormen. De platforms om anno 2013 je schrijfsels online te publiceren zijn immers legio. ‘Bloggers, facebookers, twitteraars en andere online schrijverts, en hun lezers’ zijn dus welkom. Het bloggers-antwoord werd dus: een ‘boekenbal’, voor en door bloggers opzetten.

Foto: Floris (cc)

Fabiola is dood

Vannacht is Fabiola overleden in Sint Jacob. De flamboyante Fabiola, levend kunstwerk, Marie de la Nuit, Cinderella, La Reine de Paris, Fabiola di Atlantis, voormalig boegbeeld van de nachtburgemeesters van Amsterdam, is niet meer onder ons.

Vier decennia was Fabiola (Peter van Linden, geb. 26 mei 1946) één van de markantste figuren in Amsterdam. Hij kende de stad tot in alle uithoeken en vormde een verbindende schakel tussen diverse subculturen, waaronder de gay scene, het dak- en thuislozen circuit en het uitgebreide netwerk van de culturele underground in Amsterdam. Hij was actief in de kraakbeweging, in de partyscene, is jaren lang buddy geweest, was mede oprichter van NRG/republikeinen.nl, en zette zich recentelijk in voor het SP-netwerk ‘roze voor rood’. Hij was een lief mens dat allerlei vrijwilligerswerk deed, dag in dag uit.

Hij fleurde Amsterdam op met zijn uitbundige creaties, die hij droeg waar hij ook kwam – dat was zo’n beetje overal. Hij was alom aanwezig. In de jaren ’80 hoorde hij bij een groep extravagante verschijningen die kunstzinnig gekleed door de straten paradeerden. Jenny was er eentje van. Ze zag eruit als een magnifiek wezen uit outer space, met witte fonkelende kleding, hoge plateauzolen, ene een sprietje dat water druppelde op haar wit geschminkt gezicht. Jenny is nu al jaren dood. Fabiola heeft die kunst in zijn eentje jaren voortgezet.

Foto: Happy Famous Artists: Intelligensius Anarchus, The Great Attractor, Rick B. (cc)

Tinkebell

COLUMN - Hoe Tinkebell volgens Oud Zeikwijf veranderde van een heldin die taboes doorbrak in een huichelaar.

Katjienk! Hoorde u dat? Dat was Tinkebell die van haar voetstuk viel. Tot AVRO kunstuur was zij de heldin die taboe’s doorbrak. Die onze dubbelzinnige houding ten opzichte van dieren bloot legde. Want, laten we wel wezen, we knuffelen onze huisdieren inderdaad kapot en tegelijkertijd kiezen wij in de supermarkt telkens voor het goedkoopste vlees.

Dus doodde ze haar kat en maakte daar een tasje van, liet tientallen hamsters in doorzichtige ballen rondrennen bij wijze van kunst. Waarom ook niet? We snijden toch elke dag de gevoelige zaakjes af van duizenden onverdoofde biggetjes. Maar dan. Dan kwamen de reacties van het volk. En die waren niet mals. Onze Tinkebell kreeg de volle laag.

Je denkt dan: wees een kerel en incasseer. Je zegt dat niet hardop want je gaat er van uit dat, haar als een dappere Jeanne d’Arc kennende, zij dat vanzelf doet. Maar wie schetst onze verbazing als ze naar het wapen reikt van het uitgeven van de bedreigingen die haar ten deel vielen (wat trouwens een rage begint te worden)? Omdat ze nog op haar voetstuk staat als hoogst subversief, intelligent wezen denken we te maken te hebben met Kunst. Maar dat is buiten het divadom rekenen. In interviews schreeuwt de dame vervolgens van de daken dat het toch hoog tijd is voor een radicale vernieuwing van het, jawel, basisonderwijs. Kinderen moeten les krijgen in beschaafd internetgebruik. Dat zij een rabiate activiste is die geen middel schuwt om de aandacht te trekken mag op alle mogelijke manieren, maar o wee als er krachtige reacties komen: dan moet heel het land heropgevoed worden. Want dat is niet de bedoeling, hé. Kunst mag (MOET!) wel reacties oproepen, mag (MOET!) ons op unsettling times overdonderen met de heftigste emoties, maar de kunstenaar mag die reacties natuurlijk niet direct ervaren. Nee, kom op zeg. Dat zou echt te erg zijn. Het onfatsoenlijke volk moet van hogerhand de mond gesnoerd worden.

Vorige Volgende