Klokwerk

400 Artikelen
38 Waanlinks
4.245 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Vanaf november 2018 overal te koop: "De wereld vóór God - Filosofie van de Oudheid", CJ Alders, aka 'Klokwerk'
softcover / hardcover / ebook: 392 pagina's

Kees Alders aka 'Klokwerk' studeerde af als theoretisch en sociaal psycholoog, en hield zich daarna tien jaar lang bezig met projectmanagement in de sociale zekerheidsbranche (communicatieprojecten en reorganisaties). Tegenwoordig heeft hij een eigen onderneming in webdesign: Klokwerk-design.

Daarnaast is Klokwerk altijd actief geweest in de lokale- en bedrijfspolitiek, en schrijft hij voor verschillende redacties. Verder houdt hij zich met de groep Postbanaal bezig met het op de planken brengen van een multi-mediashow. Als hobbyproject organiseert hij sinds 2012 intercambio-café Amsterdam.

Op Sargasso schrijft Klokwerk onder meer sinds 2012 de wekelijkse column 'politiek kwartier'. Daarnaast is hij bezig met een toegankelijk overzichtswerk over de filosofie van de oudheid.
Foto: bron: Livius.org

Plato (1): De adoratie van Sokrates

ACHTERGROND - [Vandaag de eerste aflevering van een reeks over de Atheense filosoof Plato, die veel mensen vooral kennen om zijn zogenoemde ideeënleer, om de Platonische liefde en om zijn ideale filosofenstaat. Dat is echter wat misleidend. Plato’s filosofie is breder en gaat dieper.] 

De filosoof A.N. Whitehead beweerde ooit dat de hele westerse filosofie niets meer was dan een aantal voetnoten bij het werk van de Griekse wijsgeer Plato (427-347 v.Chr.). Dat is zwaar overdreven. We kunnen echter gerust stellen dat de filosofie met en dankzij Plato volwassen is geworden. De Athener geldt als de belangrijkste filosoof van de Grieks-Romeinse Oudheid en als degene met de meeste invloed in latere perioden.

Dit komt deels doordat Plato over vrijwel alle onderwerpen heeft geschreven en deels doordat veel van zijn boeken, en bovendien delen van zijn correspondentie, bewaard zijn gebleven. Zijn oeuvre bleef daardoor nog eeuwenlang gelezen en becommentarieerd. Waar andere filosofen vaak (tijdelijk) in de vergetelheid raakten, is dat met Plato nooit gebeurd.

Biografie

Plato leefde ongeveer vierhonderd jaar voor het begin van onze jaartelling. Hij stamde uit een Atheense familie met veel macht en aanzien. Daarom was hij voorbestemd voor een politieke carrière. In zijn jeugd raakte hij echter in de ban van de persoon van Sokrates, en hij werd een van zijn trouwste leerlingen. Hij was dan ook diep geraakt door diens terdoodveroordeling, liet de politiek voor wat ze was en wijdde zijn leven aan de filosofie.

Foto: bron: Livius.org

De dood van Sokrates

ACHTERGROND - [Een korte serie over de man die de Grieken en Romeinen aanduidden als de vader van de filosofie: de Athener Sokrates.]

Elk kritisch persoon kan vroeg of laat op tegenstanders rekenen. Dus ook Sokrates. Op late leeftijd wordt hij aangeklaagd wegens blasfemie en het verpesten van de jeugd. Sokrates’ vrienden sporen hem vervolgens aan de stad te ontvluchten, maar Sokrates weigert. Zijn plaats is in Athene. In de rechtbank verdedigt hij zich door te betogen dat hij in goddelijke opdracht de zielen van zijn stadgenoten zuivert.

Wanneer hij ondanks zijn pleidooi door een krappe meerderheid wordt veroordeeld en zijn eigen straf mag voorstellen, beweert hij spottend dat zijn enige gepaste straf een staatspensioen is. Om het niet te bont te maken stelt hij vervolgens een zeer lage geldboete voor. Die arrogante toon komt hem duur te staan. Een grote meerderheid pleit nu voor de zwaarste straf: de gifbeker.

Vóór alles Athener

In de cel krijgt Sokrates opnieuw de mogelijkheid aangeboden te vluchten, maar ook dan weigert hij. Zijn plek is immers in Athene: hij is er geboren en gevormd en oud geworden. Hij voelt zich gebonden aan de Atheense wetten en samenleving, ook als die wetten hem een keer niet bevallen. Bovendien zou hem in andere steden uiteindelijk hetzelfde lot wachten, want zijn mond houden kan en zal hij toch niet.

Foto: Bron: Livius.org

Sokrates als vroedvrouw

ACHTERGROND - [Een korte serie over de man die de Grieken en Romeinen aanduidden als de vader van de filosofie: de Athener Sokrates.]

In het werk van zijn leerling Plato, vergelijkt Sokrates zichzelf regelmatig met een vroedvrouw, het beroep van zijn moeder, dat zij uitoefende nadat zijn vader vroeg gestorven was. Sokrates verkondigt zelf geen waarheden, maar probeert als een filosofische vroedvrouw de mensen te helpen waarheden naar buiten te brengen.

Al aanwezige kennis

Tijdens zijn werk maakt hij geen onderscheid tussen rangen en standen. Ieder mens moet volgens hem in staat zijn om zijn verstand goed te gebruiken. Plato demonstreert dit in een van zijn dialogen door Sokrates een simpele ziel te laten ondervragen. Door hem vragen te stellen en hem daarmee kritisch aan het denken te zetten laat hij hem enkele wiskundige stellingen bewijzen.

Deze dialoog toont Sokrates dus als een moraalfilosoof die ervan uitging dat in ieder mens kennis van het goede en het juiste aanwezig is. Het hoeft er alleen maar uitgehaald worden. Wanneer iemand tot het slechte geneigd is, dan komt dat omdat er iets mankeert aan zijn rede. Wie de rede volgt, leidt een goed leven. En dat is belangrijk, want volgens deze lezing van Sokrates’ filosofie is het leiden van een goed leven bepalend voor je eigen geluk en zielenheil.

Foto: copyright ok. Gecheckt 08-11-2022

Anderen over Sokrates

ACHTERGROND - [Een korte serie over de man die de Grieken en Romeinen aanduidden als de vader van de filosofie: de Athener Sokrates. ]

We kennen Sokrates vooral via het werk van Plato, vooral diens vroege werk. Hierin zien we Sokrates als een horzel om zijn gesprekspartners heen zoemen, hen bestokend met zijn lastige vragen. Deze dialogen hebben vaak geen duidelijke conclusie.

Andere tijdgenoten beschrijven Sokrates als iemand die aansluit op het relativisme van de sofisten. De toneelschrijver Aristofanes schreef een komedie waarin Sokrates een jongen leert drogredeneringen te gebruiken om zijn vader te slim af te zijn. De publicist Xenofon pocht daarbij dat Sokrates hem geadviseerd zou hebben bij handel en beleggingen. Volgens Plato en latere schrijvers zou Sokrates echter alleen in morele zaken geïnteresseerd zijn geweest. Om materiële zaken zou hij niets hebben gegeven, en om handel en beleggingen al helemaal niet.

De historische Sokrates

Welke versie van Sokrates historisch correct is weten we niet, maar hij is primair de geschiedenis ingegaan als een tegenstander van de sofisten met hun relativisme. Wat voor die stelling pleit, is dat Sokrates zich in tegenstelling tot de sofisten niet liet betalen als filosoof. Sokrates wilde volkomen onafhankelijk zijn en leefde van de wind, of van wat zijn vrienden hem gaven.

Foto: bron: Livius.org

Wie was Sokrates?

ACHTERGROND - [Een korte serie over de man die de Grieken en Romeinen aanduidden als de vader van de filosofie: de Athener Sokrates.]

Hij is vaak afgebeeld als een rondbuikige man, om aan te geven hoezeer Sokrates een man van de geest was en niet van het lichaam. Maar in werkelijkheid schijnt de filosoof een grote kerel geweest te zijn, met een gespierd lichaam dat vrijwel ongevoelig scheen voor honger, kou, dronkenschap en slaaptekort. Op dat lichaam stond een lompe lelijke kop, met een oog dat vreemd naar opzij kon draaien.

In zijn jonge jaren had hij als hopliet voor Athene in de oorlogen gevochten. Daarbij blonk hij uit door zijn uitzonderlijke moed en strijdlust.

Later schijnt hij geleefd te hebben van wat hij op straat vond of mensen hem gaven. Zeer tegen de wil van zijn vrouw Xanthippe liep hij in ongewassen lompen door de straten van Athene. Als hem een interessante gedachte inviel bleef hij soms urenlang midden op straat stilstaan om deze te overdenken. Beroemd werd hij echter door zijn constante neiging zijn stadgenoten overal over te ondervragen.

De mythe van Sokrates

Sokrates stelde dat hij letterlijk een roeping had, die als volgt tot hem was gekomen. Een vriend van hem hoorde ooit van het orakel van Delfi dat Sokrates de meest wijze persoon van heel Athene zou zijn. Sokrates vond dat zelf maar belachelijk. Hij meende juist dat hij helemaal niets wist! Daarom liep hij op mensen van de stad af waarvan hij vermoedde dat ze meer zouden weten dan hij. Maar door ze te ondervragen kwam hij erachter dat hun kennis stoelde op stellingen die ze uiteindelijk niet konden verdedigen. Misschien, bedacht hij, was het orakel wel tot zijn uitspraak gekomen doordat hij, Sokrates, tenminste nog wist dat hij niets zeker kon weten.

Foto: Bron: livius.org

Socrates’ Athene

ACHTERGROND - [Een korte serie over de man die de Grieken en Romeinen aanduidden als de vader van de filosofie: de Athener Sokrates.]

Athene versus Sparta

In de honderdvijftig jaar waarin Athene een democratie was en cultureel op haar hoogtepunt stond, was de stadstaat voortdurend in oorlogen verwikkeld. De grote rivaal was Sparta. De rivaliteit ging niet alleen om de macht in Griekenland. In de twee steden heersten verschillende culturen.

Sparta was gesticht door een Dorische stam die het schiereiland de Peloponnesos was binnengevallen en de plaatselijke bevolking aan zich had onderworpen. De Dorische beschaving gold destijds als streng en sober, en de Spartanen hadden deze eigenschappen verder gecultiveerd. De oorspronkelijke bewoners moesten het land  bewerken en de elite hield zich daarvan strikt gescheiden. Ze werkte niet, maar vormde het leger. Zij die er deel van uitmaakten, duidden elkaar aan als ‘gelijken’

In de Dorische cultuur was het land gemeenschapsbezit. Spartanen nuttigden de maaltijden gezamenlijk, en de jeugd kreeg een training waarbij samen in barakken werd geslapen. In de Spartaanse cultuur namen vrouwen aan veel ‘mannelijke’ activiteiten deel.

De verschillen met Athene waren enorm. In Athene was de zogenaamde oikos de hoeksteen van de samenleving: een soort kruising tussen een gezin en een klein bedrijf, gevormd door het huishouden van een landbezitter die de scepter zwaaide over vrouw, kinderen, slaven en ander personeel. In Athene hadden de vrouwen minder rechten dan de mannen en ze verrichten ook andere werkzaamheden. En waar de Atheense cultuur werd gekenmerkt door grote bouwwerken, theaterstukken en continu debat, focuste de Spartaanse cultuur zich op soberheid en discipline, en vervaardigde ze geen blijvende bouwwerken.

Foto: Bron: Livius.org

De sofisten 8: de geboorte van het relativisme

ACHTERGROND - We zagen in het vorige stukje dat dankzij Plato de sofisten de geschiedenis in zijn gegaan als immorele denkers. Dat het relativisme van de sofisten automatisch zou leiden tot moreel verval is echter geen onomstotelijke waarheid. Sofisterij leent zich wellicht goed voor immorele redeneringen zoals die van Kallikles en Thrasymachos, relativisme kan ook dienen als filosofische basis voor de democratie, zoals we bij Gorgias en Protagoras zagen. Dat lijkt mij toch een staatsvorm die vanuit de moraal best goed te verdedigen is.

Het nadeel van de absolute waarheid

Het gelijk van de sterkste is dan wel niet zo ethisch, ook het idee van een absolute waarheid kan zorgen voor narigheid. Filosofen die uitgaan van een absolute waarheid zijn net zo goed in staat gebleken om kwaadaardige theorieën te ontwerpen, of theorieën die misschien wel goed bedoeld zijn, maar amoreel uitpakken. Immers, wie de absolute waarheid meent te kennen, deinst er vaak niet voor terug om het als excuus te gebruiken om over mensen heen te walsen. Voorbeelden daarvan zijn er in de geschiedenis van de mensheid helaas te over. Waar regels in steen uitgehakt worden en als ‘heilig’ worden beschouwd, mag iedereen die het er niet mee eens is zich bergen. In die zin is een beetje relativisme al snel een stuk veiliger.

Foto: Bron: Livius

De sofisten 7: Goed is wat sterk is

ACHTERGROND - De meest markante sofisten die in Plato‘s werk naar voren komen, hebben wellicht nooit echt bestaan. In Plato’s dialoog Gorgias treedt de sofist Kallikles naar voren, en in Plato’s hoofdwerk Politeia (de Staat) komen we de sofist Thrasymachos tegen. We zullen ze als ‘filosofen’ bespreken, want wat Plato ze laat zeggen is interessant genoeg.

Kallikles en Thrasymachos

Deze twee houden allebei ongeveer eenzelfde soort pleidooi. Hun stelling is dat het goede gelijk is aan dat wat het sterkst is. Ze stellen dat wie door list en bedrog, of gewoon door bruut geweld, zijn rijkdom en aanzien weet te behouden, uiteindelijk bepaalt wat de norm is, en daarmee uiteindelijk het meest bijdraagt aan de samenleving.

Wanneer zo iemand ontmaskerd of overwonnen wordt, dan komt dat dus niet omdat zijn moraal niet deugt, maar omdat hij kennelijk niet listig en sterk genoeg was. Zij prediken daarmee dus een soort sociaal darwinisme avant la lettre.

Het is niet bekend of er werkelijk sofisten waren die prikkelende stellingen als die van Kallikles en Thrasymachos aanhingen. Het idee dat kracht bepaalt wat goed is, sluit wel aan op Gorgias’ en Protagoras’ mening dat de waarheid in het politieke discours tussen de mensen in ligt, maar is inconsistent met de bewering van Protagoras dat iedereen in principe evenveel recht op het morele en politieke gelijk heeft. Want in de optiek van Kallikles en Thrasymachos heeft de sterke meer aanspraak op dat recht dan de zwakkere.

Foto: Bron: Livius.org

De Sofisten 6: Een negatieve reputatie

ACHTERGROND - De sofisten waren vaak welgesteld en invloedrijk. Zij lieten zich voor hun onderricht betalen door politici. Succesvolle sofisten als Gorgias en Protagoras hadden relaties in de hoogste kringen.

Wiens brood men eet

Maar dat leverde hen ook politieke en filosofische tegenstanders op. Die verweten de sofisten werd dat zij niet zozeer op zoek waren naar waarheid en wijsheid, maar vooral naar geld.

Er valt wellicht wat te zeggen voor de stelling dat wie geld verdient met filosofie, moeilijk echt objectief kan blijven. Wiens brood men eet, diens woord men spreekt, nietwaar? Zeker als je sofist bent. En omdat er toch brood op de plank moest komen, hebben de sofisten zich vaak schuldig gemaakt aan simpelweg recht praten wat krom is. In het huidige taalgebruik is de term sofisme dan ook een synoniem van drogreden: een redenering die logisch en rechtvaardig klinkt, maar die volgens de wetten van de logica toch echt niet geldig is en eigenlijk ook nog eens immoreel.

Onze kennis van de sofisten heeft ons grotendeels bereikt via de latere filosoof Plato. Die zette zich sterk af tegen het moreel relativisme van de sofisten. En dit deed hij zo succesvol dat sofisterij sindsdien geldt als een amorele bezigheid, en tegengesteld aan wat de ware filosoof behoort te interesseren: het zoeken naar de absolute waarheid.

Foto: Bron: Livius.org

De Sofisten 5: Prodikos van Keos

ACHTERGROND - Uit de voorgaande blogs volgt dat voor de sofist alles relatief is. Wat waar is, hangt af van het oordeel van de gemeenschap. Dat kan natuurlijk veranderen. Een gedachte die prima paste bij de democratische maatschappij van die tijd.

Maar de democratie bevorderde niet alleen het relativistische denken over zaken als de waarheid. Het bevorderde ook moreel relativisme.

Prodikos van Keos

Dit komt het best tot uitdrukking in een citaat van de sofist Prodikos van Keos, waarin hij stelt dat er geen objectief kwade of goede zaken bestaan. Of iets goed of kwaad is, hangt volgens Prodikos af van het gebruik ervan.

Alles wat ten goede gebruikt kan worden, kan ook voor slechte zaken worden aangewend en andersom. Wij kunnen een wapen gebruiken om een weduwe en een kind te verdedigen, of om ze overhoop te steken en vervolgens te beroven. En met een kus kun je iemand liefhebben, of verraden. Kortom, er zijn geen goede of slechte dingen, enkel de intentie of toepassing van die dingen maakt ze ‘goed’ of ‘slecht’.

Goed en kwaad

Prodikos verklaarde godsdienst als een verering van datgene wat ooit door mensen als nuttig werd beschouwd. Goed en kwaad zijn volgens Prodikos niets meer dan beelden die ontstaan uit afwegingen van belangen van mensen. Er bestaat volgens hem dan ook niet zoiets als ‘natuurlijk recht’, een recht dat gebaseerd is op een absolute rechtvaardigheid, omdat die absolute rechtvaardigheid volgens Prodikos niet bestaat. Het begrip van wat recht is, ontstaat in de gemeenschap.

Foto: Bron: Livius.org

De sofisten 4: Relativisme als basis voor democratie

ACHTERGROND - Wat je wellicht opvalt aan het denken van Protagoras en Gorgias, is hoeveel ze verschillen van hun voorgangers. Herakleitos, Parmenides en Empedokles hielden zich vooral bezig met de natuur. Ze vroegen zich af hoe die in elkaar zou zitten. Protagoras en Gorgias wendden zich radicaal tot de mens en zijn meningen.

Daar hadden ze een filosofische onderbouwing voor. Filosofie die over iets gaat dat losstaat van de mens, leidt volgens de ware sofist nergens toe. Dat is allemaal maar speculatief gedoe en leidt enkel tot dwalingen.

De sofisten hadden dan ook geen al te hoge dunk van hun filosofische voorvaderen. Die kwamen volgens hen niet verder dan onderlinge tegenstrijdigheden. Dat gehakketak over de ‘werkelijke wereld’ los van de mens, dat vonden ze maar waardeloos. Vooral voor Parmenides konden ze maar weinig respect opbrengen: die had er werkelijk niets van begrepen.

Waarheid versus mening

Sofisten bestuderen dus niet ‘de waarheid’ maar de menselijke mening. Volgens Protagoras zijn meningsverschillen fundamenteel kenmerkend voor de mensheid. ‘Over elke zaak bestaan twee opvattingen, die recht tegenover elkaar staan’, zegt hij. In zijn theorie is er dus geen fundamentele overeenstemming: integendeel. De waarheid wordt continu geconstrueerd in een levendig debat tussen mensen.

Foto: Bron: Livius

De Sofisten 3: Gorgias

ACHTERGROND - Gorgias was een tijdgenoot van Protagoras en geldt als de vader van de retorica: de kunst van het spreken. Hij was dan ook beroemd om zijn redevoeringen, waarin hij allerlei nieuwe stijlfiguren introduceerde, en andere uitwerkte: de zogenaamde ‘gorgiaanse figuren’. Iedereen die zich in de Oudheid wilde bekwamen in de welsbesprekendheid, zou die bestuderen, nog eeuwenlang.

Gorgias schreef ook over de kunst van het argumenteren. In zijn studies over de argumentatieleer verdedigt hij vaak expres onconventionele en soms ronduit absurde stellingen: het ging hem dan ook niet om het waarheidsgehalte van de stellingen zelf, maar om de argumentatie te kunnen bestuderen en oefenen.

Provocaties

Daarnaast schreef Gorgias een filosofische onderbouwing voor het belang van de retorica, provocerend getiteld Over het niet-zijnde of over de natuur. In dit werk ging hij uit van vier stellingen, die hij dit keer waarschijnlijk niet alleen maar als absurditeiten aanvoerde, maar uiterst serieus nam. Hier komen ze:

  • Er bestaat niets.
  • Zelfs als er al iets was, dan zouden wij het niet kunnen kennen.
  • Zelfs als we iets zouden kunnen kennen, dan konden we het nog niet in woorden uitdrukken.
  • Zelfs als dat zou lukken, dan zouden mensen het niet kunnen begrijpen.
Vorige Volgende