Machteloos tegen desinformatie?
OPINIE - De Europese Commissie heeft opnieuw van zich doen horen in de strijd tegen desinformatie. Aanleiding is nu de verspreiding van valse berichten over het coronavirus. De verantwoordelijke commissarissen Jourová (Transparantie en Waarden) en Borrell (Buitenlandse Zaken) hebben vorige week nieuwe plannen aangekondigd. Erg concreet zijn ze niet. NOS-correspondent Thomas Spekschoor ziet vooral ‘opgepoetste oude plannen‘. Probleem is dat de EU en de nationale overheden in belangrijke mate afhankelijk zijn van grote particuliere internetbedrijven die niet eenvoudig te sturen zijn. De Commissie heeft met de grootste spelers op dit gebied al eerder een ‘praktijkcode tegen desinformatie‘ afgesproken. Maar de code werkt tot nu toe niet omdat volgens de Europese organisatie van mediawaakhonden, ERGA, niet te controleren is of de platforms genoeg doen. ‘Brussel zou dwingender moeten zijn, de platforms echt onder druk moeten zetten om bijvoorbeeld data te delen en inzicht te geven in algoritmes. Daarmee zouden wetenschappers en journalisten kunnen onderzoeken hoe nepnieuws zich verspreidt.’
IJdele hoop. Google, Facebook en Twitter zullen zich niet zo maar in de kaart laten kijken. Tot nu toe hebben ze geen enkel teken vertoond af te willen stappen van hun status als privaat bedrijf dat alleen op vrijwillige basis samenwerkt met de overheid dan wel burgers waarschuwt voor misleidende informatie. Zoals met het -overigens discutabele– commentaar van Twitter op Trump’s tweets. Zo lang deze techplatforms niet omgevormd worden tot aan regels onderhevige publieke dienstverleners zullen overheid en burgers machteloos moeten toezien dat het informatieverkeer afhankelijk blijft van particuliere belangen.