Buigen voor Trump
COLUMN - Tot een jaar of vijf geleden kon je in Nederland voor de rechter gedaagd worden als je een buitenlands staatshoofd beledigde. Tenminste, als die op dat moment in Nederland op bezoek was. In 2020 is het desbetreffende artikel 118 lid 1 uit het Wetboek van Strafrecht gehaald. Dat artikel was in de plaats gekomen van een verderstrekkend verbod op de belediging van een ‘bevriend staatshoofd’ dat in 1978 is afgeschaft.
Die afschaffing is terug te voeren op strafzaken over beledigingen van de Amerikaanse President Johnson. De kritiek dat Johnson een ‘moordenaar’ zou zijn wegens het door Amerika gevoerde Vietnambeleid, was verboden volgens artikel 117 van het Wetboek van Strafrecht. De vervolgingen voor beledigingen van de Amerikaanse president leidden tot maatschappelijke onvrede. Omdat ‘moordenaar’ niet mocht, scandeerde men tijdens Vietnam-demonstraties ‘Johnson molenaar’. In het parlement gaf minister Polak aan dat ‘artikel 117 niet is toegesneden op de moderne staatsrechtelijke situaties.’
Het verbod op het beledigen van een bevriend staatshoofd is eerder in de vorige eeuw een paar maal toegepast. De roman- en toneelschrijver Maurits Dekker is in 1938 veroordeeld tot een geldboete van 100 gulden omdat hij in het pamflet Hitler. Een poging tot verklaring de Duitse dictator een clown, leugenaar, harlekijn, koekebakker had genoemd. Tweede Kamerlid Lou de Visser. De Visser stond terecht omdat hij Rijkspresident Paul von Hindenburg de ‘grote slachter van 1914-1918’ die ‘honderdduizenden de dood in heeft helpen drijven’ zou hebben genoemd. In beide gevallen moest een veroordeling voorkomen dat de vriendschappelijke betrekkingen met andere, en dan met name sterkere, buitenlandse machten geschaad zouden worden.