Het Ramadan-Complex
Nederland is in de ban van Tariq Ramadan, of eigenlijk vooral van de discussie over Ramadan. Sinds de vertaling door de Gay Krant van uitspraken van Ramadan over homoseksualiteit ligt de knuppel definitief in het hoenderhok. De kernvraag waar het om draait is of Ramadan geschikt is als bruggenbouwer in Rotterdam.
Mijns inziens is deze vraag niet eenvoudig en misschien wel niet eenduidig te beantwoorden. Het probleem met Ramadan is volgens mij een probleem van Ramadan en tweeledig. Enerzijds is hij een vroom moslim die er dientengevolge denkbeelden op na houdt die in sommige gevallen moeilijk te verenigen zijn met de moderne westerse maatschappij. Anderzijds voelt hij zich ook een Europeaan en daarom predikt hij ondanks zijn moeite met de consequenties ervan wel trouw aan de rechtsstaat. Zijn ambigue houding heeft voor Ramadan persoonlijk de nodige consequenties. Hij is bijvoorbeeld niet meer welkom in een scala aan landen in zowel de islamitische als de westerse wereld. Daarnaast wordt hij nogal eens flink verketterd, dat gebeurde eerder in Frankrijk en nu hier.
Het probleem van deze gespleten persoonlijke invulling voor de buitenwacht is dat er voor ieder wat wils te halen is. Voor ‘rechts’ is hij een engerd, omdat hij als moslim tegen pakweg homoseksualiteit is, wat overigens voor veel mensen in de beschaafde wereld helemaal geen onbekende gedachte is. Voor ‘links’ is hij juist interessant omdat hij zich als persoon midden in het spanningsveld tussen zijn geloof, eigen identiteit en westerse vrijheden bevindt en een succesvolle moslim is. Ik denk dat voor beide posities wat te zeggen valt. Het valt voor mij niet goed te praten dat hij homoseksualiteit als iets inherent slechts ziet. Aan de andere kant hoort ook het hebben van een dergelijke mening bij de vrijheden die wij hier gelukkig genieten. In mijn ogen kwalificeert zijn telkenmale expliciet uitgesproken respect voor de rechtsstaat hem om in overheidsdienst te kunnen dienen.