Laten happen op het juiste moment
Bij ons thuis is het net als bij Frits Abrahams en zijn “mijn vrouw”. We slapen in één bed, we koken voor elkaar en we denken over de politiek bijna hetzelfde, bijna, maar niet helemaal.
Dus zegt zij gisteren tegen mij: “Had jij niet op de PvdA gestemd, de laatste keer?” Ja, dat moest ik toegeven, dat klopt, maar ik had op Job gestemd, en niet op Diederik. “Oh,” zegt ze, “maar je hoeft je toch niet te verontschuldigen” – wat ik dus ook helemaal niet deed. Ik zei alleen ‘ja’, omdat het gewoon zo was. Job was twee jaar geleden zo constructief de verkiezingen ingegaan dat ik voor het eerst van mijn leven niet op een extreem linkse oppositiepartij of op het radicaal-progressieve D66 had gestemd, maar gewoon op een grote partij met een leider die de boel mij mekaar zou kunnen houden. En dat Job niet mee had mogen doen bij de laatste formatie, dat was toch niet zijn schuld?
Daarin moest ze mij gelijk geven. Ze lachte, en vertelde dat volgens haar het uiteindelijk een vergissing was geweest, met die gedoogconstructie. Informateur Lubbers had met Rutte en Verhagen dan wel besproken dat je de grote winnaar van de verkiezingen toch niet helemaal buiten spel kon houden en dus wel met hem moest gaan praten.
Die informatieronde had wat betreft Lubbers alleen voor spek en bonen moeten zijn, zodat Wilders achteraf niet zou kunnen klagen dat hij niet serieus was genomen of buiten de gesprekken was gehouden. Maar blijkbaar hadden Rutte en Verhagen het niet goed verstaan, of ze hadden Lubbers niet goed begrepen. Ze hadden Wilders te serieus genomen: ze waren een veel te lang gesprek met hem aangegaan, en ze waren uiteindelijk tot de gedoogconstructie gekomen. Tot verbazing van Lubbers, want zo had hij het helmaal niet zo bedoeld. Maar de onderhandelingen waren in een versnelling terecht gekomen, en toen was de gedoogconstructie volgens mijn wederhelft niet langer tegen te houden geweest. “Wilders werd in het zadel getild. Andere partijen hoefden niet meer aan de bak te komen. En de als premier gedoodverfde Job Cohen had het nakijken. Hij stond er bij, en hij kon er niets aan doen, want ze hadden al meer dan 75 zetels samen, met Rutte, Verhagen en Wilders. Zo gaat dat in de politiek: één zeteltje meer of minder is genoeg, en met twee zeteltjes kun je bijna de politiek in de greep krijgen.”