Gastauteur

2.295 Artikelen
3 Waanlinks
25 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: Corne Bastiaansen, CC 0, via Wikimedia Commons.

De Gesloten Bestuurscultuur: de erfenis van dertien jaar Rutte?

ACHTERGROND - Door Simon Otjes, eerder verschenen bij Stuk Rood Vlees

Sinds 1 april 2021, gaat het veel over de Nederlandse bestuurscultuur. Een kritiekpunt dat vaak genoemd wordt, is het gesloten karakter van de Nederlandse bestuurscultuur. Geheimhouding staat hierin centraal in plaats van transparantie. Dit wordt vaak gekoppeld aan de persoon van Mark Rutte, de man van de Rutte-doctrine en de verdwenen SMS-jes. Maar is dit realistisch? In welke mate is geheimhouding een dieper onderdeel van de Nederlandse politieke cultuur?

In een recente podcast Het Spel en de Macht spreek ik hierover met jurist Annemarie Drahmann en historica Eleni Braat. Het belang van geheimhouding gaat veel verder terug in Nederland. Het is bovendien een opmerkelijk verschil tussen Nederland en landen waarmee we ons graag vergelijken.

Geheimhouding en Verzuiling

Volgens politicoloog Arend Lijphart is geheimhouding een belangrijk onderdeel van de Nederlandse bestuurscultuur ten tijde van de verzuiling. Deze periode duurde grofweg tussen 1918 en 1967. Verzuilde elites, die verschillende maatschappelijke groepen vertegenwoordigden, moesten tot compromissen komen. Het is voor politici makkelijker om afspraken te maken achter gesloten deuren. Het is gemakkelijker om een uitruil te maken als er geen burgers of journalisten meekijken.

De notie dat het bestuur openbaar zou moeten zijn was niet geworteld in het bestel. De regering zag openbaarheid enkel vanuit de inlichtingenplicht die zij heeft richting de Kamer. Het is belangrijk om daarbij op te merken dat de inlichtingenplicht niet bijzonder sterk in de Grondwet was vastgelegd: het recht om vragen te stellen was een recht van de Kamer als geheel en niet van een individueel lid. Een Kamermeerderheid kon in principe het ondervragen van een minister blokkeren. De Tweede Kamer zette haar middelen om informatie te krijgen überhaupt slechts spaarzaam in.

Foto: Jan Willem Broekema (cc)

Wat lokale politiek verliest met een hogere kiesdrempel

Een gastbijdrage van Hans Vollaard, Lars van Rooij en Barbara Vis, eerder verschenen bij Stuk Rood Vlees.

De gemeenteraadsverkiezingen van maart 2022 resulteerden in 593 eenpersoonsfracties; een aantal dat nog wel zal groeien door afsplitsingen. Er leven zorgen dat gemeenteraden met zoveel kleine fracties niet goed kunnen functioneren. Verhoging van de kiesdrempel wordt vaak gezien als oplossing, omdat daarmee minder of geen eenpersoonsfracties kunnen worden verkozen in gemeenteraden [1]. Maar wat zou de lokale politiek daarmee verliezen? Dat is geen gemakkelijke vraag, omdat er opvallend weinig feitelijke informatie is over de toegevoegde waarde van eenpersoonsfracties. In opdracht van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden hebben we  onderzoek gedaan om die kennislacune te vullen [2]. Dat is van belang om de discussie over een hogere kiesdrempel inhoudelijk te voeren.

Het perspectief van eenpersoonsfracties zelf

In discussies over fragmentatie en de mogelijke invoering van een kiesdrempel komen eenpersoonsfracties zelf weinig aan het woord. Daarom hebben we gemeenteraadsleden die eenpersoonsfracties vormden in de zittingsperiode 2018-2022 geïnterviewd. We namen een verscheidenheid aan eenpersoonsfracties onder de loep om zo een onderbouwd beeld te kunnen geven van de verschillende manieren waarop zij hun rol vormgeven. Zo spraken we met raadsleden die voor een landelijke, regionale dan wel lokale partij uitkwamen, die in grotere en kleinere raden zitting hadden, die wel en niet in het college van burgemeester en wethouders vertegenwoordigd waren, en die verkozen of afgesplitst waren. We vroegen hen hoe ze in de raad waren gekomen en naar hun ervaringen met koersbepaling, controle, en de ondersteuning die zij kregen bij deze werkzaamheden. Hoewel vervolgonderzoek nodig is om te verklaren wat de precieze verklarende kracht is van fractieomvang voor de bijdrage van eenpersoonsfracties in gemeenteraden, kunnen we al enkele voorlopige conclusies en aanbevelingen formuleren.

Foto: Tracy (cc)

Kriebels, kleuters, clitoris

LONGREAD - Drie weken geleden vond de week van de Lentekriebels plaats. Dit is een themaweek voor het basisonderwijs waarin er op basisscholen aandacht kan worden besteed aan seksuele vorming, geïnitieerd door Expertisecentrum voor seksualiteit Rutgers. Er verschenen talloze negatieve berichten over de Lentekriebels op sociale media, in de traditionele media, en zelfs in de Tweede Kamer. Deze week verschenen er berichten op sociale media over museum NEMO in Amsterdam. In één van de tentoonstellingen gaat het over seksualiteit. Het museum werd door een bonte verzameling van Moederharten en Juicekanalen uitgemaakt voor een pedofielennetwerk. In dit stuk deel ik mijn gedachten over seksuele vorming aan basisschoolleerlingen en de berichten van de afgelopen tijd.

Ik ben al lang geïnteresseerd in seksuele vorming en ontwikkeling. Tijdens en na mijn opleidingen tot basisschoolleerkracht en onderwijspedagoog heb ik me gespecialiseerd in het onderwerp. Ik hoop daarom dat mijn gedachten over dit onderwerp een nuttige bijdrage kunnen vormen aan het debat rond dit onderwerp.

Na het afronden van mijn master was ik druk bezig met solliciteren. Om goed voor de dag te komen ging ik naar de kapper. Zoals dat gaat, raakte ik met de kapper in gesprek over mijn werk en interesses. Hij vertelde dat hij een zoontje van 7 had en dat hij dacht dat die natuurlijk nog te jong was voor seksuele vorming, maar dat hij daar soms toch een beetje over twijfelde. Ik vroeg hem waarom hij twijfelde en hij vertelde dat hij in de zoekgeschiedenis op de iPad had gezien dat zijn zoontje gezocht had op termen als ‘blote meisjes’ en ‘borsten’. Bij nader inzien was zijn zoon misschien helemaal niet te jong voor seksuele vorming.

Foto: Flickr CC BY-NC 2.0 by Rasande Tyskar rethink capitalism Corona times Hamburg

‘Hoeveel machtsongelijkheid willen we toelaten?’

INTERVIEW - door Duane van Diest en Noa Harmsen, eerder verschenen in het themanummer van idee-magazine (tijdschrift voor het sociaal-liberalisme) over Liberalisme in crisis (oktober 2022)

Het denken van de Duitse politiek filosoof Lisa Herzog bevindt zich op het snijvlak van politieke theorie en economie. Ze noemt het bovendien de ‘activistische kant van haar werk om gaten te slaan in de economische aannames van mensen’.[1] Voor Idee spreken we haar over de vraag of het liberalisme in crisis is. In ons gesprek wijst Herzog op een blinde vlek van liberalen vandaag: macht. ‘Ik denk dat het liberalisme zich meer moet gaan focussen op het beschermen van onze vrijheden tegen private machten.’

Dat het liberalisme momenteel onder vuur ligt, herkent Herzog wel. ‘Ik merk dat het in sommige academische kringen best lastig is om vast te houden aan een idee van liberalisme dat armoede en klimaatrechtvaardigheid serieus neemt’, vertelt ze. ‘Je wordt er al gauw van verdacht eigendomsrechten en de rechten van grote bedrijven belangrijker te vinden. Maar in mijn perspectief hebben die rechten weinig te maken met de vrijheden van alle mensen als burgers, wat ik opvat als de kern van het liberalisme.’

Net als in haar werk, blijft Herzog het liberalisme tijdens ons gesprek steevast verdedigen, maar dan wel als een breed begrip. ‘Sommige mensen definiëren liberalisme als het vrij zijn van overheidsbemoeienis. In dat begrip gaat liberalisme hand in hand met een focus op de markt. Dat is een te smalle opvatting’, zegt Herzog. ‘Ik begrijp het liberalisme liever als een politieke traditie waarin een reeks rijke en complexe vrijheden voor alle leden van een maatschappij centraal staat, die mensen in staat stelt om een autonoom leven te leiden.’ Ze noemt het liberalisme dan ook een ‘aspirerend’ concept: iets om naar te streven, maar dat nooit volledig kan worden bereikt. ‘Dergelijke concepten worden vaak geloofd in crisis te zijn, omdat niet wordt bereikt wat we willen bereiken. Het volgt hetzelfde patroon als bijvoorbeeld het debat over de crisis van de democratie.’

Foto: jasbcor (cc)

Oorlogspropaganda van de Nederlandse regering

Deze week wordt met gemengde gevoelens teruggekeken op de oorlog in Irak die de VS twintig jaar geleden begonnen. Om die oorlog in maart 2003 te legitimeren en mogelijk te maken, werd door de VS een massieve propagandacampagne opgetuigd. Deze was gericht tegen de eigen bevolking, die met misleiding en bedrog tot steun aan een illegale oorlog werd gemanipuleerd. Twintig jaar na dato zijn de Amerikaanse leugens genoegzaam bekend; minder aandacht is uitgegaan naar propagandagebruik door de Nederlandse regering. Jip van Dort blikt terug.

De Amerikaanse desinformatie was georganiseerd rond twee thema’s: massavernietigingswapens (MVW) en banden met de jihadistische organisatie Al Qaida, die verantwoordelijk was voor de aanslagen op 11 september 2001. Vanwege het bezit van chemische, biologische en mogelijk zelfs nucleaire wapens en de bereidheid om deze te delen met aanslagplegers werd Irak opgevoerd als een grote en acute dreiging, voor de gehele wereld. Daar moest snel iets aan gedaan worden, was de boodschap, maandenlang. Meerdere studies geven enig zicht op de omvang van deze propaganda.

Een rapport uit het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden concludeerde in maart 2004 dat vijf sleutelfiguren, waaronder president Bush en een aantal ministers, zeker 237 misleidende verklaringen de wereld in hadden gestuurd. De Amerikaanse president stelde bijvoorbeeld dat Irak pogingen ondernam om uranium uit Afrika te importeren, dat nodig is om kernwapens te maken. Vicepresident Cheney stelde dat Irak een gevestigde relatie met Al Qaida had.1

Foto: International Labour Organization ILO (cc)

Staking zorgpersoneel

COLUMN - Dat zorgpersoneel vorige week in 64 ziekenhuizen actie voerden, heeft niet alleen met loon te maken. Verpleegkundigen worden ondergewaardeerd. Een gastbijdrage van Nick Ottens.

Ziekenhuizen bieden 5 procent loonstijging op de korte termijn, nog eens 5 procent in de loop van het jaar en 3 procent meer salaris in 2024. De vakbonden willen onmiddellijk 10 procent extra plus een hogere toeslag voor verpleegkundigen die ‘s nachts en in het weekend werken.

Daar zou uit te komen moeten zijn – als er meer vertrouwen was. Verpleegkundigen weten echter dat ze niet voor vol worden aangezien. Zij vragen al jaren om meer zeggenschap over hun roosters en werktijden. Bestuurders trekken zich er weinig van aan. De maat is vol. Op donderdag werd gewerkt alsof het een zondag was: alleen spoedeisende hulp ging door.

Oud-vakbondsman Doekle Terpstra deed tussen 2018 en 2021 onderzoek naar de personeelstekorten in de zorg. Hij was verbijsterd ‘hoe weinig autonomie en ontwikkelingsmogelijkheden zorgmedewerkers vaak hebben [en] hoezeer vanuit het rooster wordt gedacht in plaats vanuit de werknemer.’

‘Ik proef soms nog iets van de oude sfeer van heel vroeger, van werken in de zorg als roeping voor heilige Martha’s,’ zei Terpstra.

Foto: Flickr CC BY-NC 2.0 by Rasande Tyskar rethink capitalism Corona times Hamburg

Vrijheid en markten in balans

ESSAY - van Willem Schramade, eerder verschenen in het themanummer van idee-magazine (tijdschrift voor het sociaal-liberalisme) over marktmacht (april 2021)

De term ‘vrije markt’ suggereert een simpele relatie tussen markten en vrijheden: vrijere markten zorgen voor meer vrijheid. Maar zo simpel is het niet. Markten faciliteren vrijheid slechts tot op bepaalde hoogte. Ze moeten goed gestructureerd worden om effectief te zijn. Markten zijn dus geen doel op zich, maar een middel om vrijheid te realiseren. Maar hoe zorg je ervoor dat het middel goed functioneert? Daar zijn zes richtlijnen voor te benoemen.

Wat Marx en de neoliberalen met elkaar gemeen hebben

In het neoliberale denken leiden minder markt en meer overheid automatisch tot minder vrijheid en efficiency. Het adagio is: overheid, ga aan de kant, dan komt alles goed. Zo zijn in naam van de vrijheid veel waardevolle instituties afgebroken, waaronder ook burgerlijke zelforganisatie buiten overheid en markt om – met alle schade van dien. Karl Marx zag hetzelfde lineaire verband maar dan omgekeerd: hoe meer markt, hoe meer ongelijkheid en onvrijheid. De in zijn naam uitgevoerde experimenten zijn dramatisch slecht afgelopen, met extreme vormen van staatsingrijpen. Kortom, beide visies hebben een grote blinde vlek voor de door hen gewenste situatie, maar zien scherp de gevaren van de ongewenste tegenovergestelde situatie.

Foto: Bart (cc)

Adviezen voor bij het kiezen: #PS2023

Morgen mogen we weer naar de stembus. In deze blog tien adviezen voor bij het kiezen en voor wat daarna komt. Waar op te letten? Een gastbijdrage van Matthijs Rooduijn, eerder verschenen bij Stuk Rood Vlees.

Eén

Laat je niet foppen door alle aandacht die uitgaat naar de landelijke kopstukken van de politieke partijen. We kiezen woensdag de Provinciale Staten, en we kunnen niet stemmen op Mark Rutte, Sigrid Kaag, Wopke Hoekstra, Jesse Klaver of Caroline van der Plas. Dit is niet altijd even duidelijk als je naar de verkiezingsdebatten kijkt. Gisteren, bijvoorbeeld, gingen verschillende landelijke partijleiders met elkaar in debat bij Buitenhof en bij Linksom of Rechtsom van BNNVARA.

Probeer je bij deze verkiezingen te verdiepen in wat er in jouw provincie speelt en de landelijke usual suspects wat meer links (of rechts) te laten liggen. Provinciale politiek gaat over zaken als ruimtelijke ordening, natuurbeheer, infrastructuur en openbaar vervoer. Er zijn genoeg actuele thema’s – denk aan bijvoorbeeld stikstof en woningbouw – die er toe doen bij deze verkiezingen.

Twee

Maar: negeer de landelijke politiek niet. De Provinciale Staten kiezen in mei de 75 leden van onze Eerste Kamer. Daarmee hebben de verkiezingen van deze week indirect dus wel degelijk gevolgen voor de landelijke politiek. En niet in de minste plaats omdat de coalitie vrijwel zeker geen meerderheid gaat krijgen in de Eerste Kamer, en als gevolg daardoor afhankelijk zal worden (of eigenlijk blijven want ze is dat al jaren) van andere partijen. De Eerste Kamer heeft minder bevoegdheden dan de Tweede Kamer, maar moet wetgeving wel altijd goedkeuren. Mede om die reden zie je nu aan de lopende band al die landelijke kopstukken in de media.

Foto: Flickr CC BY-NC 2.0 by Rasande Tyskar rethink capitalism Corona times Hamburg

In marktwerking kun je niet wonen

ESSAY - van Naomi Woltring, eerder verschenen in het themanummer van idee-magazine (tijdschrift voor het sociaal-liberalisme) over marktmacht (april 2021)

Als een partij iets wil doen aan ‘marktmacht’, is het goed om te leren van het verleden. Geïnspireerd door neoliberaal denken, poogde D66 in de paarse kabinetten ‘Nederland kartelparadijs’ in de jaren negentig open te breken met een nieuwe mededingingswet, deregulering, privatisering en betere wetgeving. Concurrentie als wapen tegen marktmacht. Inmiddels weten we dat de architecten van het marktwerkingsbeleid naïef waren over de maakbaarheid van de markt. Het debat over de woningnood kan een keerpunt zijn.

In zijn beroemde boek Capitalism and Freedom stelt Milton Friedman dat competitief kapitalisme een voorwaarde is voor politieke vrijheid. Hoe groter de sfeer van de markt, hoe groter de sfeer waar keuzes gemaakt kunnen worden zonder politieke dwang en zonder dat een minderheid in het gedrang komt. ‘Unanimiteit zonder conformiteit’ noemde hij dat. En hoewel hij erkende dat machtsconcentraties op de markt ook vrijheid konden ondermijnen, achtte hij de risico’s daarvan minder groot dan een overheid die dat soort machtsconcentraties wilde voorkomen of bestrijden.

Friedman is natuurlijk de bekendste neoliberaal van allemaal. Neoliberalisme is de ideologie die uitgaat van persoonlijke vrijheid die het beste bereikt kan worden door de markt zo groot mogelijk te maken en concurrentie te stimuleren. De overheid heeft hierbij als taak de markt mogelijk te maken. Bovendien moet de overheid zo veel mogelijk ‘marktconform’ beleid voeren. Afhankelijkheid van de verzorgingsstaat moet zo veel mogelijk worden beperkt, bijvoorbeeld door het stimuleren van eigen woningbezit.

Foto: Flickr CC BY-NC 2.0 by Rasande Tyskar rethink capitalism Corona times Hamburg

Wat de groene beweging nodig heeft is niet meer denkkracht, maar meer daadkracht

ESSAY - van Sara Van Rompaey en Seppe De Meulder, eerder verschenen in tijdschrift ‘De Helling, (redactie Wetenschappelijk Bureau GroenLinks)

Het is een vergissing om de hoop op een ecologische omwenteling te zoeken in specifieke maatregelen of een uitgestippelde route. Hoop is niet het resultaat van de openbaring van een utopie, maar van verzet tegen de noodtoestand. Wie droomt van een ander economisch systeem moet daar zijn waar het huidige systeem ravages aanricht.

1 november 1755, Lissabon. De kerken van de hoofdstad van Portugal zitten stampvol gelovigen die Allerheiligen vieren. Omstreeks kwart voor tien begint de aarde minutenlang te beven. De beving wordt gevolgd door een tsunami en een brand die bijna heel Lissabon vernietigt. Meer dan een derde van de bevolking van Lissabon laat het leven, 85 procent van de gebouwen wordt vernield. De schade blijft niet beperkt tot Lissabon. Grote delen van Portugal worden getroffen. De schokgolven van de aardbeving zijn voelbaar door heel Europa en Noord-Afrika.

‘Op de aardbeving volgde een geestbeving’ schrijft Philipp Blom in een essay voor De Groene Amsterdammer. De aardbeving van Lissabon moet zowat de meest besproken natuurramp in de westerse geschiedenis zijn. Was het dominante denkkader voordien al wat aan het wankelen gebracht, dan ging het na de aardbeving daveren op zijn grondvesten. ‘Het verhaal over 1755 gaat niet over een aardbeving, maar over de crisis van een collectief verhaal’, aldus Blom.

Foto: Matthias Müller (cc)

Veroordeeld voor virtuele plannen in Minecraft

INTERVIEW - De Siberische scholier Nikita Uvarov werd in 2021 veroordeeld tot vijf jaar kamp wegens terrorisme. Het Moskouse Hoger Gerechtshof wees de cassatie in januari van dit jaar af. Een gastbijdrage van Ardy Beld.

In de zomer van 2020 werden Nikita Uvarov, Denis Michailenko en Bogdan Andrejev gearresteerd door de geheime dienst FSB. In hun jeugdige overmoed hadden de 14-jarige scholieren in het holst van de nacht zelf geprinte affiches met de eis tot vrijlating van een politieke gevangene in hun woonplaats, het Siberische stadje Kansk, aangeplakt. Daarbij hadden ze ook het lokale bureau van de geheime dienst FSB niet overgeslagen. De tieners werden met veel bombarie in de boeien geslagen.

Na inzage van messenger-berichten op de telefoons van de jongens, stelden FSB-medewerkers vast dat ze een voor provinciale maatstaven ongekende vangst hadden gedaan. De jongens die dweepten met het anarchisme waren van plan het plaatselijke FSB-gebouw na te bouwen in het computerspel Minecraft om het daarna zonder pardon op te blazen. Later werd de versie van de geheime dienst nog serieuzer: de minderjarigen zouden tussen oktober 2019 en juni 2020 hebben geoefend met explosieven in leegstaande gebouwen ter voorbereiding van een terroristische aanslag.

Nikita zat 11 maanden in voorarrest. Pas in mei 2021 mocht hij de gevangenis voorwaardelijk verlaten. Negen maanden later werd de toen 15-jarige scholier door een militaire rechtbank veroordeeld tot vijf jaar heropvoedingskamp in zijn woonplaats Kansk. Michailenko en Andrejev kregen drie en vier jaar voorwaardelijk, omdat ze justitie hun volledige medewerking zouden hebben verleend. De cassatie in de zaak tegen Nikita Uvarov werd op 17 januari 2022 door het Hoger Gerechtshof in Moskou afgewezen.

Foto: Geopende detonatiepot op binnenvaarttanker

Open brief ronde tafel varend ontgassen 7 maart 2023

BRIEF - Naar aanleiding van de motie d.d. 24 januari 2023 is er besloten op 7 maart een ronde tafelgesprek te organiseren. In dit debat dient U naar mijn mening goed beslagen ten ijs te komen. Dit is alleen mogelijk, wanneer U over voldoende kennis / feiten inzake het ontgassingsdossier beschikt. Staat U mij als ‘klokkenluider’ toe U bij dezen informeel en geheel vrijblijvend van de nodige kennis / feiten te voorzien. Deze informatie is een aanvulling op mijn open brief aan de heer Harbers d.d. 30 januari 2023.

Feiten m.b.t. de uitgestoten dampen

Ontgassen is het met behulp van veel lucht uitstoten van gevaarlijke dampen uit de ladingtanks van een tankschip, daar een volgende lading niet met de dampen van de vorige lading in aanraking mag komen. Alle door tankers naar de vrije atmosfeer uitgestoten dampen zijn afkomstig van stoffen, die in Tabel C van het ADN worden opgesomd. Deze hebben inzake minerale oliën alle het predicaat ‘milieugevaarlijk’ ( bijlage 1 ). Behalve dat deze dampen een gevaar voor het milieu opleveren, hebben veel stoffen bij de classificatie in kolom 5 van Tabel C tevens de letters CMR staan ( zie bijlage 2 ). Dit betekent dat de betreffende stoffen en inherent hieraan de van deze stoffen afkomstige dampen carcinogene, mutagene en reproductie-toxische eigenschappen hebben.

Vorige Volgende