Hypocrisie en religie
OPINIE - Het is een koude dag in februari 2020. Enkele dagen eerder is het Amerikaanse leger van de Republikeinse president Ben Carson met groot machtsvertoon Jemen binnengevallen in het kader van de immer voortdurende War on Terror.
Berichten over burgerslachtoffers (“collateral damage”) stapelen zich op in de media en ook in Nederland is de verontwaardiging groot. Een bont gezelschap demonstranten verzamelt zich bij de Amerikaanse ambassade om hun woede te uiten. Er zijn mannen met baarden, vrouwen met hoofddoeken, maar ook autochtone activisten, jong en oud. Op een gegeven moment tovert het gezelschap, een man of dertig groot, een enorme Amerikaanse vlag tevoorschijn. Daar wordt uitgebreid op gestampt en gespuugd, en ten slotte wordt de vlag in de fik gestoken.
Terwijl het stuk stof brandt, breekt plotseling paniek uit. Een auto is met piepende banden tot stilstand gekomen. Uit de wagen springen twee gemaskerde mannen met machinegeweren. Ze openen het vuur op de menigte terwijl ze “Praise Jesus!” en “God bless America!” roepen. Er vallen minstens tien doden en evenzovele gewonden. Voordat de gemaskerde mannen terug in de auto springen, roepen ze nog “we hebben onze Vlag gewroken! Niemand komt ongestraft aan onze Vlag!”. Op de vlucht voor de politie stormen de mannen een halal slagerij binnen, waar ze ook zonder genade mensen doodschieten, voordat ze zelf in een kogelregen van de opgetrommelde ordediensten om het leven komen.
In de dagen na de aanslag is de verontwaardiging in het land enorm. Er zijn massale protestmarsen en hoewel eigenlijk niemand daar trek in heeft, besluit de Publieke Omroep “Mijn vrijheid, jouw vrijheid deel 347″ uit te zenden.