Gastauteur

2.328 Artikelen
3 Waanlinks
25 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: David Stanley (cc)

Armeense kwestie of genocide?

OPINIE - Genocide afdoen als een ‘kwestie’ is eigenlijk geschiedvervalsing. Een gastbijdrage van Jan Keuken.

De Armeense kwestie? Of de Armeense genocide? Het is maar net aan wie je het vraagt, en wanneer je het vraagt. Het onsmakelijke woordenspel rondom de volkerenmoord op de Armeense bevolkingsgroep komt elk jaar wel een keer in de media naar voren.

Inmiddels heeft de Nederlandse overheid hier gelukkig duidelijkheid over gegeven. Het is niet helemaal naar de wens van de Tweede Kamer, die wil graag ook de noemer genocide gebruiken, maar er wordt in ieder geval een standpunt ingenomen. Turkije en de Turkse minderheden in de Westerse landen reageren telkens als door een wesp gestoken als het thema aan bod komt.

De vergelijkingen rondom de Holocaust en andere verschrikkelijke gebeurtenissen in de wereldgeschiedenis worden regelmatig getrokken. Is dit terecht, of speelt er iets anders?

Het lijkt me goed, bij alles wat hier al over geschreven is, om er toch nog eens door een historische bril naar te kijken. En dan bedoel ik geen oude versleten blik, maar een feitenrelaas. Meningen kunnen verschillen, gevoeligheden zijn er zeker, maar een genocide ontkennen uit politiek en nationalistisch standpunt is eenvoudigweg geen goed idee.

Foto: European Parliament (cc)

Zelfs over de verkiezingsuitslag zijn we het niet eens

ANALYSE - Niet alleen journalisten en politici, ook kiezers zelf interpreteren verkiezingsuitslagen op eigen wijze. Hoe dat werkt laten Tom van der Meer en Gijs Schumacher zien aan de hand van een onderzoek bij de uitslag van de Provinciale Statenverkiezingen. Hun bevindingen verschenen eerder op Stuk Rood Vlees.

De duiding van een verkiezingsuitslag is in een gefragmenteerd meerpartijenstelsel als Nederland bepaald niet makkelijk. Alleen al de definitie van verkiezingswinst is onduidelijk in een meerpartijenstelsel. Natuurlijk, de kiezer heeft gesproken. Maar wat ‘de’ boodschap van ‘de’ kiezer is, is het verhaal dat politici en journalisten na de verkiezingen proberen te spinnen. Dat de kiezer niet met één mond spreekt en verkiezingen geen eenduidige interpretatie kennen, wordt daarbij nogal eens over het hoofd gezien. Dat gebeurde ook met de uitslag van de Provinciale Statenverkiezingen van 20 maart 2019.

Om na te gaan hoe Nederlandse kiezers de verkiezingsuitslag van 20 maart interpreteren, hebben we respondenten in een peiling van Kantar een aantal (fictieve) krantenkoppen voorgelegd over de verkiezingsuitslag.

Deze kiezers konden vervolgens aangeven in hoeverre de stellingen in die krantenkoppen volgens hen waarheidsgetrouw zijn (heel, enigszins, of niet waarheidsgetrouw). De vijf uitspraken die we aan kiezers voorlegden zijn op zichzelf allemaal feitelijk juist, hoewel ook allemaal open voor interpretatie.

Foto: Tax Credits (cc)

Nederland als plutocratie: vertegenwoordiging van inkomensgroepen in beleid

ANALYSE - Als het op politieke gelijkheid aankomt schiet de democratie in Nederland schromelijk tekort. Een gastbijdrage van Wouter Schakel, eerder verschenen op Stuk Rood Vlees.

Politieke gelijkheid is een van de belangrijkste waarden waar de democratie op gebouwd is. Dat wil zeggen, elke volwassen burger hoort in een democratie in gelijke mate in staat te zijn om te beïnvloeden wat de overheid doet, en er zouden geen groepen moeten zijn die systematisch worden uitgesloten van politieke vertegenwoordiging. In de praktijk komt van dit ideaal helaas weinig terecht.

In de afgelopen jaren is er veel onderzoek gedaan naar de mate waarin economische ongelijkheid zich vertaalt in politieke ongelijkheid, vooral in de Verenigde Staten. Amerikaanse studies concluderen dat diverse politieke uitkomsten – waaronder partijposities, stemgedrag van Congresleden en beleidsuitkomsten – veel sterker aansluiten op de voorkeuren van de rijken dan op de voorkeuren van midden- en lage inkomens.

Voor wie de Amerikaanse politiek volgt is dit waarschijnlijk geen grote verrassing, gezien de extreme inkomensongelijkheid, de verkiezingscampagnes waar vele miljarden dollars aan worden uitgegeven en het feit dat het Amerikaanse Congres voor meer dan de helft uit miljonairs bestaat. De Verenigde Staten is om deze en andere redenen een zogenaamde most likely case: als er één democratie is waar we ongelijke vertegenwoordiging aantreffen, dan is het wellicht deze.

Foto: John (cc)

7 argumenten voor rapporteren over criminaliteit en herkomst nader bekeken

ANALYSE - Er zijn verschillende redenen aan te voeren om criminaliteitscijfers uit te splitsen naar herkomst, zoals in de rapporten van WODC, CBS en SCP regelmatig wordt gedaan. Tom van Messel en Gwen van Eijk bespreken de meest gehoorde argumenten.

Twee weken geleden riepen organisaties Ocan, SMN en IOT kabinetsleden op om de overheidscommunicatie over criminaliteitscijfers en herkomst aan te passen. Aan deze oproep ging een en ander vooraf. Onder andere is aan onderzoeksinstituten zoals het CBS, het SCP en het WODC gevraagd – per brief en tijdens gesprekken – om hun overwegingen bij de rapportages toe te lichten. In totaal publiceerden zulke instituten in de afgelopen tien jaar (tenminste) 47 rapporten waarin criminaliteitscijfers worden uitgesplitst naar herkomstland.

Onze observaties over de toelichtingen die vanuit deze onderzoeksinstituten werden gegeven komen aan bod in een volgend artikel. In dit artikel gaan we eerst in op enkele veelgehoorde argumenten om criminaliteitscijfers wél uit te splitsen naar herkomstland. De zeven koppen hieronder zijn gebaseerd op talloze feitelijke voorbeelden van argumenten vóór uitsplitsing naar herkomst, bijvoorbeeld uit regeringsnota’s of politieke debatten.

#1 “Je moet problemen kunnen benoemen”

Het argument ‘problemen benoemen’ kwam onlangs nog voorbij in de gemeenteraad van Leeuwarden.

Foto: https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Verkiezingsdebat_tussen_lijsttrekkers_CDA,_PvdA_en_VVD_in_Hilversumse_VARA-radio,_Bestanddeelnr_933-6506.jpg

Spannende verkiezingen, hogere opkomst?

ANALYSE - van Simon Otjes en David M. Willumsen (verscheen eerder op Stuk Rood Vlees).

De commissie-Remkes heeft de afgelopen twee jaar hard nagedacht over manieren om de Nederlandse democratie te vernieuwen en te versterken. Een van de adviezen die zij geeft is blokvorming: partijen die ideologisch dicht bij elkaar staan moeten voor de verkiezingen aangeven dat ze samen in het kabinet gaan. Dat zou goed zijn voor de legitimiteit van het politieke stelsel. Veel empirische ondersteuning bieden Remkes en zijn collega’s niet. Wel verwijzen ze naar de Deense politieke serie Borgen, die aangeeft dat blokvorming kan leiden tot spannende politiek. Dat leidt tot de vraag welke lessen Nederland zou kunnen leren uit Denemarken? En wat onderzoek zegt over het effect van blokpolitiek?

Een Deens en een Nederlandse verkiezingsavond

Aan de oppervlakte lijken de politieke stelsels van Denemarken en Nederland enorm op elkaar. Beide landen hebben een lage kiesdrempel en daardoor een zeer divers parlement: er zijn in beide landen rechts-liberalen, sociaal-democraten, socialisten, een links-groene fusiepartij, links-liberalen en rechtspopulisten. Bij de Nederlandse verkiezingen van 2017 werd de partij van de premier wederom de grootste. Na een maandenlange formatie smeedde hij een centrum-rechtse coalitie samen: de liberaal Mark Rutte bleef premier. Bij de Deense verkiezingen van 2015 bleef de partij van de premier ook de grootste. Deze won zelfs zetels. Maar op verkiezingsavond was het duidelijk dat de premier haar biezen kon pakken. Er zou een centrum-rechtse regering komen onder leiding van een liberaal. 10 dagen na de verkiezingen was deze geïnstalleerd.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Een kleine geschiedenis van de waarheid – Julian Baggini

RECENSIE - door Addie Schulte, redacteur van Boekenstrijd.
© Klement UItgeverij boekomslag Een kleine geschiedenis van de waarheid – Julian Baggini
Sommige mensen kunnen ingewikkelde problemen op een eenvoudige manier uitleggen. Als ze dat doen zonder te simplistisch te worden, is dat een prestatie van formaat. Filosoof Julian Baggini lukt dat in dit dunne boekje over ‘de waarheid.’ Hij legt op luchtige toon zijn visie uit en geeft zelfs tips over hoe met de waarheid om te gaan.

Baggini maakt de grote, onontkoombare waarheid kleiner door die op te delen in tien vormen. Er is niet een waarheid, er zijn ‘eeuwige waarheden’, ‘gezaghebbende waarheden’, ‘empirische waarheden’ en zo verder. Alleen al die aanpak zorgt uiteraard voor een relativering. Er is niet een absolute waarheid die op al die manieren waar is. We pakken de werkelijkheid en onze belevingswereld in met allerlei waarheden, die op verschillende niveaus iets zeggen.
We moeten van iedere waarheid zijn plaats weten, dan komt het wel goed, is de boodschap van Baggini.

Sneeuw is wit

Dit is geen inleiding in de filosofische inzichten in de waarheid, hoewel er verschillende filosofen voorbij komen. Zo citeert hij een van de bekende uitspraken over waarheid van Alfred Tarski: ‘sneeuw is wit’ is waar als en alleen als sneeuw wit is. De claim van de waarheid is een claim over een uitspraak. Maar hij gaat niet in op de moderne academisch-filosofische inzichten over waarheid. Wel is duidelijk uit Baggini’s benadering dat hij het idee van een algehele waarheid verwerpt.

Foto: IISG (cc)

Een andere kijk op het hoger onderwijs

OPINIE - Ook studentenbonden hebben hun achterban vandaag opgeroepen voor een landelijke staking en demonstratie in Den Haag. Maar zijn de problemen in het hoger onderwijs eigenlijk wel vergelijkbaar met die in de rest van de Nederlandse onderwijssector? Hein Vrolijk vindt dat meer geld voor het hoger onderwijs niet de beste oplossing is.

Natuurlijk weten ook de universiteiten en hogescholen wel raad met het extra geld dat de regering ongetwijfeld zal vrijmaken, de snelste manier  – vooral met het oog op de naderende verkiezingen – om de ontevredenheid in het onderwijsveld enigszins weg te nemen. Maar meer geld is niet beste oplossing. Alleen al omdat zij helemaal geen financiële problemen kennen, mede dankzij de instroom van buitenlandse studenten (zoals hier valt te lezen). Die enorme instroom heeft wel gezorgd tot een toenemende werkdruk maar om minimaal twee redenen leidt meer geld niet tot minder werkdruk.

Meer geld werkt averechts

Om te beginnen heeft niemand de universiteiten gedwongen om meer studenten uit het buitenland te accepteren. Integendeel, zij hebben zelf driftig geïnvesteerd in deze nieuwe inkomstenbron – waardoor hun overhead-kosten behoorlijk zijn gestegen. Wel moet worden gezegd dat zij vanuit de politiek zijn opgezadeld met allerlei perverse prikkels die schaalvergroting zo aantrekkelijk maken.

Foto: Minister-president Rutte (cc)

Unicum dreigt: De eerste regering die een meerderheid in de Eerste Kamer verliest

ANALYSE - Rutte III lijkt de eerste reguliere regeringscoalitie te worden sinds de invoering van het algemeen kiesrecht die zijn meerderheid in de Eerste Kamer verliest. Een analyse van Tom van der Meer, eerder gepubliceerd op Stuk Rood Vlees.

Vol spanning kijken politici, journalisten, en peilers uit naar de Provinciale Statenverkiezingen. Dan zal immers ook indirect de samenstelling van de Eerste Kamer bepaald worden. Al langere tijd suggereren de peilingen dat de regering de krappe meerderheid van 38 zetels in de Eerste Kamer zal verliezen. De regering rust dan wel op een meerderheidscoalitie in de Tweede Kamer, maar die zal dan niet weerspiegeld zijn in de Eerste Kamer.

Groter verschil in samenstelling

Dat de samenstelling van de Tweede Kamer verschilt van die van de Eerste Kamer, hoewel ze grotendeels bevolkt worden door dezelfde partijen, heeft natuurlijk alles te maken met de toegenomen veranderlijkheid van Nederlandse kiezers, en de toenemende mate waarin regeringen door kiezers worden afgerekend.

Sinds de Tweede Wereldoorlog hebben de beide parlementen altijd van elkaar verschild. Sinds de jaren vijftig zijn ze echter steeds meer van elkaar gaan verschillen. Uitgedrukt in Tweede Kamerzetels is het verschil in de laatste decennia meermalen uitgekomen boven de 35 zetels (minstens 24%).

Foto: Matto Fredriksson (cc)

Spice en de strijd om een menswaardig bestaan

ACHTERGROND - De oplossing van problematisch middelengebruik als Spice ligt niet bij het medicaliseren en psychologiseren ervan. Voor een structurele oplossing is sociologische inzicht en politieke beleid nodig. Een gastbijdrage van Jeroen Boekhoven, docent-onderzoeker aan de Academie voor Sociale Studies van de Hanzehogeschool Groningen, verbonden aan het Lectoraat Verslavingskunde.

He who makes a beast of himself gets rid of the pain of being a man

De Britse dichter, essayist en literatuurcriticus Samuel Johnson (1709-1784) dacht natuurlijk niet aan twintigste-eeuwse gebruikers van spice toen hij bovenstaande uitspraak deed. Maar toch. Spice, een kruidenmix waaraan synthetische cannabinoiden zijn toegevoegd, lijkt mensen te veranderen in beesten, vandaar de bijnaam ‘zombiedrug’.

De afschrikwekkende naam is goed bedacht: Spice vervangt weliswaar normale wiet, maar de effecten kunnen wel honderd keer heftiger zijn, en dat is te zien aan hoe mensen bewegen en zich gedragen als ze onder invloed zijn van spice.

De gevolgen van spice-gebruik kwamen indringend en aangrijpend in beeld (op 15 oktober 2018) in een aflevering van Trippers (BNNVARA) waarin presentator Jan Versteegh verslag deed van zijn reis door een aantal (achterstands)wijken in het Verenigd Koninkrijk waar het leven van grote groepen mensen draait om het gebruik van spice.
Het tv-programma schetste een heftig beeld van het leven van gebruikers en hun naargeestige omgeving; door bezuinigingen verpauperde wijken waar de helft van inwoners werkloos is, sociaal gemarginaliseerd, buitenspel gezet, uitgesloten. Desolate levens in een desolaat landschap.

Foto: Chris Beckett (cc)

Over de mythe van de ontevreden jongeren

ANALYSE - door Matthijs Rooduijn, eerder verschenen op Stuk Rood Vlees.

Afgelopen weekend stond er een mooi maar ook zorgwekkend artikel in de NRC over de staat van de democratie in de wereld. Eén van de redenen waarom er reden tot zorg is: volgens verschillende organisaties die onderzoek doen naar het democratische gehalte van staten gaat het op veel plekken in de wereld de verkeerde kant op. Denk aan landen als Hongarije, Venezuela en Turkije.

In deze blog wil ik ingaan op een andere in het artikel geopperde reden voor bezorgdheid. De lead van het NRC-stuk luidt: “Jongeren, ook in Nederland, zijn negatiever over democratie dan hun ouders. Waar mankeert het aan, en is het tij nog te keren?” Met andere woorden: niet alleen de democratische instituties van sommige landen staan onder druk, ook de steun voor de democratie kalft af. Zelfs in Nederland.

Ik heb goed en slecht nieuws.

Het goede nieuws is dat dit verhaal van de ontevreden jongeren niet klopt. Het slechte nieuws is dat dit verhaal desalniettemin wijdverspreid is, en ook nog steeds verspreid blijft worden.

Het verhaal van de ontevreden jongeren vindt zijn oorsprong in een invloedrijk artikel van de politicologen Roberto Stefan Foa en Yascha Mounk uit 2016. Op pagina 7 schrijven ze:

Foto: PanaTomix (cc)

Wanneer zijn thoriumcentrales commercieel beschikbaar als energiebron?

ANALYSE - In het debat over de mogelijke klimaatmaatregelen, komt kernenergie de laatste tijd nadrukkelijker naar voren. En dan met name de thoriumcentrale als meest veilige optie. We delen hier de inzichten aangaande de haalbaarheid van energiedeskundige Jasper Vis met u.

Korte antwoord: waarschijnlijk niet eerder dan 2050

Er wordt regelmatig gepraat over ‘thorium’ als oplossing voor het klimaatprobleem of als alternatief voor een of andere energiebron waar iemand tegen is. Het is echter de vraag hoe zinnig ‘thorium’ is als alternatief in de huidige discussies over klimaat en energie. De thoriumcentrale waar het om gaat is namelijk naar verwachting niet eerder dan 2050 beschikbaar om commercieel energie te leveren.

Wat is een ‘thoriumcentrale’?

Thorium is eigenlijk niet meer of minder dan een metaal. Met een ‘thoriumcentrale‘ bedoelt men een kerncentrale waarbij thorium als splijtstof wordt gebruikt. In verreweg de meeste kerncentrales wordt uranium gebruikt als splijtstof. Bij een thoriumcentrale denkt men meestal aan een zogenaamde gesmoltenzoutreactor. Of in het Engels: Molten Salt Reactor (MSR). Zo’n kerncentrale zou een aantal voordelen hebben vergeleken met een conventionele kerncentrale. Zo zou een kernsmelting (‘meltdown’) niet mogelijk zijn en levert het minder kernafval op. In het verleden is op verschillende plekken in de wereld gewerkt aan thoriumreactoren. In Nederland stond in de jaren ’70 een testreactor op het terrein van KEMA in Arnhem. Op enig moment werden kerncentrales op uranium het dominante ontwerp en raakte ‘thorium’ min of meer in de vergetelheid. Inmiddels is er weer de nodige interesse in thoriumcentrales en wordt er op verschillende plekken in de wereld weer onderzoek naar gedaan. Thorium kan ook toegepast worden in conventionele kerncentrales. Pleitbezorgers van ‘thorium’ in Nederland bedoelen echter meestal gesmoltenzoutreactoren omdat die een aantal nadelen van conventionele kerncentrales zouden kunnen wegnemen.

Foto: Lollyman (cc)

Wie bepaalt de agenda van de Tweede Kamer?

De agenda van de plenaire vergadering van de Tweede Kamer is overvol. De druk kan van de ketel door debatten vaker in de Kamercommissies te laten plaatsvinden. Dat is één van de oplossingen die Simon Otjes voorstelt in zijn artikel op Stuk Rood Vlees.

Weinig mensen zullen bewust inschakelen om de Regeling van Werkzaamheden van de Tweede Kamer te kijken. Iedere dag dat de Kamer vergadert, is er een korte overleg waar de agenda van de komende dagen bepaald wordt. Het lijkt een saai procedureel overleg, maar het is wat mij betreft het meest fascinerende moment van de politieke dag omdat hier fracties hun macht op de meest basale manier uitoefenen.

Om een regulier Kamerdebat te plannen is een meerderheid nodig. Nadat iemand een debat aanvraagt, laat de Kamervoorzitter kort de andere woordvoerders aan het woord: zij kunnen een debat steunen of afwijzen. Maar een Kamerlid kan ook een dertigledendebat aanvragen: met dertig leden kom je onderaan de lijst met debataanvragen. Om te voorkomen dat een debat wordt aangevraagd kan een Kamerlid ook een voorstel van een ander saboteren. Dat gaat vaak in vrij milde woorden “eerst een brief van de minister”. Dat is een manier om een debat op de lange termijn te schuiven of de minister de mogelijkheid te geven de angel uit het debat te halen.

Vorige Volgende