Gastauteur

2.333 Artikelen
3 Waanlinks
25 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Are environmental activists really a spying priority?

Deze gastbijdrage is met toestemming van de auteur, Annie Machon, overgenomen van The Guardian

The cascade of revelations about secret policemen, starting with PC Mark Kennedy/environmental activist “Mark Stone”, has highlighted the identity crisis afflicting the British security establishment. Private undercover police units are having their James Bond moment – cider shaken, not stirred – while MI5 has become ever more plod-like, yet without the accompanying oversight. How has this happened to our democracy without any public debate?

From the late 19th century the Metropolitan Police Special Branch investigated terrorism while MI5, established in 1909, was a counter-intelligence unit focusing on espionage and political “subversion”. The switch began in 1992 when Dame Stella Rimington, then head of MI5, effected a Whitehall coup and stole primacy for investigating Irish terrorism from the Met. As a result MI5 magically discovered that subversion was not such a threat after all – this revelation only three years after the Berlin Wall came down – and transferred all its staff over to the new, sexy counter-terrorism sections. Since then, MI5 has been eagerly building its counter-terrorism empire, despite this being more obviously evidential police work.

Special Branch was relegated to a supporting role, dabbling in organised crime and animal rights activists, but not terribly excited about either. Its prestige had been seriously tarnished. It also had a group of experienced undercover cops – known then as the Special Duties Section – with time on their hands.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Discussie megastallen gebruiken om relatie boer – consument te herstellen

Deze gastbijdrage is van Jan Paul van Soest: adviseur, entrepreneur en auteur op het gebied van duurzaamheid. Dit artikel staat ook op zijn eigen blog Natuurlijke Wereld.

De komst van megastallen in het landelijk gebied roept veel emoties en verzet op, en is aanleiding voor polarisatie. Onder meer Wakker Dier, Milieudefensie en het Burgerinitiatief Megastallen-néé laten van zich horen. Is de discussie in enkele factoren ‘te ontbinden’? Er zijn immers onderliggende problemen die lijken te culmineren in een welles-nietes-discussie over de megastallen.

De thema’s die spelen achter de discussie over de megastallen zijn vooral:

1. Dierenwelzijn: gaat dierenwelzijn er bij introductie van megastallen er op vooruit of op achteruit? Mijn vermoeden is dat de megastallen een verbetering zouden kúnnen betekenen, mede omdat bij grootschaligheid ook meer financiële mogelijkheden ontstaan voor investeren in dierenwelzijn. Ik vermoed echter ook dat de publieke perceptie anders is. Het zou echter wel aannemelijk moeten worden gemaakt dat de mogelijke verbeteringen ook echt worden gerealiseerd. Het is dan ook van belang dat juist de overheid regelt dat een deel van de financiële ruimte die door de schaalvergroting ontstaat ook daadwerkelijk voor verbetering van dierenwelzijn wordt benut. Wat betreft de diergezondheid is het beeld overigens nog niet zo helder: er kunnen plussen zowel als minnen zijn.

2. Emissies naar het milieu. Vergelijkbare opmerkingen gelden als onder 1: een meer industriële benadering geeft in beginsel ruimte voor allerlei emissiebeperkende maatregelen (investeringen). De perceptie zou ook hier een omgekeerde kunnen zijn. En ook hier geldt: de milieu-investeringen moeten wel worden geregeld of afgesproken, de markt zal ze bij de huidige condities niet spontaan doen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Kanttekeningen bij sociale mobiliteit

Vanaf heden werkt Sargasso geregeld samen met de website Sociale Vraagstukken. Vandaag een bijdrage van Rik Peeters en Martijn van der Steen, werkzaam bij de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur.

sociale ladderAl decennialang probeert de overheid de sociale stijging van mensen te bevorderen. Participatie in de samenleving of in economische zin ten behoeve van het collectieve belang lijkt de laatste jaren de overhand te krijgen. Een ontwikkeling waarbij een aantal kanttekeningen gezet kunnen worden.

De sociologie kent een lange traditie van onderzoek naar het stijgen of dalen van burgers op de maatschappelijke ladder. Daarbij gaat het veelal om de ‘stratificatie’ ofwel de onderverdeling van een samenleving in hiërarchisch te onderscheiden sociale klassen, alsmede de mogelijkheden om in die hiërarchie van positie te veranderen. Wie Stendhal’s roman Het Rood en het Zwart (1830) leest, begrijpt hoe gefixeerd sociale klassen lange tijd waren -de klasse waaruit je vader afkomstig was, bepaalde veelal je positie in de samenleving. Inmiddels behoort deze traditionele maatschappelijke stratificatie tot de verleden tijd, maar dat lijkt niet op te gaan voor het vraagstuk van de sociale mobiliteit.

Talent
In moderne tijden is grosso modo niet afkomst, maar talent het mechanisme waarlangs mensen hun plaats op de maatschappelijke ladder vinden of deze krijgen toegewezen. Dit proces werd door de grote  Duitse socioloog Max Weber (1864 –1920) omschreven als de maatschappelijke vraag naar bepaalde kennis, kwaliteiten en capaciteiten. De combinatie van persoonlijke kwaliteiten, de hulpbronnen die hij of zij kan aanwenden, en de sociaal gedetermineerde voorkeur voor bepaalde types kwaliteiten, eigenschappen, soorten kennis of capaciteiten, is in dit perspectief bepalend voor de levenskansen van een individu.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De Tunesische intifadah

Een gastbijdrage van Ed Hollants. Het stuk is ook op zijn site te lezen.

Op 17 december 2010 in Sidi Bouzid steekt Muhammad Al Bouazizi, 26 jaar oud, zich in brand nadat zijn fruit en groente in beslag worden genomen door de politie omdat hij geen vergunning heeft voor het verkopen ervan. Nog geen maand later, op 14 januari 2011, vlucht de president uit Tunesië, een tot dan toe als stabiel bekent staand land.

Het belangrijkste signaal dat deze Tunesische intifadah geeft aan vooral de Arabische wereld, is dat het onmogelijke mogelijk is. Het is mogelijk om een dictatoriaal regime dat al decennia bestaat af te zetten door zelf, zonder een georganiseerde oppositie, in aktie te komen. De regimes in de Arabische landen zijn kwetsbaar.

De Tunesische Intifadah is dan ook een unieke en historische gebeurtenis die verstrekkende gevolgen heeft of misschien beter gezegd, een eerste verschijnsel is van een grote verandering in de Arabische wereld.

Simplificatie van de revolutie in Tunesie

Het Arabische woord en begrip Intifadah, een volksopstand, doet denk ik nog het meest recht aan het gebeuren. Dit begrip is in het Westen bekend geworden door de Palestijnse Intifadah. Er is een aantal duidelijke overeenkomsten tussen Tunesië en de eerste Palestijnse Intifadah. Voor het gemak gebruik ik beide termen zowel Intifadah, opstand, als revolutie in dit stuk.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Privatiseren gevangenissen is niet goedkoper

Een gastbijdrage van Marcel Canoy en Ben Vollaard. Zij zijn verbonden aan de Universiteit van Tilburg. Canoy is tevens chief economist bij onderzoeksbureau Ecorys. Het stuk stond gisteren ook in NRC Handelsblad.

Het kabinet is de privatisering van het gevangeniswezen aan het voorbereiden. Dat is een opmerkelijk plan, dat tot nog toe weinig aandacht heeft gekregen. Hierover zijn afspraken gemaakt tijdens de coalitiebesprekingen.

Nu wordt het beleidsvoornemen uitgewerkt op ambtelijk niveau. Afgelopen week was staatssecretaris Teeven (Veiligheid, VVD) in het Verenigd Koninkrijk, om meer te weten te komen over de Britse ervaringen met de privatisering van gevangenissen.

Het plan is opmerkelijk omdat dit kabinet op vrijwel alle andere terreinen geen blijk geeft van een voorkeur om overheidstaken te laten uitvoeren door private partijen. Blijkbaar bestaat daar op dit ene terrein wel behoefte aan. De reden moet worden gezocht in de wens tot bezuinigen. De privatisering wordt voorbereid „met het oog op versobering en kosteneffectiviteit”. Het kan allemaal goedkoper en soberder. Privatisering gaat daarbij helpen, is de gedachte.

Als besparing het hoofddoel is, is dat te bereiken op een veel eenvoudigere manier: door het gevangenisregime te versoberen. Daarvoor is geen privatisering nodig – wel een debat over hoe Nederland wil omgaan met gevangenen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Provinciale geestelijke ongezondheid

Vandaag een bijdrage van Peter van het weblog Codes, keuzes en maakbaarheid.

ongezond kindDe geestelijke gezondheid in Noord-Holland en Limburg is niet zo best. In Friesland en Drenthe is die een stuk beter. Een klein detail in de CBS-statistieken van Neerlands mentale welbevinden.

Dat nodigt uit eens naar wat andere kenmerken van de provincies te kijken. Waarom staat Noord-Holland bovenaan? Die provincie kent het hoogste aantal werkzame mensen onder de bevolking. Maakt werk dan niet gelukkig? De Noord-Hollanders hebben, na Utrecht, ook het hoogste gemiddelde persoonlijk inkomen. Blijkbaar ook geen garantie voor om van psychische klachten gevrijwaard te zijn.
Waarom staat Groningen, met het hoogste werkloosheidspercentage, niet bovenaan? En Drenthe mag dan het laagste scoren op de geestelijke ongezondheidsladder van het CBS, de provincie volgt Limburg op de voet met het hoogste aantal zelfdodingen.

Als we werk en werkloosheid, inkomen en de geestelijke ongezondheid ook afzetten tegen zelfdodingen en krankzinnige zaken als moord en doodslag, krijgen we deze statistiek (klik op het plaatje voor een grotere versie en klik hier voor de excelsheet, waar de gegevens zijn verzameld).

Wat onmiddelijk opvalt is dat de provincies met de laagste geestelijke ongezondheid, een lager percentage werkenden hebben, een hogere werkloosheid en een lager gemiddeld persoonlijk inkomen, dan Noord-Holland. Minder arbeidsparticipatie en minder geld zijn in Friesland en Drenthe geen redenen op de sofa van de psychiater te gaan liggen. In Groningen lijkt werkloosheid en lager inkomen wel tot een redelijk hoge psychische nood te leiden. Het aantal zelfdodingen ligt er overigens maar net iets hoger dan in Noord-Holland en Limburg.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Hoe transparantie kan leiden tot verantwoording in Afrika

Dit is een interview van Roman Baatenburg de Jong en Siebe Anbeek van Hivos met Mendi Njonjo, de coördinator van het Africa Transparency and Technology Initiative.

Hivos is financier van het Africa Transparency and Technology Initiative (ATTI). Dit fonds ondersteunt initiatieven die burgers met behulp van ICT in staat stellen om hun overheid transparanter te maken en ter verantwoording te roepen. Maar hoe leiden technologie en transparantie tot verantwoording? Mendi Njonjo, coördinator van ATTI heeft de antwoorden.

Het doel van ATTI is duidelijk: “Uiteindelijk moeten wij ervoor gaan zorgen dat politici worden gedwongen om vaker verantwoording af te leggen over wat zij wel en niet doen. Dat proberen we door de overheid transparanter te maken met behulp van crowdsourcing. Tools als Ushahidi hebben bewezen dat het mogelijk is om op die manier enorm veel data openbaar te maken. De echte uitdaging ligt echter in het ter verantwoording roepen van onze politici als gevolg van deze nieuwe openheid.”

Het fonds heeft in totaal $2 miljoen te besteden. “Dat geld zullen we gebruiken om mensen te ondersteunen die handige nieuwe toepassingen hebben ontwikkeld, maar ook om te kijken welke bestaande technologieën geschikt gemaakt kunnen worden voor de Afrikaanse situatie. Natuurlijk zouden wij graag de ‘nieuwe Ushahidi’ ontdekken, maar de toepassing moet al wel gebouwd zijn.”

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Eurocrisis: in defence of investors

By Simon Tilford, chief economist at the Centre for European Reform.

The eurozone’s fiscal position is better than the US and UK, and the crisis-hit members of the currency union are doing more to strengthen their public finances than either of these countries. So why are borrowing costs so much higher for countries in the eurozone periphery than for Britain and America? Portugal and Greece have lower public deficits than the US, so why do investors fear for their solvency, but not that of the US?

These questions are being put with increasing frustration by eurozone economists, from both the public and private sectors, as well as by policy-makers such as Juergen Stark at the European Central Bank. The inference is that investors are judging countries by different standards. Why else would investors continue to lend to the likes of the ‘profligate’ US and UK, but punish countries whose fundamentals are sounder? Such irrational behaviour by investors, it is argued, is unfairly derailing the hard work being done by governments in the eurozone. Are such frustrations justified?

Investors do appear, superficially at least, to be harsh in their attitude towards the eurozone. As Table 1 below shows, the eurozone’s aggregate budget deficit is lower than in the UK or the US; its aggregate debt is marginally higher than in the UK, but lower than in the US; and in struggling Spain, public debt is lower than in both the US and the UK.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Rapport kindermishandeling is vals alarm

Een gastbijdrage van Corine de Ruiter, hoogleraar forensische psychologie aan de Universiteit Maastricht en Ferko Öry, kinderarts openbare gezondheidszorg. Het stuk stond vrijdag in NRC Handelsblad.

pieter van vollenhove De Onderzoeksraad voor Veiligheid is in zijn vorige week gepubliceerde rapport kritisch over het functioneren van de instanties die in Nederland de fysieke veiligheid van het kind mede moeten waarborgen. De belangrijkste conclusie is dat de overheid haar verantwoordelijkheid voor de fysieke veiligheid van het kind niet waarmaakt.

De Raad heeft 27 voorvallen van mishandeling met (bijna) fatale afloop uit de periode 2004-2007 onderzocht. Deze worden in het rapport beknopt beschreven. Zo werd in 2005 een meisje geboren. Een week na de geboorte werden bij het eerste bezoek aan het consultatiebureau (CB) geen bijzonderheden gemeld. Circa zes weken na de geboorte werden blauwe plekken bij het meisje gesignaleerd. De arts en de verpleegkundige spraken af alert te blijven. Enkele dagen later besprak de verpleegkundige haar observaties met collega’s. Diezelfde dag volgde een huisbezoek door het CB. Het kind zag er nu rustig uit. Het ‘niet pluis’-gevoel bleef. Na 2,5 maand was er opnieuw een afspraak bij het CB. De jeugdarts constateerde wederom twee blauwe plekjes rondom het oog. Hij verzocht de ouders om de huisarts in te schakelen. Een paar dagen later had het CB contact met de huisarts, die geen reden tot ongerustheid zag. Een week later werd een afspraak met het CB afgezegd wegens ziekte van de moeder. Een week daarna kwamen ze wel bij het spreekuur. Er was bij dat bezoek een andere verpleegkundige dan voorheen. Het kind zag er goed uit. Een dag later overleed het meisje door mishandeling, zo meldt het rapport.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Streets Against The War

Hier weer een bijdrage die we overnemen van Osocio. Deze site volgt wereldwijd “social adverting and non-profit campaignes”.

Beautiful animated street art from Turkey made by a group named Sokak Savaşa Karşı. A very creative statement against terrorism and war. 4 cities, 294 walls and 2930 km road where needed to make this animation with shapes of soldiers teared out of newspapers.

4 Şehir / 294 Duvar / 2930 km Yol : Tek Animasyon Türkiye’de sokaklar teröre ve savaşa karşı !

Sokak Savaşa Karşı: Streets Against The War

Source:
fubiz

Link naar de oorspronkelijke post

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Private militaire sector rukt op in Nederland

Een gastbijdrage van Mark Akkerman van de Campagne tegen Wapenhandel.

GI JoeEr is een snelle groei van het aantal Nederlandse bedrijfjes dat diensten aanbiedt in de private militaire en veiligheidssector, de zogenaamde PMSCs (private military and security companies). Een bedrijf zoals het omstreden Amerikaanse Blackwater zul je daartussen niet vinden, maar er zijn genoeg ontwikkelingen om je zorgen over te maken.

Een inventarisatie uit openbare bronnen levert ruim twintig, veelal jonge, bedrijfjes op die zich manifesteren met een aanbod van trainingen, al dan niet met wapens, en de bereidheid ingezet te worden voor piraterijbestrijding en risicovolle opdrachten in spanningsgebieden. Ze onderscheiden zich daarmee duidelijk van de traditionele beveiligingssector die diensten levert als de ongewapende beveiliging van objecten en evenementen binnen Nederland.

De door de Israëlische krijgsmacht ontwikkelde vechtsport Krav Maga wordt ook in Nederland steeds populairder. De trainingen in deze techniek schieten als paddestoelen uit de grond. Enkele bedrijfjes hebben ook trainingstripjes naar bakermat Israël in de aanbieding.  Vast onderdeel van de meeste van deze duizenden euro’s kostende trainingen: vuurwapengebruik. Een cursist die deelnam aan een ‘Tour en Training’ van Krav Maga Vught naar Israël, is lyrisch over de schiettraining, die eindigt met ‘Gewoon lekker knallen.’ Gaaf!
Naast Israël wordt voor de in Nederland verboden vuurwapencursussen ook uitgeweken naar Duitsland, Hongarije, Slovenië en de Verenigde Staten. Veel deelnemers aan dergelijke cursussen lijkt het vooral om de kick te gaan, maar er zullen er ook zijn die de training als een opstapje zien naar een baan als private contractor in landen waar ze zonder problemen bewapend rond mogen lopen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Bittere bijsmaak van fruit bij Albert Heijn

Dit is een gastbijdrage van Edith van Overveld van de not-for-profit onderzoeks- en netwerkorganisatie SOMO. Onder het artikel staat een videoreportage die Noticias maakte over de mangoplantages in Peru.

SOMO-onderzoek onthult slechte arbeidsomstandigheden bij productie van verse groente en fruit

Hongerlonen, extreem lange werkdagen zonder een vast contract en geen vakbond die voor je op kan komen. Het is de bittere bijsmaak van veel groente en fruit bij supermarkten als Albert Heijn. Dat blijkt uit het vorige week gepubliceerde SOMO-rapport ‘Bitter Fruit’. Hoewel ’s lands grootste kruidenier zich zegt in te zetten voor verantwoorde productie gaan (veelal seizoens)arbeiders in de groente- en fruitsector in ontwikkelingslanden nog altijd gebukt onder slechte arbeidsomstandigheden. Betere regels en controle, evenals druk op de toeleveranciers en overheden in productielanden is daarom hard nodig.

SOMO onderzocht de arbeidsomstandigheden bij de productie van groente- en fruit voor Nederlandse supermarkten: mango’s uit Peru, boontjes, aardappelen en druiven uit Egypte, ananassen uit Costa Rica, bananen uit Ecuador, druiven uit Zuid-Afrika en mandarijntjes uit de Israëlische nederzettingen. SOMO-onderzoeker Sanne van der Wal stelt: “Supermarkten vormen de belangrijkste afnemers van groente- en fruit uit ontwikkelingslanden. Maar de groei van de export uit deze landen brengt ook grote risico’s op slechte arbeidsomstandigheden met zich mee. Veel groente en fruit dat hier in de supermarkt ligt is dan ook niet verantwoord geproduceerd.”

Vorige Volgende