Het meisje en de voetballer
Ik vind het maar hypocriet, dat gezeur over dat leuke tranenbiggelende schoolmeisje Taida en die Kalou, de voetballer met de juridische schijnbewegingen. Want, ach het is zo zielig. Zijn het leuke mensen, mogen ze zich geen Nederlander noemen. Huichelaars zijn het, Nederlanders. Want drie jaar geleden heeft onze bevolking massaal gestemd voor een streng en consequent asielbeleid, maar als het om goede voetballers of leuke meisjes gaat dan is de minister hardvochtig of bureaucratisch. Het spijt me te moeten zeggen dat ik een plotselinge aanval van sympathie krijg voor een minister die met rechte knieën beleid verdedigt waar ik niet op zou stemmen.
“Verdonk gedraagt zich als de lokettist in het spotje van de paarse krokodil. Ze heeft net als de man achter het loket het procedurele gelijk volledig aan haar kant. Maar dat is totaal niet relevant.” Zo omschrijft Francisco van Jole op zijn weblog het probleem en velen zijn het met hem eens: de minister doet flauw. Maar de grote vraag is, als ‘het gelijk aan haar kant’ niet relevant is, wat is het dan wel? De aaibaarheid van de immigrant, de gevoelens van het dorp, de score van het Nederlands elftal, het weer?
In het geval van Taida Pasic strijkt de familie een verhuispremie op en komt dochterlief op een toeristenvisum terug om de school af te maken, een doel dat de familie vooraf ook had kunnen regelen. Wat verwacht men van de minister, dat die zelf ook een traantje laat en zegt dat het ook eigenlijk wel schattig is, zo’n trucje? Even afgezien van het feit dat men daarmee een vreselijke rechtsgelijkheid creëert met mensen die niet zo in de media worden doodgeknuffeld, lijkt het me niet de taak van een minister: zij dient blind als vrouwe Justitia te oordelen over de wenselijkheid en rechtmatigheid van een verblijf. Iets anders verwacht en hoop ik van haar niet. De regels van die afweging worden vastgesteld in een regeerakkoord en uiteindelijk bepaald door de kiezer, die nog net niet riep dat de grenzen dicht moesten. En nu het dan eens een treurig gezicht heeft is Verdonk een bureaucratisch lokettist. Of een soort kampbeul, als je de leuzen van sommige activisten mag geloven. Eigenlijk duidt dát op een dédain voor de rechtsorde en de democratie, op een heimelijke voorkeur voor facisme en foute propaganda, zo’n spandoek.
Quote du jour: ontgoochelen
“Google indexeert de meest bezochte sites als eerste. Zorg ervoor dat je op een andere manier in de top tien van Google terecht komt. Creëer bijvoorbeeld heel veel sites over jezelf en zorg ervoor dat je de weblogs naar jezelf vernoemd. Of maak zoveel mogelijk links of content aan waardoor deze informatie in de top 10 van Google verschijnt.”
Tros Radar geeft enkele tips over hoe je je op internet beter kunt voordoen kunt misdragen kunt ontgoogelen.
Geld wil winnen, niet meedoen
Ik probeer de koffie van mijn overhemd te vegen. Het was de schuld van het Journaal. De presentatrice wist met droge ogen te beweren dat de mascotte van het wasmiddel Robijn uit enkele Olympische arena’s was verwijderd “omdat de Olympische spelen niet om het geld gaan.” Daarop proestte ik het uit. Er zijn weinig organisaties die zo agressief hun merknaam en handel verdedigen als het Internationaal Olympisch Committee waar onze prins meevergadert. De olympische gedachte is, dat is geen geheim, inmiddels een lucratief idee gebleken.
Even de financiële feiten op een rijtje: volgens de site van het IOC is de internationale sportorganisatie een non-profit organisatie. Die haalde over de afgelopen vier jaar een bedrag binnen van ongeveer 4 miljard euro, ongeveer de omzet van een bedrijf als Getronics. En dan hebben we het nog niet over de miljarden die overheden, bedrijven en middenstanders daar nog bijpompen.
De televisierechten nemen daarvan 53% voor hun rekenening, sponsoring zorgt voor 34% en de resterende 13% wordt voor een groot deel met de verkoop van de megadure kaartjes binnen gesleept. Van die binnenstromende miljarden gaat 7%, dus 280 miljoen, op aan de overkoepelende organisatie van ‘meedoen is belangrijker dan winnen’, zonder dat daarin de directe kosten van de organisatie van een spelen in meegenomen zijn. Het is vast heerlijk vergaderen in Lausanne. De resterende 93% gaat op aan de organisatie van de spelen en vloeit via de nationale comités naar sportbonden en hopelijk sporters.
Geen medaille voor emancipatie
De slachtofferrol is een veel voorkomende voorkeurspositie. In de wereld van vandaag voelen 1 miljard moslims zich underdog, vechten Nederlandse gemeenten ‘in de polder’ tegen de zogenaamde suprematie van de randstad en Naties tegen Brussel. Soms is het verschil in macht overduidelijk, soms verdient een speler van dit geraffineerde spel een oscarnominatie. Dat laatste geldt zeker voor de vrouwen in het westen. Tuurlijk, mannen verdienen volledig onterecht wat meer en hebben het nog net iets meer voor het zeggen. Maar de roep van vrouwen om naar gelijkheid te streven wordt volledig doorkruist door de bescheiden positie waarin zij zich soms opperbest voelen. Neem nu de Olympische spelen.
Het is traditie dat bij sportevenementen de mannen en de vrouwen een aparte sportcompetitie opzetten. Mannen hebben wat meer spierkracht en als de beiden seksen zich samen in een strijd begeven zullen de vrouwen op meters achterstand finishen. Dat tekort aan spierkracht wordt door vrouwen over het algemeen als iets banaals en onbelangrijks gezien – waarschijnlijk terecht, wie zal het zeggen – en omdat die gedachte tot algemene consensus is verworden kan een vrouwencompetitie evenveel cachet hebben als dat van de mannen. Het gaat om de onderlinge strijd, de relatieve prestatie.
Die Endlösung des Daklozensproblems
In het winkelcentrum hoorde ik laatst de ene vrouw aan de andere stellig mededelen: “Ik weet niet of je het erg vindt, maar ik volg een assertiviteitscursus.” Met droge ogen, zonder te lachen. Daarna ging het gesprek al snel over de verharde samenleving. De cursusmevrouw dacht dat het allemaal meeviel en vond het een kwestie van perceptie. Daar heeft ze volkomen gelijk in, maar één ding zag ze niet in: percepties tellen ook mee. Misschien wel sterker dan ooit.
Dat is duidelijk in de kop “Daklozenprobleem wordt aangepakt” die achteloos op 15 januari 2006 Teletekst siert. Daarin zit de hele nationale afkoeling, de maatschappelijke en politieke klimaatsverandering in een doorzichtig doosje verpakt.
Laten we het bericht even stelselmatig doorlopen. Het begint met de suggestie dat er nu niet gepraat wordt maar er daden worden gesteld. Praten is zóóó jaren ’90, dus een plan is al snel verdacht als het geen plan van aanpak heet: “De vier grote steden hebben een plan van aanpak opgesteld om alle daklozen van straat te krijgen.” Ook opvallend: enkele jaren geleden zou men in ieder geval nog mededogen hebben geveinsd met de mensen zonder dak boven hun hoofd, gesuggereerd dat het pas echt menselijk is als je je hun lot aantrekt en ze een beter leven geven wil. Want anders staat het zo hardvochtig. Anno 2006 niets van dat alles. We willen ze zo snel mogelijk van de straat omdat die vieze mensen ons stadsplezier bederven, en een stinkende streep door ons citymarketingplan (van aanpak uiteraard…) trekken. Daarnaast hebben belasting-betalende burgers er last van en dat bekijk je niet van geval tot geval, maar dat gevoel van onveiligheid moet je radicaal de kop indrukken. “Het is een vrij land en ik mag dakloze zijn als ik dat wil,” is een onzinnige krakerskreet die inmiddels in de geschiedenisboeken mag worden bijgeschreven en daarbuiten geen bestaansrecht meer heeft. De wet van de omgekeerde solidariteit geldt ook hier: zwervers moeten nu maar eens meeleven met shoppende burger die hen jarenlang ongemoeid heeft gelaten.
De opmars van de Genverbrander
De winnaar van het afgelopen jaar was ongetwijfeld Rob Nanninga van Skepsis, die sprookjesverteller en paragnost Robbert van den Broeke een flinke duw (lees, nu met updates) wist te geven. De doorslaggevende factor in de ontmaskering was het gebruik van het tot-nu-toe-niet-bestaande woord ‘genverbrander’ dat als typfout in een online stamboom werd genoemd. En dus door Robbert in een bijbehorende ‘revelatie’. Inmiddels maakt het alternatieve woord voor jeneverbrander een onmiskenbare opmars door. Het werd door Fok al ergens woord van het jaar gemaakt (hoewel de ‘spreadsheetfundamentalist’ van de concurrent ook niet misselijk is) en dat maakt het domein Genverbrander.nl des te interessanter. De opbrengst gaat naar de paranormale pimpelmezen.
NB Voor sceptici is er hoop: zij kunnen zich nu opgeven voor een ontvoering door aliens en de glazen bol van Oebie Woebie consulteren (gebruik “Is Robbert echt?”).