Hans Jansen overleden
Ik vond hem een volslagen idioot, maar dit is toch wel te vroeg.
Ik vond hem een volslagen idioot, maar dit is toch wel te vroeg.
Arabist en PVV-politicus Hans Jansen schrijft stukjes op GeenStijl. Een paar dagen terug betoogde hij dat de voornaamste belemmering voor welvaart de ‘wurggreep’ van de staat is. Daartoe haalde de gekke professor zelfs de Grieken, Romeinen en islamitische horden van stal.
Natuurkundige en PvdA’er Jelmer Renema schoolt hem even bij.
Opvallend.
GeenCommentaar heeft ruimte voor gastloggers. Vandaag is dat Jan-Jaap van Peperstraten, over de getuigenis van Hans Jansen in het proces van Wilders en zijn interpretaties van de Koran.
Ik merk dat er bij mij omtrent de opmerkingen die door de arabist Hans Jansen als getuige-deskundige bij het proces tegen Geert Wilders gemaakt zijn, zoveel vragen spelen dat ik me gedwongen voel deze met u te delen. In concreto zijn er bij mij een aantal vragen gerezen omtrent het document dat vrij pontificaal op zijn site geplaatst is (.doc): “Tekst verklaring afgelegd als getuige-deskundige: de op verzoek van de rechter-Commissaris geschreven brief die op 6 oktober 2010 is voorgelezen op de Rechtbank in de zaak tegen Geert Wilders.” In dit document gaat prof.dr. Jansen in op een aantal punten uit de koranexegese, in het bijzonder het leerstuk van de abrogatie van (eerdere) Koranverzen door latere. Dit ogenschijnlijk obscure probleem is voor prof. Jansen van belang omdat hij in zijn getuigenis het volgende stelt:
1. Notitie over het Koranvers 2:256, ‘Er is geen dwang in de godsdienst’. De islam leert dat dit vers is ‘‘geabrogeerd’, dat wil zeggen: door latere openbaringen ‘opgeheven’.
Het Koranvers 2:256 in de meer gangbare Leemhuis-vertaling luidt als volgt:
Arabist Hans Jansen wil geen moslims in zijn team
Hij stapt in ieder geval uit de Dagelijkse Standaard, het conservatieve blog van o.a. Joshua Livestro en Bart-Jan Spruyt omdat de rechtse, conservatieve jonge hond van het stel, Michael van der Galiën, bekeerling is tot de islam.
Met dank aan zieke kat voor de tip.
ACHTERGROND - In 2011 werden bijna 6000 hoogleraren (gezien het grote aantal moeten dat ook emeriti zijn geweest) benaderd om mee te doen aan een enquête over religie en wetenschap. Het ging daarbij om de levensbeschouwing van de hoogleraren in het algemeen, en om de attitude van de hoogleraren jegens hoogleraren met een andere levensbeschouwing in het bijzonder.
De bevindingen zijn interessant en laten zien dat de levensbeschouwing van HLs nogal afwijkt van die van de gemiddelde Nederlander: Rapport hoogleraren 2011. Het onderzoek werd in 2013 nog eens overgedaan gedaan: Rapport hoogleraren 2013.
Terwijl ik de enquête invulde, betrapte ik me op een vooroordeel. Eigenlijk leek het me evident dat wetenschappers een positivistische houding zouden moeten hebben en dat een geloof in iets wat je niet zou kunnen meten een indicatie is voor verminderde geschiktheid als wetenschapper.
Gelukkig ben ik een experimentator, en ik besloot me niet te laten leiden door mijn idee-fixes, maar door de wereld om mij heen. Ik heb toen een kladblok gepakt, en vier kwadranten getekend. Op de verticale as stonden ‘minder dan gemiddeld productief’ en ‘bovengemiddeld productief’ en op de horizontale as zette ik ‘niet gelovig’ en ‘gelovig’. Ik maakte een lijst van wetenschappers die ik persoonlijk ken en waarvan ik de levensovertuiging weet. Deze wetenschappers rankte ik naar een algemene kwaliteitsindruk (input in discussies, experimentele flair, theoretische virtuositeit, het aantal boeiende papers dat geschreven werd, etc). In de lijst zaten net beginnende OiOs tot oudere wetenschappers. Voor de laatste categorie keek ik ook nog even naar de Hirsch factor, om mijn inschattingen te checken. Ik zat goed.
[qvdd]
“Deskundigen moeten hun taak naar geweten vervullen. Dit betekent niet alleen dat een deskundige deskundig moet zijn, maar ook dat deze zich in zijn werk niet laat leiden door de eventuele wensen van één van de procespartijen. Een deskundige moet onpartijdig zijn, niet vooringenomen en zeker ook onafhankelijk.”
Advocaten Michiel Pestman en Ties Prakken maken fel bezwaar tegen het door Wilders gebruiken van arabist Hans Jansen.
Jansen was medeondertekenaar van een oproep de vrijheid van meningsuiting te beschermen en geld te doneren voor de verdediging van Wilders. Jansen gaf de volgende reactie:
“In de sharia hebben verdachten geen recht op een advocaat of deskundige. Kennelijk willen ze [Wilders] dat recht ontzeggen.”
Les Clochards las het boek Op, op ten strijde, Jeruzalem bevrijden! van arabist Hans Jansen. En hij laat er geen spaan van heel in deze lange, doch grondige bijdrage.
Sommigen beweren dat de islam een bedreiging vormt voor de westerse samenleving en dus in de politieke praktijk eerder bestreden dan verwelkomd moet worden. Moslims nemen immers de leerstellingen van de islam aangaande het maatschappelijke verkeer over en die stroken niet met democratische en moderne waarden.
Zo’n benadering van een godsdienst heet ‘essentialistisch’, omdat de godsdienst gezien wordt als iets wat van zichzelf een ‘wezen’ heeft dat door de aanhangers wordt aan- of overgenomen en verinnerlijkt. Die ‘aangenomen’ godsdienst heeft daarmee bijna een soort bestaanswijze buiten de gelovigen om en geldt als ‘wezenlijk’ onveranderlijk. Veranderingen zijn vanuit essentialistisch perspectief slechts schijn, of hoogstens veranderingen in verschijningsvorm.
Over de islam spelen een aantal essentialistische gedachten in het politieke debat een rol: de islam zou uit zijn op het bekeren van alle mensen dan wel het onderwerpen van andersgelovigen, eventueel met geweld. Scheiding van kerk en staat en allerlei burgerlijke vrijheden zijn geen onderdeel van de islamitische geloofsleer en de cultuur die uit de islam is voortgekomen, loopt ernstig achter bij de westerse, om redenen die inherent zijn aan de islam zelf.