Volgens Politico zijn de ‘rechtse populistische slopers‘ van Europa de echte winnaars van de Amerikaanse verkiezingen. ‘Trumps overwinning levert nu een nadrukkelijke steun in de rug op voor die landen die zich tegen de EU-mainstream hebben willen verzetten en meer soevereine bevoegdheden van bureaucraten in Brussel hebben willen afpakken.‘ Feest dus voor de Hongaarse premier Viktor Orbán, die dezer dagen de Europese Politieke Gemeenschap met alle 47 Europese leiders, uit de EU en daarbuiten, op bezoek heeft en nu de champagne kan serveren die hij bij winst van Trump had beloofd. En dat op een moment dat de belangrijkste leiders van de Europese Unie, Macron en Scholz, beide in zwaar weer verkeren.
Orbán heeft goede redenen om de overwinning van Trump te vieren. Hij kan zich eens te meer laten zien als voorman van de nationalisten in de EU. Met een weliswaar verdeeld, maar gegroeid extreem rechts in het Europarlement en steeds meer landen waar rechtse populistische partijen aan de macht komen ziet hij net als Trump ‘gouden tijden’ voor alle Europese ‘patriotten’. Daarmee is hij in staat om de minder rooskleurige toestand van zijn eigen land weg te cijferen. Het algehele economische beeld, schrijft de ING bank, ‘blijft teleurstellend, aangezien de Hongaarse industrie een nieuw dieptepunt bereikt. Vooruitkijkend lijken structurele problemen in de externe vraag aan te houden en is het nu vrijwel zeker dat de industrie een grote rem zal zijn op de bbp-groei in 2024.’ De industriële productie daalde dit jaar tot nu toe met 5,4%. In het ‘Trump 2.0’- tijdperk zal de gehele Europese industrie het moeilijk krijgen en dat belooft ook voor Hongarij weinig goeds.
Terug naar 1920
In een vragenuurtje met de oppositie in het parlement liet Orbán blijken dat hij geen kritiek duldt. Links heeft er een zootje van gemaakt, zei Orbán met verwijzing naar maatregelen van bijna dertig jaar geleden. Een van de parlementariërs van de Democratische Coalitie vroeg waarom de Hongaren in eigen land niet in aanmerking kwamen voor de 100.00 Forint die Hongaren in Roemenië van de Hongaarse regering krijgen. Orbán vond het een schandelijke vraag en ontkende dat de Hongareen in eigen land slechter af waren. Dit was volgens hem een propaganda campagne tegen de Roemeense Hongaren, zoals die ook plaatsvond tjdens het communistisch regime. Nog verder terug ging hij toen een van de parlementariërs suggereerde dat Orbán en zijn mensen steeds rijker worden, terwijl de gewone Hongaar getroffen wordt door een stijgende inflatie die zijn inkomen opeet. Orbán verwees naar het Verdrag van Trianon van vlak na de Eerste Wereldoorlog waarbij de grenzen van het huidige Hongarije zijn vastgelegd: ‘Toen wij in 2010 aan de macht kwamen hebben we besloten Hongarije groot en sterk te maken, in tegenstelling tot onze vijanden die in 1920 besloten dat Hongarije klein en arm moest blijven’. Een groot en sterk Hongarije is gezien de huidige economische situatie nog ver weg. Maar ook demografische ontwikkelingen bedreigen een ‘gouden toekomst’ voor het land. Er worden minder kinderen geboren en ondanks stimulerende maatregelen van de overheid treden ook minder koppels in het huwelijk.
Orbán en zijn Fidesz-coalitie hebben inmiddels geduchte concurrentie van de centrum-rechtse Tisza partij van Péter Magyar, de ex van minister van Justitie Judit Varga. Hij onthulde hoe met haar medewerking een seksueel misbruikschandaal in de doofpot werd gestopt. Tisza was afgelopen juni zeer succesvol bij de Europese verkiezingen en lijkt nu in de polls Fidesz voorbij te streven.
Oekraïne
De Hongaarse premier zal zijn feestje vandaag niet laten verpesten door binnenlandspolitieke problemen. Hij is er eerder op uit Trumps overwinningsroes naar Europa te halen voor een koerswijziging van de EU die hij, zoals hij meerdere malen heeft duidelijk gemaakt, van binnenuit grondig wil veranderen. Ook als het gaat om Oekraïne. Als het aan Orbán ligt maakt Trump hoe dan ook een einde aan de oorlog, zoals hij beloofde, ook als er concessies moeten worden gedaan aan Poetin. In Boedapest hebben de politieke leiders gisteren Trump bezworen de steun aan Oekraïne voort te zetten. De Oekraïense president Zelensky was er ook. ‘Boedapest herinnert zich de tanks van het Rode Leger in de eerste week van november 1956, zei hij. Wij zullen de Russische bombardementen nooit vergeten.’ Zijn toespraak werd, anders dan die van Orbán en Macron, niet uitgezonden door de Hongaarse media.
Ondertussen werd Orbán’s maatje in Brussel, de kandidaat commissaris voor Gezondheid en Dierenwelzijn Olivér Várhelyi geroosterd in een drie en een half uur durend verhoor door Europarlementariërs. Die waren niet tevreden over zijn antwoorden. Várhelyi moet nog een keer terugkomen. Hij was tot dan toe de enige die niet in de eerste ronde slaagde voor zijn examen. Het zal Orbán bevestigen in zijn streven om in Brussel -net als Trump in Washington- schoon schip te maken.