Democratic Unionisten hoopten bij deze verkiezingen hun acht zetels te behouden en hun Ierse republikeinse tegenstanders in Sinn Féin voor te blijven. Maar nu de telling voor Noord-Ierland compleet is, blijkt dat Sinn Féin zijn zeven zetels met gemak verdedigde, terwijl de Democratic Unionisten blij mogen zijn met vijf zetels – het worstcasescenario van de pro-Britse partij.
Noord-Ierland heeft in totaal achttien zetels in het Britse Lagerhuis. Daarvan zijn er nu zeven voor Sinn Féin, vijf voor de DUP, twee voor de (Iers-republikeinse) sociaal-democratische partij, een voor de (neutrale) Alliance, een voor de TUV, een voor de UUP, beide unionistische partijen, en een voor een onafhankelijk lid.
De Unionisten zijn nu dus in de minderheid, bovendien sterk verdeeld.
Reacties (2)
Hoe maak je van niets een verhaal? De drie zetels die de DUP verloor zijn door de van winst andere Unionisten gecompenseerd (de gekozen onafhankelijke kandidaat is een Hardline Unionist die drie jaar geleden ontevreden is opgestapt uit de DUP en zowel UUP als TUV wonnen een zetel). Qua zetels zijn de verhoudingen tussen Unionisten, Nationalisten en Anders niet veranderd ten opzichte van de vorige verkiezingen, al blijven de unionistische partijen wel relatief stemmen verliezen (maar dat proces is al langer bezig).
Hoe dan ook zijn de unionisten verzwakt uit deze verkiezingen gekomen. Dat is niet niks voor Noord-Ierland.