COLUMN - Bij Zomergasten vond ik psychotherapeut Esther Perel net wat te gladjes: alsof ze alle antwoorden allang klaar had liggen, ze hoefde alleen maar even in het juiste laatje te rommelen om ze tevoorschijn te toveren, leek het.
Wat toch ergens bleef hangen was Perels opmerking die avond dat ze een serie eenmalige sessies met vrijwilligers – allemaal echte koppels, met echte problemen – had opgenomen en die bewerkt had tot podcasts, die ze nu op haar website beschikbaar stelde. Dit bij wijze van publieke educatie, lichtte ze toe: niet iedereen heeft tijd en geld voor psychotherapie, maar wie weet staken ze er zo toch iets van op. (De serie zal haar daarnaast gerust ook geweldige reclame voor haar praktijk opleveren.)
Zo kwam het dat ik afgelopen week toch even wilde luisteren. Het werd een belevenis; voor ik het wist had ik alle achttien afleveringen uit. Perel – die praktijk houdt in de Verenigde Staten, en in de aankondiging steevast Estaire Parèlle wordt genoemd; nooit geweten dat Amerikanen de naam ‘Esther’ niet snappen – was kwikzilver. Ze was afwisselend slim, vol mededogen, scherp, geestig, streng, troostend, inventief, bemoedigend, en praktisch.
Natuurlijk, de sessies zijn ingedikt: gesprekken van drie uur zijn teruggebracht tot een uitzending van telkens 35 tot 40 minuten. Perel kan daarnaast bogen op een schat aan ervaring en kennis, en heeft zich voor elke sessie ongetwijfeld terdege voorbereid. Dat maakt een boel uit. Maar het verbaasde me niettemin hoe makkelijk ze onderliggende problemen op tafel wist te krijgen, de dynamiek van zo’n stel doorgrondde, die vervolgens kon duiden, om dan met een kwinkslag of geruststelling de loodzware lading ervan draaglijk te maken voor het stel, en hun bovendien praktische tips en strategieën bood om de dingen eens anders aan te pakken.
Tussendoor betrok ze in korte, na afloop van de sessie toegevoegde terzijdes de luisteraar bij haar aanpak en bevindingen. Die terzijdes fungeerden als samenvatting, maar boden tevens een korte reflectie: voetnoten bij haar eigen werk. Ze vertelde erin wat haar was opgevallen, waarom ze op dat moment van strategie veranderde, of waarom ze later merkte dat op een bepaald moment een steek had laten vallen.
Ze zong een liedje in het Frans voor de een, ze plaagde de ander, ze gaf een derde in twee minuten een fundamentele les over patriarchale verhoudingen, ze vroeg een vierde zonder enige terughoudendheid door over seks, ze liet de vijfde de hand van zijn geliefde liefkozen, en liet nummer zes en zeven ter plekke een rollenspel doen. Dit was inderdaad publieke scholing in geestelijke gezondheid in optima forma.
Minstens twee keer was ik tot tranen geroerd. En ik wenste iedereen subiet een eigen Estaire toe: iemand die liefdevol door je persoonlijke mijnenveld danst, die je vasthoudt, en ondertussen je blik vrijer maakt.
Deze column van Karin Spaink verscheen eerder in Het Parool
[foto: Esther Perel and Helen Fisher at TEDSummit2016, Bret Hartman / TED cc]