Even leek het erop alsof Wiebes de verademing zou zijn waar Groningen op wachtte. Dat kwam vooral door zijn besluit om de gaswinning in Groningen sterk te verminderen en zijn brief aan grootverbruikers om snel op zoek te gaan naar een alternatief voor laag calorisch (Gronings) gas. Wie beter in de details duikt en bv. het Besluit mijnbouwschade Groningen van 31 januari 2018 of het concept wetsvoorstel Minimaliseren gaswinning Groningen leest, wist al beter. Met het opschorten van de versterkingsoperatie, het opstappen van Hans Alders, het openbaar maken van het definitieve wetsvoorstel Minimaliseren gaswinning Groningen, het verhaal van één scheur en 2 instanties, en de deal tussen Staat, Shell en Exxon is het voor bijna iedere Groninger duidelijk: Wiebes is geen Kamp.
Wetsvoorstel Minimaliseren gaswinning Groningen
Wiebes kondigde eerder dit jaar het einde van de gaswinning in Groningen vanaf 2030 aan. Om dit te ondersteunen heeft het ministerie van Economische Zaken en Klimaat eind maart een wetsvoorstel ter consultatie aangeboden dat de afbouw van de gaswinning regelt. Het wetsvoorstel zorgt er onder andere voor dat het Groninger gasveld niet meer de basis van de gasvoorziening vormt, maar meer de backup gaat vormen. Voor een wetsvoorstel dat het einde van de Groningse gaswinning moet betekenen valt het op dat een jaartal waarin de productie fors verlaagd moet zijn en het jaartal waarop de gaswinning definitief gestaakt wordt ontbreekt. Wat ook opvalt is dat wel gesproken wordt over het Groningenveld, maar dat enige definitie daarvan ontbreekt. Het wetsvoorstel bevat geen coördinaten van het Groningenveld, geen diepte of aardlaag waar het in ligt (Rotliegend).
Het wetsvoorstel voert wel een winningsplicht in voor de exploitant van het Groninger gasveld. Die winningsplicht is niet begrensd in de tijd. Welke Groninger gelooft de Minister van EZK op zijn blauwe ogen dat deze winningsplicht na 2030 niet meer gebruikt wordt voor gas in de Rotliegend laag en dat gaswinning uit diepere lagen hiermee ook is uitgesloten na 2030?
Het wetsvoorstel geeft de Minister via wijziging van artikel 34 en 105 van de Mijnbouwwet de mogelijkheid om meer gas te winnen of om gas op een later moment te winnen. Voorwaarde is wel dat de eerder berekende en beoordeelde bodembeweging (bodemdaling en bodemtrillingen) en de risico’s voor de omgeving niet anders beoordeeld zullen kunnen worden. Het probleem hierbij is dat er in Nederland geen goed en onafhankelijk gevalideerd model voor bodembeweging ten gevolge van gaswinning bestaat. Het is nog steeds wachten op de op 4 juli 2017 door Kamp toegezegde TNO-modellen die bedoeld waren om de NAM modellen te verifiëren. Ook het TUDelft fase 2 validatierapport Buitengebied dat in 2017 gereed zou zijn is nog steeds niet gepubliceerd, terwijl al in 2016 door zowel NCG Alders als toenmalig minister Kamp werd toegezegd, dat dit mede gebruikt zou bij het opstellen van een nieuw schadeprotocol.
Leveringszekerheid versus veiligheid bewoners
Het wetsvoorstel schrapt ook gronden om gaswinning te verminderen of stoppen. In de consultatieversie werden de gronden milieu en natuur geschrapt. In het uiteindelijk wetsvoorstel lijkt dit niet te gebeuren. In een speciaal Gronings hoofdstuk wordt leveringszekerheid voor eindafnemers en een nieuwe definitie van het veiligheidsbegrip geïntroduceerd. Met dat laatste begrip is wat bijzonders aan de hand, want in het wetsvoorstel slaat dit niet alleen op de veiligheid van Groningers, maar ook op leveringszekerheid voor gebruikers van gas. Leveringszekerheid levert al jaren discussie op in de Tweede Kamer: gaat leveringszekerheid boven de veiligheid van Groningers of niet? De minister lost het op, voortaan is leveringszekerheid onderdeel van het veiligheidsbegrip voor gaswinning in Groningen. Sterker, tegen het advies van de Raad van State in wordt leveringszekerheid gekoppeld aan het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). In het advies van de Raad van State staat hierover:
De Afdeling merkt op dat dit een wat geforceerde indruk maakt. De Afdeling onderschrijft het belang van leveringszekerheid, maar acht het aanmerken van leveringszekerheid als grondrecht in de zin van de artikelen 2 en 8 van het EVRM nodig noch wenselijk.
De afweging tussen leveringszekerheid voor eindafnemers en veiligheid van Groningers komt meerdere keren in het wetsvoorstel terug, zowel in artikel 52a, artikel 52d en artikel 167c. Het is naar mijn mening dan ook de vraag of het amendement van Tom van der Lee, waarin hij stelt dat het veiligheidsbelang boven het maatschappelijk belang van eindafnemers moet gaan deze dubbeling voldoende doet door hellen naar het belang van Groningers. Het amendement voegt hiervoor namelijk lid 4a toe dat bij artikel 52d, artikel 167c wordt ongemoeid gelaten evenals de definitie van veiligheidsbelang uit artikel 52a. Zelfs als de Tweede Kamer leveringszekerheid uit het wetsvoorstel amendeert is het de vraag welke parlementariër het aandurft om ook de definitie van veiligheidsbegrip aan te passen. Al zou dat wel in lijn zijn met de aanbevelingen van de OVV.
Een extra aanwijzing dat de minister niet echt van zins lijkt om het veiligheidsbelang van Groningers voorop stelt is artikel 52 lid 2c waarin de minister aanvullende maatregelen kan treffen als:
een aardbeving leidt tot één of meer dodelijke slachtoffers of tot ernstige verwondingen van meerdere personen.
Het wetsvoorstel doet echter nog een paar zaken. Zo spreekt het wetsvoorstel weer over schade door aardbevingen en over het aardbevingsgebied. Aardbevingen zijn maar een zeer klein deel van de mogelijke schadeoorzaken ten gevolge van mijnbouwactiviteiten. Het schadebegrip van artikel 33 van de huidige mijnbouwwet en artikel 6:177 van het Burgerlijk Wetboek is veel ruimer. Bij Groningers en parlementariërs die de ellenlange discussie over het gebruik van de term aardbevingsschade door NAM en het hanteren van contourenkaarten nog kennen zouden hierbij toch alle alarmbellen af moeten gaan.
Wat is het Groninger gasveld?
Wat ook opvalt is dat het Groninger gasveld niet gedefinieerd wordt in het wetsvoorstel. Tot hoe diep in de ondergrond loopt het voornemen om te stoppen met winning? Waar lopen de ‘contouren’ van het Groninger gasveld? Meerdere bronnen geven aan dat daar discussie over is tussen NAM en de staat. In aardlagen onder de huidige winning in het ‘Groninger gasveld’ zit namelijk ook olie en gas. Valt dit onder het stoppen met gaswinning? Of maakt dit onderdeel van de private deal die Wiebes deze week bekend maakte: geen claims voor het stoppen van de gaswinning in het ‘Groninger veld’ in ruil voor toestemming van winning uit de diepere lagen? Of zou de NAM tevreden zijn met het vrijstellen van afdrachten over het gas dat gebufferd wordt in NORG en Grijpskerk?
Beperken aansprakelijkheid NAM
Met het invoeren van de winningsplicht wordt ook de aansprakelijkheid voor nadelige gevolgen van mijnbouwactiviteiten zoals vastgelegd in artikel 33 van de mijnbouwwet en in artikel 6:177 van het Burgerlijk Wetboek aangepast, lees verminderd. In het wetsvoorstel staat uitgelegd dat de exploitant is verplicht tot winning, wat voor het Ministerie van EZK reden is om het handelen van de exploitant in Groningen niet meer te laten vallen onder de Wet economische delicten, waarmee de toegang voor bewoners tot strafrecht afgesloten wordt. Fijn voor NAM (waar een strafzaak tegen loopt) en fijn voor EBN (de 100% dochter van het ministerie van EZK). Het wetsvoorstel zwakt ook de bescherming van mens en milieu tegen de gevolgen van een zwaar ongeval af. In de mijnbouwwet moeten deze gevolgen voorkomen worden, in Groningen hoeft de exploitant de gevolgen enkel nog te beperken.
Uitkleden bestuursrecht voor Groningen
De toegang tot het strafrecht is niet het enige recht dat Wiebes Groningers ontzegt. Hoewel de beperking van de algemene inspraakprocedure van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) minder zwaar is dan in de consultatieronde zitten er nog wel een aantal adders onder het gras. Een ieder kan weer een zienswijze indienen, alleen is artikel 8.4 uit het Awb van toepassing waardoor beroep aantekenen niet mogelijk is. Er wordt tenslotte een wettelijke winningsplicht ingesteld voor Groningen in dit wetsvoorstel.
Schadeafhandeling
Een belangrijk punt voor Groningers is een snelle en fatsoenlijke schadeafhandeling. Veel bewoners leven al jaren in onzekerheid en leiden daardoor grote psychische schade. Alle veranderingen van de afgelopen jaren hebben nog steeds geen oplossing gebracht voor veel van de oudere schadegevallen. De verandering van de afhandeling van schadegevallen van civielrechtelijk naar bestuursrechtelijk heeft weer geheel nieuwe problemen met zich meegebracht. Niet alleen wordt met deze stap ruim 80 jaar aan jurisprudentie over het veroorzaken van schade aan derden aan de kant gezet, ook levert het Kafkaëske situaties op. Zeg maar paarse krokodil 2.0.
Bijvoorbeeld bij een scheur die gemeld is aan het CVW, maar doorgroeit. De groei moet gemeld worden bij de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen. Waarbij de legitimiteit van de eerste claim civielrechtelijk beoordeeld wordt door CVW en het nieuwe deel onder bestuursrecht door de TCMG. Zelfs als de schadevergoeding voor beide delen van de scheur wordt toegekend is de kans dat dat gelijktijdig gebeurt klein. Als de toekenning van schadevergoeding van het eerste deel in 2018 plaats vind en de toekenning van het tweede deel in 2019, waardoor schadeherstel pas in 2019 plaats kan vinden, moet belasting betaald worden over de claim die in 2018 is toegekend. Deze telt mee als inkomen en/of vermogen aldus de website van de belastingdienst. Er kunnen dus gevolgen zijn voor de belasting en voor toeslagen. Dat geldt zowel voor inwoners als voor ondernemers. Het nieuws daarover zorgde in Groningen al voor de nodige verontwaardiging.
Conclusie
Het wetsvoorstel vermindering gaswinning Groningen geeft Groningers een hoop nieuwe zorgen en kondigt nieuwe zorgen aan. Het is ook de vraag wat de waarde van het wetsvoorstel is nu er een privaatrechtelijke overeenkomst tussen de staat en NAM ligt.
Bovendien geeft de minister aan te werken aan een permanente oplossing voor de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen. Betekent dit dat we straks het verhaal van één scheur en 3 instanties krijgen? Of dat de rest van Nederland zich op kan maken voor een overgang van civielrechtelijke behandeling van schadeclaims richting het bestuursrecht?
Reacties (13)
In het voorbij gaan stel je een lastige vraag, n.l. wat de wettelijke kaders betekenen in het licht van de private overeenkomst, die deze week bekend werd.
Ik heb altijd geleerd dat als er keuze tussen publiekrechtelijke en privaatrechtelijke regelingen was, de publiekrechtelijke weg moest worden gevolgd.
Hoe is de verhoudingen tussen de wettelijke regelingen en het contract van Wiebes met de grote maatschappijen? Dekt dat elkaar? Bijt dat elkaar?
@1: Een antwoord op de vraag van Ton van Doormaal:
pacta sunt servanda, hetgeen betekent dat de overeenkomst door iedereen moet worden geëerbiedigd.
Uit het Akkoord op Hoofdlijnen blijkt bovendien, dat de wetgeving zoals nu voorligt en nog zal volgen aangaande het gasdossier, in dienst van deze overeenkomst geschreven is.
Letterlijk staat er dan ook in:
Partijen zullen te goeder trouw overleg plegen en zich naar beste vermogen inspannen om de balans van het gehele pakket van afspraken zoals neergelegd in dit Akkoord opnieuw te bezien:
a) Indien een van de Partijen constateert dat de in dit Akkoord voorziene wetgeving niet tot stand komt of wel tot stand komt maar niet de strekking heeft zoals voorzien;
In Groningen zullen we moeten afwachten wat de parlementaire uitkomst van het debat van aanstaande donderdag uiteindelijk in stemmingen over amendementen gaat worden.
Er is niet veel voor nodig om een sombere uitkomst in deze te voorzien. Hoewel we in Groningen natuurlijk het tegengestelde blijven hopen tot daarover in stemmingsuitslagen duidelijkheid zal zijn.
Daar komt dan nog bij, dat ondanks de hele constructie van de nieuwe wet over het minimaliseren van de Groninger gaswinning middels operationele strategieën, de plafonds voor de komende jaren in feite al zijn neergelegd in dit Akkoord op Hoofdlijnen.
De vraag wordt: wat gaat de Raad van State uiteindelijk doen met het nieuwe besluit van Wiebes?
En een andere vraag wordt: wat gaat de Hoge Raad doen met prejudiciële vragen die aan hen voorgelegd gaan worden in verband met lopende civiele procedures?
Want uiteindelijk zullen de uitkomsten daarvan toch echt gerespecteerd moeten worden.
Althans: dat mogen we hopen.
In de tussentijd moet Nederland zich misschien afvragen wie eigenlijk de betreffende wetten ontwierp: bij de afdelingen litigation van fossiele bedrijven zijn ze daar ongetwijfeld heel behendig in. Acht iemand in dit land het wenselijk dat wetgeving zo gestuurd kan worden of in handen kan liggen van bedrijven?
Alle wettelijke kaders worden namelijk overruled door private overeenkomsten van eerdere datum dan die wettelijke kaders.
Daarop worden ijskoud die kaders aangepast, zo nodig.
En/of de overeenkomsten in kwestie. En daar zit Groningen
(niet voor het eerst) op dit moment middenin.
Ten opzichte van de situatie in het gebied kan dat inmiddels gerust beschouwd worden als onethisch overigens.
En niet alleen omdat we nu voor de tweede keer worden afgescheept met een schikking tussen NAM/Shell/Exxon en
de Staat, waar we niet om hebben gevraagd en die qua omvang welhaast lachwekkend is. De mensen in Groningen willen net zo veilig zijn als mensen elders en hun schade behoorlijk vergoed zien. En verder willen we na een inmiddels bijna zes jaar durende
tsunami van rapporten, beleidsstukken en vermoeiende inmenging in onze levens gewoon wel weer eens rust en tijden zonder dat vakanties overschaduwd worden door de volgende
stapel, die al is klaargelegd vanuit Assen en Den Haag ter bestudering.
De handtekeningen onder het Akkoord zijn gister gezet.
Donderdag volgt om 16.55 in de plenaire zaal het debat
over de nieuwe wet.
En bij deze vraag ik aan het hele land:
Nederlanders, kijk alsjeblieft donderdag mee met ons Groningers!
Probeer te begrijpen wat er gebeurt!
Schaar je achter ons en doe alles wat mogelijk is om de Groningers bij te staan en te helpen!
Want we zijn hier nog lang niet van de ellende af.
Dank voor het stuk, Sargasso!
@2: ik snap de reactie en de verzuchtingen. Ik schreef een jaar of twee geleden hier al dat het een gekmakende situatie is in Groningen en een bedreiging voor de geestelijke volksgezondheid.
Maar een helder antwoord op mijn vraag is het niet. Hoe verhouden zich privaatrechtelijke contracten en publiekrechtelijke verantwoordelijkheden?
Of: waar zijn de bestuursjuristen als je ze eens echt nodig hebt? We worden niet bestuurd door grote multinationals, maar door departementen, geleid door een politiek gecontroleerde top.
Ik hoop dat de confrontatie in het parlement hierover gaat: wie is de baas in dit dossier?
@3 Het cruciale stukje in de reactie van @2 is:
Het tweede belangrijke is de eerdere reactie van Wiebes dat hij enkel hoofdlijnen van het akkoord met Shell en ExxonMobil deelt met de Kamer. De details zijn bedrijfsgevoelige informatie. Sandra Beckerman (SP) en Henk Nijboer (PvdA) hebben gepoogd Wiebes tot meer openheid te dwingen. Daar was geen Kamermeerderheid voor. Dat is en blijft de zwakke plek van parlementaire controle: de meerderheid van de coalitie, waardoor legitieme vragen om openbaarmaking en debat over privaatrechtechterlijke overeenkomsten voordat deze gesloten worden door het rijk geblokkeerd worden.
Dat is een gedeeltelijk antwoord, waarvoor dank.
Maar de vraag blijft: als overheid kun je kiezen voor een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke lijn. Volgens mijn beperkte inzicht, moet de openbare bestuurder de publiekrechtelijke route kiezen, want anders onttrekt hij zich aan democratische controle. Dus: die private contracten hadden er niet moeten zijn, of hun hoofdlijnen hadden in wettelijke termen moeten zijn vastgelegd.
Wat heeft Nijboer nu precies gedaan?
@5 dan overvraag je me. Voer voor een echte jurist.
Nijboer heeft vragen gesteld over private overeenkomst
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-2412.html
En dacht ook motie daarover ingediend, maar die kan ik zo snel niet vinden.
Tom van Dormaal 3 en 5:
Privaatrechtelijke contracten kunnen op basis van het bevoegdhedenstelsel staatsdeelnemingen gewoon gesloten worden. Daar komt de Kamer helemaal niet aan te pas.
Het gaat dus niet over hetzij privaatrechtelijk, hetzij bestuursrechtelijk, maar over én-én.
De crux zit hem in de timing.
En in wat vanuit algemeen belang eigenlijk ethisch is.
Is het ethisch om voorliggende wetsvoorstellen eerst uit te onderhandelen met private partijen in het kader van private overeenkomsten? In de wetenschap dat daarmee een heel proces qua wetgeving kan worden gestuurd?
Of is het ethischer om een wetsvoorstel eerst aan de Kamer voor te leggen en daarop de overeenkomsten te baseren?
In deze heeft bovendien de Staat via haar staatsbedrijven een heel grote rol.
Dat wordt nogal eens onderschat.
De bestuurder kiest in dit traject voor een bestuurlijke lijn, waarbinnen er de voorkeur aan werd gegeven de privaatrechtelijke kant vooraf te laten gaan aan het parlementaire traject van het wetsvoorstel.
Dat kan.
Maar of het een gewenste situatie is, is zeer de vraag.
Vanuit een democratisch oogpunt.
De Kamer voelt zich deels opzij gezet.
Maar de vraag moet ook zijn:
had de Kamer dit traject anders kunnen laten verlopen?
Nauwelijks.
Zo liggen de bevoegdheden nu eenmaal.
Uw democratie heeft dus een ander gezicht dan U dacht!
Overigens is het in alle bestuurslagen heel gebruikelijk private overeenkomsten vooraf te laten gaan aan bestuurlijke trajecten
als dat qua bevoegdheden mogelijk is.
@7: dat volg ik geheel en het zat heel kort ook al in hetgeen ik beweer. Maar als het principe is dat het openbaar bestuur bij keuze de publiekrechtelijke weg moet kiezen, dan wordt het debat in de kamer toch vrij simpel?
U heeft, meneer Wiebes, geprobeerd om ons in private onderhandelingen voor een blok te zetten en dat vinden wij onacceptabel. De oplossing is simpel: contractuele beperkingen worden voorgelegd aan het parlement en zijn dus altijd onder voorbehoud.
Waar is de bestuursjurist als je er echt eentje nodig hebt?
Het kan wel zijn dat het allemaal bevoegdelijk is gebeurd, maar bestuurders van het land zijn geen ondernemers, maar bestuurders. De VVD doet dit wel meer: ging het gisteren niet weer over dividend en deals?
@8: Dat ligt anders en daarom schrijft de minister in antwoorden op vragen van Nijboer het volgende:
Daarnaast bepaalt artikel 4.6 van de Comptabiliteitswet 2016 dat een Minister namens de Staat overeenkomsten mag aangaan zonder dat hiervoor het parlement vooraf hoeft te worden geraadpleegd. Op basis van deze bevoegdheid is het de Staat die overeenkomsten met private partijen afsluit, waarbij de Tweede Kamer het kabinet hierop aan de hand van het parlementaire budgetrecht kan controleren. Het resultaat van de onderhandelingen valt niet onder de voorhang van de Comptabiliteitswet 2016. Het parlement stelt begrotingen vast en geeft daarmee vooraf goedkeuring (autorisatie) voor uitgavenmaxima. Om die redenen zal het kabinet de Tweede Kamer terstond informeren op het moment dat een akkoord op hoofdlijnen is afgesloten. Vervolgens kunnen we daarover met elkaar in gesprek gaan. Gelet op het voorgaande is het kabinet niet voornemens de Tweede Kamer vooraf te laten instemmen met een akkoord op hoofdlijnen met Shell en Exxon.
Het zou dus onder andere een wijziging van de Comptabiliteitswet verlangen.
Die is onlangs gewijzigd en artikel 4.6 staat er gewoon in.
Daar komt bij dat er een bevoegdhedenstelsel staatsdeelnemingen is: het gaat dan om heel grote eenheden:
waaronder Gasunie, Gasterra, EBN.
Dat zijn ondernemingen, niet?
Bovendien met een zeer grote omvang.
Heeft U enig idee hoe Nederland eruit zou zien zonder die bedrijven?
U heeft een aardige roze bril als U naar besturen kijkt.
Ik ben het au fond ook met uw denklijn eens.
Maar de vraag moet wel zijn: stel dat je die lijn zou willen uitvoeren, wat moet je dan allemaal aan wetswijzigingen
invoeren en kan dat en zou dat gewenst zijn?
Het kan altijd.
De wens: dat is een politieke keuze.
En ligt dus deels in de handen van stemmers.
@9: dit boeit, maar het is precies mijn punt.
De minister heeft het over de Comptabiliteitswet en het budgetrecht, maar ik heb het over bestuurlijke hygiëne, net zoals je zelf; we zijn het au fond eens.
Overigens staat ook daar: de hoofdlijnen leg je vast en bespreek je in het parlement, dus dat voorbehoud is er altijd. Een begroting is ook altijd geldig behoudens parlementaire goedkeuring.
Het kernprobleem is de botsing waar we om heen draaien: het openbaar bestuur kan handelen als privaatrechtelijke partij, maar het principe moet zijn dat waar mogelijk de publiekrechtelijke weg moet worden gekozen. Onze ministers zijn geen ondernemers die zich met hun vriendjes verstaan, maar politieke bestuurders.
Dat de wetten wringen en niet goed aansluiten is geen nieuws; daarvoor zijn rechters, interpretaties en procedures.
Dus veel wetswijzigingen lijken me niet nodig. Inderdaad: het gaat om de politieke keuze. Wiebes had tegen zijn contractpartners moeten zeggen: ik ga met dit onderhandelaarsakkoord naar het parlement en kom u daarna melden hoe het oordeel uitvalt en of ik een definitieve handtekening kan zetten.
@10: Wetswijzigingen kunnen wel een borgende werking hebben.
En processen “”opschonen” van wat wij als onzuivere obstakels in democratische processen zien.
Uw mooie principe inzake de publiekrechtelijke weg, waaraan voorrang gegeven zou moeten worden, is in deze dus in ieder geval door de minister niet als zodanig herkend en/of benut, waardoor de optie, zoals genoemd in de laatste zin, is genegeerd en onbenut gelaten.
Ook iets nalaten kan een zeer actieve en bewuste daad zijn.
Gezien de timing van het hele wetgevingstraject in relatie tot gesloten overeenkomsten en nog te verwachten, al aangekondigde, wetswijzigingen, wijst alles op een zeer bewuste en zelfs strategische keuze.
Naar ik aanneem komt dit alles vanmiddag in het wetgevingsdebat nog wel aan de orde.
Mevrouw Beckerman heeft zojuist in de Regeling van Werkzaamheden verzocht de wet terug te sturen naar de tekentafel en het debat uit te stellen.
Zij kreeg daarvoor weinig steun.
In dit licht is de laatste reactie van de minister verbazend.
Op vraag 6 van de PvdA dat miljarden kostende deals niet al voldongen feiten mogen worden voorgelegd, antwoordt de minister met “ja”.
Ik lees: we besturen dit land als een vennootschap, dus het parlement moet tevreden zijn met globale informatie. Hoe is het mogelijk?
Zo krijgt het thema dividendbelasting een steeds navranter inhoud: de VVD is niet liberaal of ondernemer gezind, maar een Trump- achtige belichaming van het ondernemersbelang in de politiek.
@12: Ik vrees dat de roze bril in deze “Groningerweek” toch wel veranderde in het ontluisterende gevolg van van de ogen gevallen schellen, met als conclusie, dat ook wij kennelijk niet ontsnappen aan de overheersing van corpocratie.
Echter: tegelijkertijd signaleer ik juist daarom een groeiende behoefte aan ethischer en democratischer besturen, aan grotere gelijkheid en betere verdeling, aan een humaner systeem.
Veranderen kan alleen vanuit een volledige heldere blik op de ongewenste aspecten van de huidige realiteit. En op de gewenste en gedeelde behoefte aan vernieuwing.
En dat betekent dat we dat met elkaar in deze culturele transitie, want dat is het, kunnen doen. Niet ongebruikelijk aan het begin van een eeuw: zo hoort dat ook.
Voor een ieder die het debat gister niet kon volgen, onder wat quotes binnen het door ons beschreven kader, met mijnerzijds als afsluiter: meer van hetzelfde: dat is toch volledig ongewenst?
Dat is toch niet het Nederland dat we dromen? Of onze nazaten toewensen?
Als ik het goed zie wordt het tijd voor humanere wetgeving!
En ook: een humanere manier van vormgeving van die wetgeving, hoe complex dat ook moge lijken: tijd voor vernieuwing dus!
Want met de laatste opmerking van de minister in deze komen we niet veel verder. Niet in Groningen, niet in Nederland.
Dat betekent dat we door nieuwe wetsschrijving dergelijke idiote dooddoeners moeten gaan trachten te voorkomen.
Hetgeen precies de reden was, dat ik eerder schreef:
Help Groningen!
Inderdaad een verzuchting, maar wellicht wat anders van karakter dan een ieder dacht: want dat proces begint namelijk
kennelijk in en vanuit Groningen. Maar Groningen kan dat niet alleen doen…Daar hebben we steun uit de rest van het land voor nodig.
Quotes:
Minister Wiebes: Nou, de vraag van mevrouw Beckerman ging niet over het akkoord op hoofdlijnen, maar over de wet die samenhang vertoont met het akkoord op hoofdlijnen. Daar ging die over. Contracten komen hier niet in stemming. Het is inderdaad zo dat de heer Nijboer niet alleen vanuit het budgetrecht, maar ook in het algemeen alle mogelijkheden heeft om het kabinet daarover te bevragen en om daar opvattingen over te formuleren, maar ik geef toe dat dat controle achteraf is. Het is buitengewoon complex om onderhandelingen zoals deze in een soort triloog met de Kamer te doen. Dat is niet eerder vertoont en het is ook niet hanteerbaar. Het gaat hier om een onvermijdelijke aanpassing, een onvermijdelijke aanpassing in een bestaande samenwerking, in lijn met de wensen die ik met deze Kamer heb besproken en die ik meerdere malen heb geuit. Ik heb mijn inzet hier verschillende keren besproken. Het klopt dat daar begrotingsconsequenties aan kunnen zitten.
De heer Nijboer (PvdA):
Volgens mij is het zo dat als de Kamer uiteindelijk niet instemt met de begroting, de minister deze deal gewoon moet terugdraaien. Of zegt de minister: het is een voldongen feit en u kunt me wegsturen, dat kunt u altijd, maar de deal staat zoals die er nu is?
Minister Wiebes: Dat is het ongemakkelijke van dit soort deals. Die zijn rechtsgeldig en hier is het controle achteraf. Dat gaat bij dit soort zaken zo. Dat hebben we natuurlijk in de kredietcrisis en de bankencrisis ook een paar keer gehad. Dat is ongemakkelijk, maar het is wel de enige manier om het te doen en het is ook niet ongebruikelijk. Het ongemak deel ik wel met de heer Nijboer.
De heer Jetten (D66): Oké, maar volgens mij zijn we als Kamer nu geïnformeerd over een handeling die de regering mag doen, namelijk een privaatrechtelijke overeenkomst sluiten met deze partijen. Wij zijn nu als Kamer geïnformeerd. Volgens mij hebben wij als Kamer bij de begroting nog de mogelijkheid om dit akkoord op hoofdlijnen alsnog af te wijzen. Pas als wij dat niet doen bij de begroting, heeft de Kamer hier definitief mee ingestemd.
Minister Wiebes: Dat is, vrees ik, niet waar. Hier is sprake van een juridisch bindend contract. De Kamer kan wel boos worden op de regering.
Voor het volledige verslag van het debat:
https://www.tweedekamer.nl/downloads/document?id=882738ba-4939-45ad-b450-e7aaffd0a0c8&title=Wijziging%20van%20de%20Gaswet%20en%20van%20de%20Mijnbouwwet%20betreffende%20het%20minimaliseren%20van%20de%20gaswinning%20uit%20het%20Groningenveld%20%2834957%29%20%28ongecorrigeerd%20stenogram%29.docx