‘Een foto maken is direct, in een fractie van een seconde de gebeurtenis en de exacte structuur van de visueel waargenomen vormen herkennen die deze gebeurtenis uitdrukken en er betekenis aan geven… Daarvoor moeten het hoofd, het oog en het hart op één lijn worden gebracht. Het is een manier van leven.’ – Henri Cartier-Bresson
De koning van de schaduw werd hij genoemd; de in 2004 op 95-jarige leeftijd overleden fotograaf wist zijn beeld zodanig te vangen dat er meer te zien was dan alleen het onderwerp van het gefotografeerde. Ook in zijn carrière als fotograaf leek hij de schaduw te verkiezen boven de publiciteit. De door o.a. hemzelf samengestelde tentoonstelling a Retrospective in het Foam museum in Amsterdam, zou hij nooit hebben bezocht, aldus zijn vrouw, Martine Franck onlangs in een interview in Nrc. Daarvoor was hij te bescheiden; het beeld sprak voor zich en de fotograaf diende daar ondergeschikt aan te zijn. Het beetpakken van ‘le moment decisif’ was de filosofie achter het werk van Cartier-Bresson, een visie die hem wereldberoemd maakte.
Cartier-Bresson werd in 1908 geboren in een gegoede burgelijke familie. Op jonge leeftijd raakte hij gefascineerd door de fotografie, wat hem ertoe bracht lessen te gaan nemen aan de privé-academie van de kubistische schilder André Lhote. Het kubisme zou later onderdeel worden van veel van zijn foto’s. Tot de jaren dertig waren de fotografen gewend te werken met zware apparatuur. De uitvinding van de 35 mm camera’s zorgde echter voor een geheel nieuwe werkwijze. Cartier-Bresson koos vanaf 1932 voor een Leica met een 50 mm lens en deze camera bleef hij trouw tot in de lengte der dagen. Zelfs toen hij tijdens WO-II was opgepakt door de Duitsers slaagde hij erin zijn camera te begraven om deze in 1943, na zijn ontsnapping weer op te graven en verder te gebruiken. Het werken met zulk een lichte camera maakte de fotografen een stuk mobieler, iets waar Cartier-Bresson gretig gebruik van heeft gemaakt.
Het retrospectief is ingedeeld naar de vele reizen die Cartier-Bresson maakte tussen 1930 en 1990 naar o.a. de Verenigde Staten, Mexico, China, India en de Sovjet-Unie. In 1947 richtte hij samen met Robert Capa het foto-agentschap Magnum op dat nu uitgegroeid is tot een entiteit op het gebied van de fotografie. Van daaruit spreidde hij zijn vleugels uit en werd het hem bijvoorbeeld als één van de eerste fotografen toegestaan foto’s te maken in de Sovjet-Unie in 1954. Zijn scherpe oog en zijn gevoel voor wereldgeschiedenis brachten hem op het juiste moment in China (1949) alwaar hij de opmars van Mao’s communisten wist vast te leggen. Hij maakte foto’s van de nog in gebruik zijnde Verboden Stad waaruit het keizerlijke hof niet lang daarna zou worden verdreven, maar ook van groepen op de vlucht geslagen Kwomintang officieren (zie foto). In Parijs wist hij de bevrijding vast te leggen, in Granada volgde hij de Spaanse burgeroorlog op de voet. Vanaf de jaren negentig legde hij zich toe op landschappen en portretten.
Toch zijn er voor deze tentoonstelling weinig foto’s geselecteerd waaruit de schaduwwerking in het werk van Cartier-Bresson duidelijk naar voren komt. Afgezien van Achter het station van Saint Lazare waarop de schaduw van een springende man boven een plas water te zien is, zijn het toch voornamelijk reportage foto’s waaruit de series bestaan en dat is jammer. Ook al lijkt het vaak dat deze foto’s geënsceneerd zijn, het tegendeel is waar, het beslissende moment kwam tot stand zonder daar medewerking van anderen voor te vragen en daarin schuilt het sublieme in het werk Cartier-Bresson. Wel zijn er foto’s te zien die het surrealistische gevoel van de fotograaf laten zien; in Na de bouw van de Muur in Berlijn (1962) zien we drie mannen geposteerd op een meterkast kijkend over de in aanbouw zijnde muur waardoor het lijkt of we hier met een standbeeld te maken hebben. Calle Cuanthemoctzin (1934) toont een Mexicaanse prostituee uit een deurluik, zonder dat het gat van het luik zichtbaar is. De vrouw lijkt aan de deur bevestigd te zijn.
Desondanks is het één van de indrukwekkendste tentoonstellingen die ik gezien heb met een grote hoeveelheid aan foto’s van onschatbare waarde. Jammer is het dat meer mensen dat met mij vinden waardoor je nauwelijks de tijd wordt gegund om het werk aandachtig te bestuderen. Daarom raad ik iedereen aan om Foam op donderdag- of vrijdagavond te bezoeken want dan is het museum geopend tot 21.00 uur.
A Retrospective – Henri Cartier-Bresson is nog tot 2 april te zien in Foam, Amsterdam
Foam
Magnum Photos
Foto-overzicht Cartier-Bresson
Portretten door Cartier-Bresson
Reacties (6)
Ik liep al een tijdje met het idee om te gaan. Maar jij hebt nu net het finale duwtje gegeven!
Leuk stukje Jorn, ik ben er ook geweest. Was er op zondagmiddag en toen was het ook wat te druk. Ik ga nog een keer op een rustige avond.
Bij iedere foto denk je: “wat is dit ?, wat gebeurd hier?”
@Doreen: afgelopen zondag was ik er ook. Ik vind dat ze bij dit soort tentoonstellingen maximale bezoekersaantallen moeten instellen. Ik vond vooral de Chinese foto’s erg goed, maar ik heb ook een beetje een Chinese tic de laatste tijd.
Machtig stuk Jorn… Wat (ook) speciaal was aan hem: hij hield zijn camera vaak hoog in de lucht, armen gestrekt, om mensen in hun aandoenlijkheid vast te leggen. Soort van handelsmerk van de meester.
@Jorn: ben ij een Asian Queen?