Normaal gesproken is de Raad van State het bedachtzame orgaan dat ’tut tut’ roept als de politiek geleid door de waan van de dag met grote haast een wet erdoorheen wil jagen. Inzake de AOW kwam er gisteren ineens een heel ander geluid: sneller verhogen, die leeftijd, en de plannen graag ook financieel beter onderbouwen. Want ondanks de (magere) protesten van de FNV behelst het voorstel vooral veel doorschuiven naar de toekomst.
Toch wringt er iets. De Raad van State hoort namelijk primair te beoordelen of wetsvoorstellen deugdelijk en uitvoerbaar zijn en of ze in overeenstemming zijn met de grondwet, andere wetten en verdragen. Dit advies lijkt nogal een politiek tintje te hebben met constateringen als: “Een dergelijke verdeling van lusten en lasten zet de solidariteit tussen de generaties – een wezenlijk fundament van ons stelsel van sociale zekerheid – onder spanning.”
Minister Donner stuurde de Raad dan ook met een kluitje in het riet: “Het kabinet is van mening dat de verhoging van de AOW-leeftijd niet geïsoleerd bezien moet worden, maar in de context van het bredere, evenwichtige kabinetsbeleid dat is gevoerd en nog gevoerd zal worden.” Anders gezegd: dankuwel voor het advies, maar over het beleid gaat het kabinet.
Let vooral op dat ‘nog gevoerd zal worden’. Kennelijk moeten de aow-voorstellen gezien worden binnen een kader dat nog niet bestaat maar zeker zal gaan bestaan. Dat zal ook wel nodig zijn, want de bestaande plannen voldoen niet aan de toets van het CPB waarop de ideeën van de FNV werden afgekraakt. De Raad van State heeft misschien een wat ongebruikelijke stap genomen door het kabinet te kapittelen over gebrek aan daadkracht. Maar allemachtig, wat is het hard nodig.
Reacties (2)
Niet dat het verder veel uitmaakt, want de minister kan het advies van de RvS zonder enige consequenties naast zich neerleggen (en dat heeft Donner ook al eerder gedaan).
Inderdaad. Dat er iets met de AOW moet gebeuren is duidelijk, maar dit is echt het slechtst mogelijke besluit. Uit het FD artikel:
”De werkgevers staan dus met lege handen en zijn alsnog aan de genade van de vakbonden overgeleverd. De kans op genade is klein, want waarom zou een getergde Agnes Jongerius meewerken aan lagere pensioenlasten die vooral in de werkgeverskassen vloeien? […] Het AOW-besluit lost nauwelijks iets op. Laagopgeleiden die afhankelijk zijn van de AOW moeten langer doorwerken, terwijl hoogopgeleiden die wél langer kunnen werken daartoe weinig prikkels krijgen.”
Kortom: het beluit biedt geen voordelen: de concurrentiepositie van Nederland wordt niet beter omdat de loonkosten ongemoeid blijven en de zwakkeren zijn de dupe (dat moet ik Jongerius nageven). Het spekt alleen op de langer termijn de staatskas, als degene van wie we een bijdrage willen vragen – de (bij voorkeur welgestelde) babyboomer – allang met pensioen is. Of dit moet onderdeel van een geniaal masterplan om de geesten rijp te maken en de AOW alsnog te fiscaliseren.
Geen wonder dus dat de RvS aan de bel gaat hangen. Volkomen terecht, dus, ook al gaat ze haar boekje wellicht te buiten. Wat dat laatste betreft las ik die argumentatie over “solidariteit tussen de generaties” juist als een poging om het advies van z’n politieke lading te ontdoen.