Jona Lendering

616 Artikelen
15 Waanlinks
322 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Studeerde geschiedenis en vertelt er graag over. Scepticus, recensent, fietser, webmaster (LiviusOrg), Don Quichot, blogger (Mainzer Beobachter) en beheerder van GrondslagenNet. Reist regelmatig in het Midden-Oosten, schreef een paar boeken, gruwt van de zelfmoord van de geesteswetenschappen en droomt van een eigen huis in Downtown Beiroet.

Gebrek aan concentratie

RECENSIE - Ik ging ietwat verstrooid van huis en bedacht, op weg naar de tram, dat ik mijn boek was vergeten. Mijn concentratie was weer eens minder dan gewenst. Het gebrek aan lectuur was des te urgenter omdat de tram net voor mijn neus wegreed. Ik loste het op door in de nabijgelegen kiosk een boek te kopen dat mijn belangstelling al wat langer had: Johann Hari, Stolen Focus. Why You Can’t Pay Attention (2022). Dat bleek een gelukkige aanschaf. Sterker nog, ik was er zó in verdiept, dat ik niet in de gaten had dat ik ook de volgende tram miste.

Het informatieoverschot

Hari claimt – en onderbouwt – dat mensen in de westerse samenleving steeds meer moeite hebben met concentratie. Dat is in elk geval iets dat ik voor mij herken en ik heb daarom bijvoorbeeld geen e-mail op mijn draagbare telefoon. Het prettige van Hari’s boek is dat hij niet de cultuurpessimist uithangt, beweert dat vroeger alles beter was of over álles loopt te jeremiëren. Hij accepteert de technologie als een kracht voor het goede, maar ziet wel dat ze maatschappelijk anders moet worden ingebed. Hieronder is mijn uittreksel van Hari’s boek, dat overigens geen zelfhulpboek is. Aan het einde schrijft hij ontwapenend dat zijn eigen pogingen te komen tot betere concentratie slechts beperkt resultaat hebben gehad.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Antiek glas

Een van de oudejaarsvragen betrof antiek glas: viel er iets te zeggen de wijze waarop het werd vervaardigd en kunnen we het namaken? De tweede vraag is makkelijk te beantwoorden: ja, dat kunnen we. Er zijn diverse ateliers, zoals dit, en u kunt de producten kopen in de meeste museumwinkels. De vraag hoe ze het in de Oudheid maakten, is lastiger.

Er gaat namelijk een andere vraag aan vooraf: wat is glas eigenlijk? Het is feitelijk vloeibaar gemaakt en daardoor bewerkbaar silica. Dat valt te winnen uit gewoon zand, maar voor de glasmaker aan het werk kan, moet hij twee problemen oplossen. De eerste moeilijkheid is dat hij het smeltpunt van silica moet verlagen van rond de 2000°C tot 1200°C. Daarom voegt de glasmaker soda (natriumcarbonaat) toe, dat valt te winnen uit planten. Dit creëert een nieuwe complicatie, namelijk dat het product zo oplosbaar wordt. Daarom voegt hij ongebluste kalk (calciumoxide) toe. Zo wordt het mengsel weer harder en kunnen we, om eens iets te noemen, water drinken uit een glas. De verhouding tussen de drie bestanddelen varieert rond de 70% silica, 25% soda en 5% calciumoxide.

 

Babylonische instructie voor de glasmaker (Pergamonmuseum, Berlijn)

Het oudste glas

Foto: eigen foto Jona Lendering Beirut Malala Fund

Onderwijs aan Syrische vluchtelingen

Nederland biedt de kinderen van vluchtelingen momenteel onvoldoende onderwijs aan. Het kabinet overweegt noodmaatregelen: ook ongediplomeerden mogen voor de klas staan. Dat is des te gênanter omdat Nederland een welvarend land is dat, ondanks alle publiciteit, geen werkelijk vluchtelingenprobleem kent. De overgrote meerderheid van de vluchtelingen blijft immers in de regio en hoopt snel terug te kunnen keren.

Onlangs luisterde ik in Libanon, een land met ruim vier miljoen inwoners en anderhalf miljoen vluchtelingen, naar een lezing over het onderwijs dat men daar verzorgt voor ongeveer 600.000 Syrische kinderen. Los van het feit dat onderwijs simpelweg een mensenrecht is, is het belangrijk kinderen, al is het maar voor enkele uren per dag, weg te halen uit een vluchtelingenomgeving. Gebeurt het niet, dan worden de kinderen ingezet als goedkope arbeiders. Of te jong uitgehuwelijkt.

Uitdagingen

De onderwijzers staan voor diverse uitdagingen, waarvan de eerste financieel is. De Syriërs konden al nauwelijks betalen voor transport en leermiddelen; de economische crisis in Libanon heeft die problemen verder verscherpt. De gezinnen zullen eerst moeten betalen voor het eten en pas daarna voor het onderwijs. Aan de Libanese zijde is nauwelijks geld om de docenten te betalen, al heeft een recente staking wel geleid tot een verbetering van hun inkomen. Gedurende die staking was het onderwijs natuurlijk onderbroken.

Foto: Maya-schaal voor een bloedoffer met middenin de Maïsgod (Costa Rica; MAS, Antwerpen, foto auteur)

Kunst op Zondag | Precolumbiaanse kunst

Ongetwijfeld woedt er discussie over de vraag of we de geschiedenis van de Amerika’s vóór de komst van Columbus nog moeten aanduiden als “precolumbiaans”. Zoals alle historische periodiseringen, verheldert én verdoezelt ook dit etiket. Ja, de komst van mensen van overzee was een schok, een breuk. Nee, er waren continuïteiten.

Azteekse watergodin uit Mexico (MAS Antwerpen; foto auteur)

Azteekse watergodin uit Mexico (MAS Antwerpen)

Schok en continuïteit

De klap van de Spaanse aanwezigheid was in elk geval onvoorstelbaar. De conquistadores kwamen met schepen, paarden, kanonnen, christendom, gouddorst en het pokkenvirus. De mensen in Midden-Amerika, die leefden in wat wij het Chalcolithicum zouden noemen, konden zich geen voorstelling maken van wat hun te wachten stond. Vermoedelijk begrepen ze het evenmin nadat Hernán Cortés, samen met de Tlaxcalteca’s en de Texcoca’s, de hoofdstad Tenochtitlan had verwoest. De ervaren schok schiep ruimte voor de snelle verspreiding van het christendom en de Spaanse taal.

Een Maya-hoofd uit Guatamala (MAS Antwerpen, foto auteur)

Een Maya-hoofd uit Guatamala (MAS Antwerpen)

Er bleven ook dingen hetzelfde. De Azteekse Drievoudige Alliantie mag dan in 1521 gewelddadig ten onder zijn gegaan, in Mexico leven nog een kleine twee miljoen Azteken en het Nahuatl is een levende taal, waarin men informatie over het verleden mondeling doorgeeft. We bezitten zo’n tachtig Azteekse boeken, uitgegeven door de Leidse onderzoeker Maarten Jansen. Daarvan zijn er vijftien precolumbiaans, terwijl ook de jongere boeken informatie bevatten over de precolumbiaanse periode. Over de Maya’s, waarvan er in Guatamala en Yucatán nog acht miljoen leven, is iets soortgelijks te zeggen. Een voor hen belangrijk boek, Popol Vuh, bevat verhalen over de vroegste periode. Kortom: er zijn bronnen van informatie.

Foto: Multatuli in Amsterdam (© Livius)

Mimi en Multatuli

RECENSIE - Dat is nou eens een leuk boek: Verheven ongemanierd. Mimi en Multatuli van Gaia van Bruggen. Mimi, voor wie het even niet paraat mocht hebben, heette voluit Mimi Hamminck Schepel en was de tweede echtgenote van Multatuli.

Niet over rozen

Mimi – zoals we haar maar zullen noemen – heeft geen makkelijk leven gehad. Ze koos ervoor een keurig, burgerlijk en ongetwijfeld welgesteld bestaan op te geven om te leven met iemand die weliswaar gold als een geniaal schrijver, maar die van de ene naar de andere moeilijkheid liep. Dat ik hem in de vorige zin “schrijver” heb genoemd, zou hij me vermoedelijk kwalijk hebben genomen, want de Havelaar was zijns inziens geen roman maar een politiek middel. En het boek dat mij het dierbaarst is, Woutertje Pieterse, zou hij nooit uitgegeven hebben willen zien zoals het uitgegeven is. Het was geen zelfstandig boek, vond hij, maar een uitwerking van zijn Ideën. Wat ik maar zeggen wil: Multatuli was iemand die het met iedereen oneens lijkt te zijn. Op zich een zinvolle intellectuele positie, maar lastig voor wie ermee moet samenwonen.

Van Bruggens verhaal is dus te lezen als een verslag van een reeks moeilijkheden. Moeilijkheden met de eigen familie, die Mimi verbiedt om te gaan met Multatuli. Niet onbegrijpelijk, want zijn omgang met goedgelovige jonge vrouwen zou tegenwoordig gelden als grensoverschrijdend. Moeilijkheden met Multatuli’s kinderen en eerste echtgenote, Tine. De kinderen haatten hun stiefmoeder als de poorten van de hel. En uiteraard behandelt Van Bruggen de financiële moeilijkheden. Die vormen nu eenmaal de rode draad in elke Multatulibiografie. Ronduit wreed zijn de moeilijkheden na Multatuli’s dood, als ze de boedel niet op de normale manier te gelde kan maken omdat daarvoor moet worden samengewerkt met Multatuli’s kinderen, waarvan niemand weet waar die zijn.

Closing Time | Cornelis Vreeswijk

De Nederlands-Zweedse troubadour Cornelis Vreeswijk, bekend van vrolijke liedjes als “De nozem en de non”, zag het niet bepaald zonnig in.

Bent u vooruitstrevend?
Ha, daar blijf ik bijna in.
Een merkwaardig soort illusie:
naar de afgrond coûte que coûte.
En misschien wordt het morgen beter,
maar het wordt toch nooit goed.

Wie zal zeggen wat het nieuwe jaar gaat brengen? In elk geval wenst Sargasso u het allerbeste toe: het ongelijk van Cornelis Vreeswijk.

Closing Time | Himesh Patel

De film Yesterday (2019; momenteel op Netflix) oogt als een simpele feel-good movie. De hele wereld blijkt de Beatles te zijn vergeten, op één B-artiest na, gespeeld door Himesh Patel. Die plagieert de Fab Four en lijkt een geweldige carrière te gaan krijgen.

De film loopt desondanks goed af. De held sluit het meisje in zijn armen.

Fin.

Een onderhoudende film zonder veel pretenties, denk je, en dat is ook zo. Maar ergens zegt iemand terloops dat de wereld zonder de Beatles minder mooi zou zijn.  “A world without the Beatles is a world that’s infinitely worse.”

Foto: (foto Jona Lendering (cc))

Fietsstad Amsterdam

Het zijn niet alleen de toeristen die het historische centrum van Amsterdam onbegaanbaar maken. Iets minder erg, maar daarom nog niet verwaarloosbaar, zijn de werkzaamheden aan de bruggen en kades. De verklaring voor het groot onderhoud is vrij simpel: decennialang zijn vrachtauto’s toegelaten in de binnenstad en dus zijn de straten langs de grachten inmiddels verzakt en op andere manieren kapot.

Het zal niemand verbazen die de eerste hoofdstukken leest van Fietsstad Amsterdam. Hoe Amsterdam de fietshoofdstad van de wereld werd van Fred Feddes en Marjolein de Lange. Jarenlang definieerde het stadsbestuur de toegankelijkheid van de binnenstad als bereikbaarheid voor het autoverkeer. Midden jaren zestig droomde men openlijk van een zesbaansweg op de plaats van de huidige Singelgracht. Voor fietsers was geen ruimte. Die waren te watervlug, te ongrijpbaar voor de planologen. Daarom heeft de IJtunnel geen fietspaden en is er nog altijd geen snelle fietsverbinding tussen de twee oevers van het IJ. Wat Feddes en De Lange niet noemen is dat de rijksoverheid jarenlang het automobilisme stimuleerde door zoveel mogelijk dienstplichtigen een rijbewijs te laten halen.

Erfgoed

Toch is Amsterdam geen autostad geworden. In plaats daarvan kun je er nu alleszins prettig op de fiets rondrijden. Niet zo watervlug als mogelijk, want er blijven toeristen en opgebroken straten, maar toch. Feddes en De Lange leggen uit hoe dat zo is gekomen en dat levert een vlot boek op. Eén factor is dat de stedelijke infrastructuur zich simpelweg niet leent voor autoverkeer. De Grachtengordel zó aanpassen dat je er vlot met de auto doorheen kun, betekent grootschalig asfalteren en daarmee vernietig je een aantrekkelijk stadscentrum. De erfgoedsector kwam dus in het geweer tegen de auto.

Foto: daves_archive1 (cc)

Politiek correct gekwaak

COLUMN - Mijn reactionaire visie op de wetenschap is geen geheim. Begin eens met het herstel van voldoende brede opleidingen. Of liever, denk aan een alternatief voor de universiteit, want het huidige instituut is slecht voor het personeel, slecht voor de wetenschap en slecht voor de samenleving. Verder is mijn enige politieke oordeel dat mensen die het hebben over “rechts” of “links”, doorgaans weinig interessants te zeggen hebben.

Ooit hadden die woorden betekenis. Namelijk toen “rechts” stond voor het bewaren van gevestigde normen en waarden, die immers het cement van de samenleving vormen, en toen “links” stond voor het kritisch bevragen van de heersende ideologie, die immers voortdurende herijking verdient aan de veranderende omstandigheden. Maar die betekenissen zijn vergeten. Al in 1982 wees Renate Rubinstein erop dat het woordenpaar op zoek was naar betekenis. Inmiddels worden “links” en “rechts” alleen nog gebruikt ter typering van degenen waarmee je het oneens bent. Betekenisloos.

 

Grote Ontdekkingen

Nou ja, toch. Even. Ik had het ergens gehad over de Grote Ontdekkingen. U weet wel, de periode vanaf pakweg 1400, toen Hendrik de Zeevaarder begon aan de systematische verkenning van de Afrikaanse westkust. Portugese zeelieden zeilden steeds verder. Bartolomeu Dias bereikte Kaap de Goede Hoop, Vasco da Gama India. De zeelieden constateerden dat je over de equator kon gaan zonder van de hitte te bezwijken. Dat was anders dan Aristoteles had gezegd. Ze ontdekten ook dat je om Afrika kon zeilen. Dat was anders Ptolemaios had beweerd.

Foto: Jason Powell (cc)

Generatie 9/11

RECENSIE - In zijn essaybundel Imaginary Homelands observeert Salman Rushdie dat Groot-Brittannië een overzees imperium heeft vervangen door een empire within. Daarmee bedoelt hij dat de Engelsen altijd een neerbuigende houding hebben behouden tegenover anderen, of het nu ging om degenen die woonden in het ooit Britse India of om hun afstammelingen, wonend op de Britse eilanden. De outsiders waren ooit outside geweest maar ook nu ze within woonden bleven het outsiders.

Nederlands interne imperium

In Nederland is dat niet anders. Wie niet komt uit een oude Nederlandse familie, staat op achterstand. Ik vermoed dat elke lezer er wel iets van heeft gezien. Zelf heb ik gewerkt in de schoonmaak (met Turkse, Surinaamse en Marokkaanse collega’s), heb ik familie op Curaçao en had ik een relatie met een zwarte vriendin. Hoe diep de reflexen tegen het niet-westerse zitten, ontdekte ik toen ik een boek publiceerde over wat de Europese cultuur heeft ontleend aan oosterse culturen. Mijn betrokkenheid bij de multi-etnische samenleving is al met al niet wereldschokkend, maar ik zie wel eens iets van de complicaties.

Zoals zoveel aloude Nederlanders – als dit een uitdrukking is – weet ik me niet goed houding te geven. U merkt het aan mijn woordkeuze. In de eerste alinea kon ik het woord “Britten” niet gebruiken, want Rushdie heeft hetzelfde paspoort als Farage en Johnson. Ik schreef dus “Engelsen”, maar dat riep meteen de vraag op hoe het zat met Schotten en Welshmen. Ik schreef “In Nederland is dat niet anders” om “Nederlanders” te vermijden. Had ik het moeten hebben over immigranten of autochtonen? Nee, ze zijn hier geboren. En dan is er “wit” in plaats van “blank”. Daarmee heb ik moeite, want er wordt me een identiteit en een conflict aangepraat waarin ik me niet herken.

Foto: De Nebra-expositie in het Drents Museum in Assen (foto JL) copyright ok. Gecheckt 27-09-2022

De Hemelschijf van Nebra

ACHTERGROND - Het is zomer en de scholen hebben vakantie, kortom, het is tijd voor dagjes uit. Dus waarom niet naar het Drents Museum in Assen, waar momenteel een tentoonstelling is gewijd aan het bijzondere voorwerp dat bekendstaat als de Hemelschijf van Nebra? Een van de meest bijzondere archeologische vondsten uit de afgelopen halve eeuw.

De Hemelschijf van Nebra (©Wikimedia Commons | Gebruiker Dbachmann)

Ik weet het: u gelooft me niet. Geverseerd in de media als u bent weet u dat als een archeoloog beweert dat ’ie iets bijzonders heeft ontdekt, hij overdrijft. Uw reserve is breed gedeeld. Ik word al een kwart eeuw wekelijks geconfronteerd met sceptici en moet ze vaak gelijk geven. Claims kloppen vaak niet. Maar de Nebraschijf, ja, die is echt bijzonder. Eerst iets over het voorwerp zelf. Daarna zal ik het bijzondere uitleggen.

Hemelkaart

De in 1999 bij het Duitse plaatsje Nebra gevonden bronzen schijf is zo groot als een grammofoonplaat, weegt twee kilo en toont een gouden zon, maan en sterren. Ook de Plejaden zijn aangegeven, eveneens van goud. Het is dus een hemelkaart. Links en rechts waren twee later aangebrachte bogen, waarvan de linkse nog later weer is verwijderd. Onderaan is een derde, iets krommere boog. Er zijn diverse redenen om aan te nemen dat het voorwerp rond 1600 v.Chr. is begraven en toen al enkele eeuwen oud was. Het voorwerp komt dus uit de Bronstijd.

Foto: Stuart Richards (cc)

Oncontroleerbare geschiedenis (voor mij dan)

COLUMN - De mooiste film van vorig jaar was, als je het mij vraagt, Summer of Soul. Als u die niet hebt gezien: het gaat over enkele concerten die in de zomer van 1969 zijn gegeven in Harlem, New York. Een soort Woodstock, maar grotendeels vergeten. Regisseur Questlove vond het materiaal terug en maakte er een documentaire van. En dus zien we Stevie Wonder (superjong), Mahalia Jackson, Sly & the Family Stone, B.B. King en Nina Simone. Allemaal “zwarte” muziek en dat is geen toeval, want burgemeester John Lindsay wilde, kort na de moord op Martin Luther King en Robert Kennedy, rassenrellen tot elke prijs vermijden. Daarom steunde hij het initiatief van een zwart muziekfestival.

Meer muziek

Nog zoiets: de documentaire They say I’m different, over de onlangs overleden Betty Davis. Terwijl de burgerrechtenbeweging een keurig imago wilde hebben om geen voeding te geven aan theorieën dat zwarten gelijke rechten niet aankonden, was hier een nogal libertijnse zangeres. De documentaire is vrijwel geheel in scène gezet, want er is nauwelijks beeldmateriaal. Wel een aanrader echter, want de muziek is fenomenaal. Hier is het nummer waaraan de documentaire haar naam ontleend.

They say I’m different en Summer of Soul veronderstellen de burgerrechtenbeweging maar gaan vooral over muziek. The United States versus Billie Holiday is veel scherper en toont de eigenlijke strijd. De film vertelt hoe de Amerikaanse autoriteiten de zangeres dwars zaten. Ik wist wel het een en ander over het (deels illegale) Counter Intelligence Program waarmee de FBI meende de openbare orde te beschermen, maar het schokte me toch.

Volgende