De woensdagmiddag is op GeenCommentaar Wondere Woensdagmiddag. Met extra aandacht voor de nieuwste ontwikkelingen in Wetenschap- en Techniekland.
Vandaag viert men in de Verenigde Staten en Canada een ietwat merkwaardige feestdag: Groundhog Day. Ieder jaar op 2 februari keert de blik van verkleumende Noord-Amerikanen zich naar de holen van bosmarmotten om te zien of de lente zich aan zal dienen of dat de winter nog een paar weken langer zal duren. Volgens de folklore is het moment dat de bosmarmot op deze dag uit zijn hol bepalend: is het op dat moment bewolkt, dan is de winter zo goed als afgelopen; schijnt de zon, dan schrikt de marmot van zijn eigen schaduw en zal hij zich terugtrekken in zijn hol en – helaas helaas – de winter duurt nog zes weken langer.
De bekendste bosmarmot is zonder twijfel Punxsutawney Phil, die je vandaag live kan volgen. Phil figureert ook in de – briljante – film van Harold Ramis, waarin hoofdpersoon Bill Murray op mysterieuze wijze gedoemd is deze ene dag tot in de oneindigheid opnieuw te beleven. Deze WW gaat niet over de (on)mogelijkheid van time-loops, maar over de mythische weersvoorspellende krachten van dieren.
Dat de Bosmarmot niet zo goed voorspelt als gehoopt mag geen verassing zijn. Volgens de groundhog-fans zal het beest 70-90% van de tijd goed voorspellen, maar simpel empirisch onderzoek van Canadezen liet zien dat maar 37% van de voorspellingen correct bleken. Sommigen stellen het gebruik van andere knaagdieren voor, zoals de beverrat in New Orleans, maar er is geen enkele aanwijzing dat hij het beter zal doen.
Andere planten en dieren lijken betere weersvoorspellers. Verschillende planten, waaronder tulpen, sluiten de bloem voor het begin van een regenbui (“als de tulp haar kelk sluit, blijft de regen niet lang uit“). En in New England is aan de stand van de koeien te zien of het gaat regenen: met de staart naar het westen betekent mooi weer, naar het oosten betekent regen. Koeien staan doorgaans met de staart in de wind om aanvallers te kunnen zien aankomen én ruiken. En in New England komt de regen vaak met de oostenwind. Veel insecten zijn gevoelig voor luchtdruk: bij lage luchtdruk vliegen ze stukken lager dan bij hoge luchtdruk. Een verklaring hiervoor is dat ze in dat geval bij plotseling slecht weer sneller kunnen schuilen. Wat wij daarvan zien zijn de zwaluwen, die lager vliegen om hun voedsel – diezelfde insecten – te kunnen vangen. Spreekwoorden te over.
In het algemeen zijn dieren en planten net iets anders gebouwd dan mensen, ze hebben andere zintuigen waarmee ze andere geluids- en lichtfrequenties, luchtdruk of magnetisme kunnen waarnemen, al deze factoren hangen op één of andere manier samen met het weer. Tegelijkertijd is het weer een bepalende factor voor de acute overlevingskansen van verschillende dieren. De evolutie kon er bijna niet omheen, waar wij mensen moesten wachten totdat we ver genoeg waren om gigantische weersvoorspellingssystemen te ontwikkelen, kregen bepaalde andere dieren het van moeder natuur cadeau.
Reacties (5)
“maar 37% van de voorspellingen correct bleken.”
Dat is toch ook opvallend voor een voorspelling die 50% kans van slagen heeft als hij random zou zijn.
@1: Dus het is óf 6 weken koud, óf de winter is voorbij?
@2: Zo begrijp ik ”is het op dat moment bewolkt, dan is de winter zo goed als afgelopen; schijnt de zon, dan schrikt de marmot van zijn eigen schaduw en zal hij zich terugtrekken in zijn hol en – helaas helaas – de winter duurt nog zes weken langer.” inderdaad.
Ja, is misschien wat onduidelijk. In het gelinkte document staat:
“Meteorological Records
Groundhog Day organizers maintain that the rodents’ forecasts are accurate 75-90% of the time. However, meteorological records prove that the groundhogs’ success rate is quite low. A study of weather data over the past 30-40 years for 13 cities across Canada reveals there was an equal number of cloudy and sunny days on February 2. During that period, the groundhogs’ predictions were correct only 37% of the time; ie, winters continued cold for several weeks following the appearance of sharp shadows on February 2, or were much milder than usual when that day was too cloudy for a shadow to be seen. However, for nearly two-thirds of the years the groundhogs’ forecasts turned out to be wrong: either they were contrary to what they should have been, or winter dragged on its normal duration. Given that in this case 33% accuracy can occur by chance, a score of 37% is not significant. ”
(bron http://www.thecanadianencyclopedia.com/index.cfm?PgNm=TCE&Params=A1SEC832027)
@4: Is ook onderzocht hoe het bij dichotomisering van de winter zit? Stel je maakt de mediane winter het cut-off point, hoe scoren de bosmarmotten dan?