ACHTERGROND - Nederland gaat voor 345 miljoen euro onderdelen voor Indonesische marineschepen leveren, meldde de regering deze week in een brief aan de Kamer. Is dat geen probleem?
Dinsdag stuurde de regering de brief waarin melding werd gemaakt van de levering van onderdelen ter waarde van 345 miljoen euro aan Indonesië. Die schepen worden uitgerust met scheepskanonnen waarvoor het Italiaanse bedrijf Oto Melara met Nederlandse financiële steun nieuwe munitie ontwikkelde die geschikt is voor gebruik tegen landdoelen. De schepen kunnen daardoor ingezet worden bij de strijd tegen rebellen.
Wapenleveranties worden getoetst aan de hand van verschillende criteria. In dit geval zijn de volgende ijkpunten relevant: mensenrechten (criterium 2), interne conflicten (criterium 3) en regionale stabiliteit (criterium 4). De regering meent in haar Kamerbrief dat de levering op al deze punten geen enkel risico oplevert, maar dat is zeer twijfelachtig. De informatie van de regering lijkt vooral bedoeld om kritiek voor te zijn.
Mensenrechten
De situatie in Indonesië is sterk verbeterd in de afgelopen twintig jaar, daar zullen vriend en vijand het over eens zijn. Overigens was Nederland ook niet te beroerd om wapens te leveren toen Indonesië binnenslands nog wel zeer bloedig huis hield. Maar Oost-Timor is inmiddels onafhankelijk, de spanningen in de Molukken zijn geluwd, in Aceh is de vrede weergekeerd en het militair regime van Soeharto sneuvelde en maakte plaats voor een meerpartijenstelsel. De regering draaft echter wat door als ze zegt dat ‘Indonesië een stabiele democratie is met een vrije pers, een actief maatschappelijk middenveld en een hoge mate van tolerantie. De bescherming van mensenrechten is (grond-)wettelijk vastgelegd, naleving is een incidenteel punt van zorg.’ Die schendingen zijn meer dan incidenteel. Human Rights Watch vat het als volgt samen:
However, Indonesia remains beset by serious rights problems. Violence and discrimination against religious minorities, particularly Ahmadiyah, Bahai, Christians, and Shia have deepened. Lack of accountability for abuses by police and military forces continues to affect the lives of residents in Papua and West Papua provinces.
Ieder jaar publiceert het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken een mensenrechtenrapport met een uitgebreid verslag van de situatie in Indonesië. Dit overheidsrapport schetst een nog minder rooskleurig beeld:
The suppression or abridgement of the rights of religious and ethnic minorities was a problem. The government applied treason and blasphemy laws to limit freedom of expression by peaceful independence advocates in the provinces of Papua, West Papua, and Maluku and by religious minority groups. Official corruption, including within the judiciary, was a major problem.
Other human rights problems included killings by security forces, abuse of prisoners and detainees, harsh prison conditions, trafficking in persons, child labor, and failure to enforce labor standards and worker rights.
On some occasions the government punished officials who committed abuses, but judicial sentencing often was not commensurate with the severity of offenses, as was true in other types of crimes.
Het East Timor Action Network (ETAN), dat zich sinds jaar en dag met heel Indonesië bezighoudt, beargumenteert in een reactie op het rapport dat de schendingen nog wijder verspreid zijn dan het rapport aangeeft.
Interne conflicten
Volgens de regering
blijven interne spanningen [in West Papua] bestaan en doen zich af en toe gewelddadige incidenten voor. Het gaat hierbij onder meer om activiteiten van veiligheidstroepen, al dan niet in reactie op acties van de gewapende afscheidingsbeweging OPM, tribaal geïnspireerde conflicten en geweld in de criminele sfeer. Het beleid van de Indonesische regering is in eerste instantie gericht op de sociaaleconomische ontwikkeling van Papua, en daarnaast worden ook stappen gezet om een dialoog te voeren met vertegenwoordigers van de inheemse bevolking.
Nederland kiest er duidelijk voor de Indonesische regering in Jakarta bij te vallen en neemt de stroom aan kritiek op het Indonesische optreden in Papua nauwelijks serieus. Het woord ‘acties’ verhult dat het om moord, marteling en straffeloosheid aan de kant van leger en veiligheidstroepen gaat. Amnestie International schrijft in haar Jaarverslag 2013 bijvoorbeeld:
Indonesian security forces, including police and military personnel, were accused of human rights violations in Papua. Torture and other ill-treatment, excessive use of force and firearms and possible unlawful killings were reported. In most cases, the perpetrators were not brought to justice and victims did not receive reparations.
De regering stelt in haar brief dat het niet voor de hand ligt dat marineschepen zullen bijdragen aan het toenemen van interne spanningen. Marinematerieel wordt volgens de regering niet ingezet bij interne onderdrukking. Daar valt echter veel op af te dingen. Op 3 september 2004 ging het radioprogramma Argos uitgebreid in op het punt van inzet van marineschepen in Indonesië, juist bij interne conflicten. Uit onderzoek bleek inzet in zowel Atjeh als Papua. In Papoea werd een zeer nare kwestie blootgelegd. Lijken van verminkte en vermoorde Papoea’s werden in 1998 met marineschepen naar zee vervoerd en in zee gedumpt. De enige overlevende komt in de uitzending aan het woord.
Een nieuw argument om de export van marineschepen naar Indonesië strenger te beoordelen is de ontwikkeling van speciale munitie voor gebruik tegen landdoelen. Door Oto Melara, een bekend fabrikant van scheepsgeschut, is met een Nederlandse financiële bijdrage een nieuw type scheepsmunitie ontwikkelt voor scheepskanonnen van hetzelfde type en kaliber als op de Indonesische schepen komt. Die munitie maakt het mogelijk de kanonnen vanuit de kustwateren in te zetten tegen doelen op land. Kamerlid Harry van Bommel (SP) stelde deze week Kamervragen over de nieuwe mogelijkheden van de schepen. Eén van vragen luidt: ‘Deelt u de mening dat deze bewapening de fregatten geschikt maakt voor het bombarderen van landdoelen en dus ook eventueel rebellen die het Indonesische leger bestrijden?’ Vervolgens vraagt hij of dit niet strijdig is met de visie van de regering dat marineschepen niet ingezet kunnen worden bij dergelijke operaties. De antwoorden moeten nog komen, maar duidelijk is dat het leveren van wapens aan Indonesië een tikkeltje minder risicoloos is dan de regering aangeeft.
Reacties (2)
Ik ben ergens wel benieuwd naar de motivatie achter de min voor dit artikel.
Kamervragen over munitie Van Dijk en Van Bommel (SP) zijn beantwoord:
Antwoorden van Frans Timmermans, Minister van Buitenlandse Zaken en Lilianne Ploumen, Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking op vragen van het lid Van Dijk (SP) over wapenleveranties aan Indonesië.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel ‘ Italian Munition Gives Naval Gun Ground Attack Capability’? Klopt het dat het nieuwe type munitie ‘Vulcano 76’ voor de boordkanonnen van fregatten speciaal ontwikkeld is voor gebruik tegen doelen op land?
Antwoord
Het artikel is bekend. Gegeven het feit dat Nederland niet betrokken is bij de ontwikkeling van Vulcano 76mm munitie, kan niet met zekerheid worden gezegd wat het oogmerk van de ontwikkeling is.
Vraag 2
Is het waar dat Nederland meebetaalt aan de ontwikkeling van dit type munitie? Zo ja, voor welk bedrag?
Antwoord
Nederland is niet betrokken bij de ontwikkeling van Vulcano 76 mm munitie. Wel neemt Nederland sinds 2003 deel aan de ontwikkeling van Vulcano 127 mm Extended Range munitie; daaraan is voor ongeveer € 6,2 miljoen meebetaald door het ministerie van Defensie.
Vraag 3
Wordt dit type munitie (in de toekomst) gebruikt op de vier fregatten die geleverd worden aan Indonesië?
Antwoord
De schepen worden uitgerust met een 76 mm kanon van het in het artikel genoemde Italiaanse bedrijf. Het is niet bekend bij welk bedrijf Indonesië munitie zal aanschaffen voor dit kanon.
Vraag 4
Deelt u de mening dat deze bewapening de fregatten geschikt maakt voor het bombarderen van landdoelen en dus ook eventueel van rebellen die het Indonesische leger bestrijden?
Antwoord
In theorie kan vanaf een fregat met een dergelijk kanon ook op landdoelen worden geschoten. Het is niet bekend dat dergelijke voorvallen in Indonesië hebben plaatsgevonden.
Vraag 5
Is een dergelijke inzet niet strijdig met uw stelling: “Het ligt niet voor de hand dat onderhavige goederen zullen bijdragen aan het toenemen van interne spanningen, mede gelet op het feit dat materieel van de Indonesische marine hierbij niet wordt ingezet.”?
Antwoord
De levering van fregatten aan Indonesië is zorgvuldig getoetst aan de acht criteria voor wapenexport. Sinds de democratisering van Indonesië vanaf 1998 is geen geval bekend van betrokkenheid van materieel van de Indonesische marine bij mensenrechtenschendingen of interne onderdrukking.
Vraag 6
Wilt u deze vragen beantwoorden voor het Algemeen Overleg over wapenexport op 3 juli?
Antwoord
Deze vragen worden op de kortst mogelijke termijn beantwoord.