Nederland is een feminiene samenleving die cultureel gedomineerd wordt door een gelijkheidsdogma. Iedereen moet gelijk zijn. Vooral de Nederlandse (semi-)overheid klampt zich met beide armen aan het beginsel van gelijkheid vast. Daarom wordt er binnen de publieke sector meer gemanaged dan geleid. Dat werkt uitstekend zolang de zaken op rolletjes lopen. Zodra er echter ingrijpende veranderingen moeten worden doorgevoerd, wreekt zich het gebrek aan leiderschap. En dat gebrek kost geld. Belastinggeld, stelt bestuurskundige Basile Lemaire.
In Nederland wordt ons van jongs af aan geleerd dat iedereen gelijk moet zijn. Zo hoort het. Dit gelijkheidsdenken lijkt op het eerste gezicht een nobel uitgangspunt. Wat het echter ook doet, is het bestraffen van prestatie. Onze hang naar gelijkheid is verworden tot een afkeer van succes en winnaars. Denk bijvoorbeeld aan de ophef naar aanleiding van het “enorme ego” van Ivo Niehe toen hij op 3 oktober in Pauw en Witteman vol passie vertelde over zijn succes in Parijs. Bijna heel Nederland viel over hem heen. Dat kon natuurlijk echt niet! In Pauw en Wittemans uitzending van 9 november kon Niehe gelukkig om vergeving vragen voor zijn “buitenproportionele reactie”.
Een feminiene samenleving
Geert Hofstede, emeritus professor van de Universiteit Maastricht, heeft een model ontwikkeld met een aantal dimensies waarlangs cultuur te meten is. Nederland scoort op twee dimensies bijzonder laag: op de dimensies “machtsafstand” (power distance) en “masculiniteit”. Voor de leesbaarheid van dit stuk voeg ik die twee even samen onder de noemer masculiniteit, in aanmerking nemend dat macht veelal ook de associatie oproept met het mannelijke. Nederland behoort, samen met de Scandinavische landen, tot de meest feminiene samenlevingen ter wereld. (De term feminien duidt in dit verband niet op geslacht of geaardheid.)
Landen als Duitsland en het Verenigd Koninkrijk kennen een mooie balans tussen femininiteit en masculiniteit. Slowakije schijnt het meest masculiene land ter wereld te zijn. In Nederland is de balans ver doorgeslagen in de richting van de feminiene kenmerken. We vinden niet alleen dat iedereen gelijkwaardig is, we vinden dat iedereen gelijk moet zijn. Ik zou in dit kader zelfs willen spreken van een gelijkheidsdogma.
Het gelijkheidsdogma
Het Nederlandse gelijkheidsdogma manifesteert zich op allerlei gebieden in onze samenleving. Zo kent de Nederlandse taal vele uitdrukkingen en gezegden die onze feminiene cultuur weerspiegelen. “Doe maar normaal dan doe je gek genoeg” en “Wie zijn kop boven het maaiveld uitsteekt, zal de zijne verliezen”, bijvoorbeeld. Ik heb gekeken of er directe vertalingen van deze uitdrukkingen zijn in het Engels, Frans of Duits. Ik kon ze niet vinden.
De lasten van onze samenleving worden naar feminiene maatstaven verdeeld. Veel meer dan in andere landen wordt de belasting in Nederland voornamelijk betaald door de mensen met de midden- en de hogere inkomens. Dit ten faveure van lagere inkomens en uitkeringsgerechtigden die in verhouding weinig belasting betalen. Iemand met een modaal inkomen in Nederland betaalt al 42% inkomstenbelasting. In Duitsland is dit 14%.
Politieke en organisatorische besluitvorming vindt in het algemeen plaats op basis van consensus. We kennen een bijna onweerstaanbare drang om overal consensus over te bereiken. Het Nederlandse poldermodel is daarvan een sprekend voorbeeld. In dat model nemen werkgevers, vakbonden en de overheid plaats aan de eeuwige vergadertafel om tot afspraken over arbeid te komen. Iedereen mag daarbij zijn zegje doen en iedereen krijgt uiteindelijk een beetje gelijk. Consensus wordt als belangrijker ervaren dan het meest effectieve resultaat.
De publieke sector en haar angst voor leiderschap
Nederland is een verzorgingsstaat. De overheid draagt de zorg voor de (financieel) zwakkeren in onze samenleving door het verstrekken van uitkeringen en subsidies. Dit zorgende karakter maakt de Nederlandse staat per definitie feminien. Ze kent geen competitieve (lees: masculiene) prikkels, omdat ze niet hoeft te concurreren en geen winst hoeft te behalen. Hierdoor neemt de publieke sector binnen onze samenleving een positie in die nóg feminiener is dan onze samenleving als geheel.
Zoals Nederland niet van winnaars houdt, zo houdt haar (semi-)overheid niet van leiders. Hét kernwoord voor een authentieke leider is verantwoordelijkheid; een leider voelt zich persoonlijk verantwoordelijk. Die verantwoordelijkheid resulteert vervolgens in betrouwbaarheid en een natuurlijke manier van aansturing. Hoewel een manager dus zeer zeker een leider kan zijn, is hij/zij dat zeker niet altijd. Mijn persoonlijke ervaring is dat veel managers zich veeleer kenmerken door onzekerheid, het afschuiven van verantwoordelijkheid, het bij zich houden van informatie, en het beroepen op regels, procedures en systemen. De integriteit en natuurlijke autoriteit van de authentieke leider staat daar haaks op. Hij/zij kan voor een gemiddelde (overheids)manager dan ook behoorlijk bedreigend zijn.
Leiders houden ons een spiegel voor waarin we zien dat niet iedereen gelijk is. Dat is een spiegelbeeld waar wij in Nederland liever niet naar kijken. Op diezelfde manier kunnen leiders aan overheidsmanagers een spiegel voorhouden waarin onverbiddelijk een gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel en efficiëntie wordt teruggekaatst. Het is gemakkelijker om de blik dan simpelweg af te wenden. De publieke sector zal haar eigen feminiene karakter en haar angst voor leiderschap dan ook niet zondermeer (h)erkennen.
De publieke sector: veel managers, weinig leiders
Het is voor een manager niet gemakkelijk om aan zichzelf – laat staan aan anderen – toe te geven dat juist hij of zij mede-debet is aan de verspilling van geld door de organisatie. In het geval van de (semi-)overheid is dat wellicht nog lastiger, omdat het om belastinggeld gaat: het geld van een ander. De managers zonder leiderschapscapaciteiten hebben er baat bij als zij niet worden geconfronteerd met authentiek leiderschap. Op die manier kunnen zij een blind oog houden voor hun eigen risicovermijdend gedrag alsook de inefficiëntie van hun wijze van aansturing.
Onlangs wendde een teammanager van een van de G-4 gemeenten zich tot mij. Haar gemeente moest stevig bezuinigen. Ze vertelde mij dat de eerste actie van de directie was om de inhuurkrachten op te zeggen. Dit zonder de consequenties voor de dienstverlening aan de burger goed te overzien. Projecten en programma’s werden resoluut gestopt zonder een gedegen besef van de kosten op langere termijn. “We moeten zo snel mogelijk laten zien dat er ook hier kan worden bezuinigd.” Maar niemand had een werkelijke visie om de noodzakelijke bezuinigingen op een solide, gestructureerde wijze door te voeren.
In plaats daarvan kwam een speciale denktank op het idee om alle leidinggevenden zogenaamde “inspiratiecolleges” te laten volgen met de bedoeling hen vervolgens als “aanjagers” de bezuinigingsopgave te lijf te laten gaan. De bovengenoemde teammanager zei tegen mij: “Het lijkt wel of niemand écht met de bezuinigingen aan de slag is. Ik had verwacht dat we vanuit het hogere management duidelijke doelstellingen mee zouden krijgen en dat we daar concreet mee aan de slag zouden moeten. Dat er eens moeilijke keuzes gemaakt zouden worden. In de plaats daarvan zijn we de laatste twee maanden al drie keer van ons werk gehaald voor dit soort keuvelsessies.”
Niemand voelde de verantwoordelijkheid om het heft in handen te nemen en noodzakelijke, doelgerichte hervormingen door te voeren. “Dat zou ook niemand anders [van het management] accepteren.”
Veel overheidsmanagement heeft voor zichzelf een systeem ontwikkeld waarbinnen zij weet te overleven. Een leider bedreigt dit systeem. Mensen met authentieke leiderschapskwaliteiten zullen zich dan ook niet snel geroepen voelen om in de publieke sector te gaan werken. Warren Bennis, pionier in het onderzoek naar leiderschap, zei ooit: “Managers are people who do things right; leaders are people who do the right thing.” In deze tijd van bezuinigingen en hervormingen is het een interessante uitdaging om de mensen te vinden die er bij de overheid voor kunnen zorgen dat “de juiste dingen” gebeuren.
De publieke sector heeft inmiddels immers wel bewezen dat ze zelf vaak maar moeizaam in staat is om verandering te leiden. In 2007 becijferde de Algemene Rekenkamer dat mislukte ICT projecten de samenleving elk jaar 4 tot 5 miljard euro kosten. Bezuinigingsoperaties stranden. De kosten van bouwprojecten door de overheid vallen keer op keer schrikbarend hoger uit dan gebudgetteerd. Geen bestuurder of topambtenaar die hier rekenschap over aflegt en ontslag neemt. De burger draait financieel op voor het falende verandermanagement. Juist nu heeft de (semi-)overheid authentieke leiders het hardste nodig.
Omarm de leider
Gelukkig is de situatie niet hopeloos. De publieke sector kent wel degelijk leiders, al zijn ze behoorlijk zeldzaam. Het zijn mensen die, bewust of onbewust, hebben begrepen hoe leiderschap kan werken in een feminiene omgeving. De sleutel daartoe ligt in het Nederlandse groepsgevoel. Wanneer een individu een onderscheidende prestatie neerzet, dan bedreigt dat ons dogmatische gelijkheidsdenken. Maar wanneer ons voetbalteam namens Oranje wint, dan winnen we allemáál een beetje.
Dat is de kern van succesvol leiderschap binnen de overheid: de kunst om ons het gevoel te geven dat we allemaal winnen. Er zijn helaas maar weinigen die dat werkelijk kunnen. Dat betekent dat de overheid de authentieke leider in zijn algemeenheid zal moeten omarmen. Stoppen met het inzetten van in- of externe managers die een veilige kopie zijn van henzelf en op zoek gaan naar die leider. U herkent hem of haar wel: het is waarschijnlijk de man of vrouw waartegen u de meeste weerstand voelt, al weet u niet precies waarom. Die persoon in uw armen sluiten is eng. Het zal confronterend zijn en vast ook een beetje pijn doen. Maar het is wel noodzaak.
Basile Lemaire is bestuurskundige en management consultant voor de overheid
Reacties (92)
Haha, ende ha. Wat een heerlijke boel cliches bij elkaar. Een paar natrappen richting ‘feminiene’ eigenschappen waarbij echt helemaal niet wordt verwezen naar vrouwen enzo (want vrouwen zijn in onze samenleving tenslotte niet onderdrukt en ten volle gewaardeerd, zolang ze hun eigenschappen maar een beetje binnenskamers houden en er niet teveel van zijn), een paar idealistische holle frasen over ‘concurrentie leidt tot betere prestaties’ en verder een heleboel niks…
Sargasso had het artikel wat mij betreft niet hoeven plaatsen. Wat een echoput.
Ja hallo, Lemaire is management consultant voor de overheid en moet dus wel met een verhaal komen dat het allemaal anders moet, want anders krijgt hij geen geld. Belastinggeld.
“Feminien” slaat hier zeker niet op vrouwen. Het is een culturele aanduiding. Als we spreken over een feminiene samenleving, gaat het er dat feminiene waarden in die samenleving prevaleren boven de masculiene. Zowel mannen als vrouwen hangen die waarden aan.
Nergens in het artikel wordt laatdunkend gedaan over vrouwen en hun capaciteiten. Sterker nog, als je de culturele feminiene kenmerken al wil vertalen naar vrouwen, dan zou mijn artikel een oproep zijn voor meer vrouwen als leiders: zij die in staat zijn om iedereen het gevoel te geven om te winnen.
Tot slot: ik heb het in mijn artikel nergens over concurrentie.
Uiteraard slaat feminien hier niet uitsluitend op vrouwen. Het komt slechts ’toevallig’ zo uit dat er begrippen gebruikt worden met zoveel andere connotaties. Daar kun jij niets aan doen.
Jij schreef: “Tot slot: ik heb het in mijn artikel nergens over concurrentie.”
Maar in het artikel:
“Ze kent geen competitieve (lees: masculiene) prikkels, omdat ze niet hoeft te concurreren en geen winst hoeft te behalen”
Je hebt gelijk. In je reactie lijkt het alsof ik gepleit zou hebben voor een “concurrende overheid”. Dit is niet het geval. Wat ik aangeef is dat typisch masculiene prikkels bij de overheid ontbreken. Als constatering, zonder daar een oordeel aan te koppelen.
Ligt het aan mij, of is de andere helft van het artikel weggevallen? Die waarin je aangeeft waarom de huidige stand van zaken precies slecht is? Ik ben het met de schrijver eens dat we een feminiene samenleving vormen, net zoals de Scandinavische landen, maar die Scandinaviërs voeren dan ook steevast de gelukkigheids-indexjes aan. Waar is de échte vergelijking tussen masculiene en feminiene samenlevingen gebleven? Als je ons met een willekeurig masculien land gaat vergelijken, blijft er geen spaan heel van dit artikel. Wat een prut.
Nederland voert ook die “gelukkigheidslijstjes” aan. Nederland is een stabiele, welvarende en zorgzame samenleving. Dat hebben we voor een groot deel te danken aan onze feminiene inslag. Ik houd geen pleidooi voor een typisch masculiene samenleving. Ik geef aan dat we ons, door ons gelijkheidsdogma, kunnen afkeren tegen buitenbeentjes, andersdenkenden, succes of winnaars. Tegen mensen die ons een gevoel van ongelijkheid kunnen geven. Daardoor maken we mogelijk te weinig gebruik van het talent, de kracht, de creativiteit en het leiderschap van de buitenbeentjes in onze samenleving.
De Nederlandse overheid moet bezuinigen. De Nederlandse publieke sector geeft meer geld uit dan die van Rusland of India. Speciaal onderwijs gaat op de schop. Mensen in verzorgingstehuizen worden niet meer begeleid bij een wandeling of in bad worden gedaan. Tegelijkertijd wordt 5 tot 7 miljard euro op jaarbasis verspild aan mislukt ICT projecten. Ik vind dit een hele kromme situatie. En niemand die daar blijkbaar verantwoording over af hoeft te leggen.
Mijn pleidooi is om het systeem van zelfbehoud van zwakkere overheidsmanagers te doorbreken. Pas dan kunnen zaken écht veranderen. Daar heb je wel sterke mensen voor nodig, vrouwen en mannen die de persoonlijke verantwoordelijkheid willen dragen en het voortouw nemen. Natuurlijk leiders kunnen dit. Alleen vinden we leiders en leiderschap in feminien Nederland een beetje eng. Getuige alleen al de verschillende Godwin-reacties op mijn artikel.
Je zwetst. Eerst zit je onze feminiene samenleving de grond in te zeiken, en nu ik je erop aanspreek dat we daar ons geluk aan te danken hebben, zeg je dat we inderdaad veel te danken hebben aan die feminiene cultuur, máár…
Wat zeur je nou? Leiden is keuzes maken, dat zou jij als geen ander moeten weten. Ik vind dat we het als land goed doen en dat we dat te dánken hebben aan die feminiene cultuur. Dankzíj die cultuur zijn we zo gelukkig, niet ondanks. Dat aan elke keuze ook nadelen aan zitten, wil niet zeggen dat we die feminiene cultuur deels weer ongedaan moeten maken. Je wil gewoon alles en je wil geen keuzes maken. Je kan niet alleen de voordelen van iedere keuze nemen. Dat je bij elke keuze ook nadeeltjes gratis toe krijgt, moet je maar voor lief nemen.
Wij hebben het hier prima voor mekaar. Ik wil helemaal geen sterke leider die even orde op zaken komt stellen als het over bezuinigen gaat. Sterker nog: dat is precies waar ik zo’n bloedhekel aan heb bij Rutte c.s., die wel even met de botte bijl de overheidsfinanciën op orde brengen. Nee, dank je!
JA we leven in een feminieme samenleving die op het moment een periode van menstrueel ongemak doormaakt.
Zegt de auteur nu echt dat alleen een sterke man, een echte leider einde aan het ongemak kan maken en dat dit voor ieders bestwil echt het beste is?
Artikeltje stinkt naar een bruine substantie…
Godwin
Middeninkomens die 42% belasting betalen? Wat een onzin.
In 2011 was het modaal Nederlands bruto jaarinkomen €33.000. De belastingschijf van 41,95% gold vanaf een inkomen van €18.628.
Alleen betaal je geen 42% belasting over die 33.000 euro, maar alleen over het gedeelte tussen de 18.000 en de 33.000 euro. En dan zijn er nog allerhande aftrekposten (hypotheekrenteaftrek). Ga je schamen voor dit artikel.
Ik heb een huurwoning
Psst, je bent helemaal vergeten op die andere kanttekening bij je 42% in te gaan.
openings alinea is duidelijk
rest eerste helft artikel is geblaat
tweede helft heeft in ieder geval een aardig voorbeeld
wat 002 zegt
of het om een gebrek aan leiderschap of een gebrek aan visie-onder-feminiene-leiders gaat wordt ook ontweken.
Het gaat de angst voor leiderschap, dus om een gebrek daaraan binnen de overheidsgeledingen. Zelf maak ik geen onderscheid tussen feminiene leiders (m/v) of masculiene leiders (m/v) (of androgyne leiders).
Wat mij betreft is een echte of natuurlijk leider vooral integer. Dit uit zich in gedrag, veel meer dan in kennis of vaardigheden. Een leider trekt verantwoordelijkheid naar zich toe en legt uit zichzelf rekenschap af over zijn/haar daden en resultaten.
Een leider is zelfstandig, zelfbewust en vol zelfvertrouwen. Als de situatie daar om vraagt durft hij/zij blind te vertrouwen op zijn/haar intuïtie. Hij/zij handelt daadkrachtig, is oprecht in het contact met anderen en delegeert daardoor op een natuurlijke wijze – óók wanneer hij/zij daartoe niet de hiërarchische rol heeft.
Deze leidersdefinitie stond aanvankelijk ook in het artikel maar heb ik omwille van de omvang laten vervallen. Mijn advies aan de politiek en de overheid is vooral: stop met het aanstellen van “look-alikes” en ga op zoek gaan naar de echte leiders. Zij kunnen ons helpen om ons land, onze overheden en onze bedrijven sterker en slagvaardiger te maken.
dank voor de verduidelijking
Wat een übermensch is dat zeg. Ik hoop in mijn leven nog eens zo een persoon tegen te komen.
Maar even serieus, gelukkig vertrouwen onze leiders niet ‘blind op hun intuïtie’, het is juist heel verantwoordelijk dat ze dat niet doen.
Basile: Slowakije schijnt het meest masculiene land ter wereld te zijn.
Alleen al aan zo’n bewering kan je zien dat het hele artikel volkomen uit de lucht gegrepen onzin is.
Want?
Misschien kan je eens uitnodigen ook deze site eens te bezoeken:
http://geert-hofstede.com/netherlands.html
Selecteer als 2e land Slowakije.
Want waar blijf je anders met een land als Somalië, waar men nog ècht leeft naar mannelijke waarden.
Zie ajb ook mijn reactie op 002. Ik houd geen pleidooi voor een masculiene samenleving. (Wel leuk dat je inderdaad even op die site van Hofstede bent geweest.)
Ik heb er op geklikt, maar Somalië staat er niet tussen. En het is maar een voorbeeld natuurlijk. Verder snap ik niet veel van die site.
Om dan maar Slowakije tot “meest masculiene” land ter wereld uit te roepen… Volgens mij ben je dan sterk in verwarring over wat “masculien” zou moeten betekenen.
Voor de goede orde: ik vind het ook verwarrend, en eigenlijk denk ik dan ook dat dit geen bruikbare termen zijn wanneer je iets wil begrijpen.
Eens. Dat zie ik hier ook terug in de reacties. Bij de termen feminien en masculien heeft iedereen weer eigen associaties.
Zelfs de meest macho leider in de Tweede Kamer verft zijn haar. Dus ja er zit wel een kern van waarheid in.
Ik ga er even van uit dat je doelt op Geert Wilders. Hij is naar mijn bescheiden mening geen leider.
Een mooi voorbeeld van een echte leider is mijns inziens Pim Fortuyn. Hij was een zeer zelfbewust man, die openlijk en gemakkelijk voor zijn homoseksualiteit uitkwam en er een flamboyante levensstijl op nahield. Fortuyn voelde zich geroepen om Nederland te veranderen. Daar stond hij voor, met passie. Zoals voor echte leiders geldt, ging het daarbij niet om hem. Hij had een doel voor ogen dat veel groter was dan hijzelf. “Ik sta met een missie in het leven: aan de mensen in het land wil ik de samenleving teruggeven”, zei hij in een interview met Elsevier. Vanaf de vroege jaren ’90 tot aan zijn dood gaf Pim Fortuyn meermalen aan dat hij premier van Nederland zou worden. Hij kon niet anders dan die verantwoordelijkheid naar zich toetrekken.
In schril contrast hiermee staat iemand als Geert Wilders. Daar waar Fortuyn zich opwierp als de nieuwe premier, verschuilt Wilders zich achter een gedoogconstructie met VVD en CDA: wel de macht, maar niet de verantwoordelijkheid. Wilders was ook opvallend stil tijdens de politieke discussie rondom de uitzetting van Mauro Manuel, hoewel immigratiepolitiek toch een van de speerpunten van de PVV is. Wilders liet zonder gêne Gerd Leers, de CDA-minister voor Immigratie en Asiel, het “vuile werk” opknappen. Dat is electoraal gezien misschien een hele slimme zet, maar het getuigt duidelijk van een gebrek aan integriteit en verantwoordelijkheid, en daarmee aan leiderschap.
Het klopt – mi – wel wat je over Fortuyn en Wilders zegt. Wilders is meer het Nixon-type: een ambitieuze manipulator.
@016 Basile: Wat een merkwaardige Wilders-bash ook weer.
Mijn analyse is dat bij Basile Lemaire moet de schoorsteen ook blijven roken. Hij heeft een business te runnen waar veel (overheids)klanten niet zitten te wachten op een pro-Wilders geluid.
De PVV is een behoorlijk betrouwbare gedoogpartner gebleken voor dit kabinet (inclusief G. Leers). Ik ben het er ook niet mee eens dat Wilders zich meer had moeten bemoeien in het Mauro-debat. Het is een individuele zaak. Wilders komt ook niet in P&W, dus hij kon ook geen onverwachte briefje uitdelen aan Mauro.
Als het mij echt alleen zou gaan om de schoorsteen te laten roken, zou ik dit artikel niet op Sargasso (of waar dan ook) geplaatst hebben.
Alle voorbeelden van Wilders in jouw vergelijking gaan over hem als leider van een partij die een machtsfactor vormt in de reële politiek. Pim Fortuyn is daar nooit gekomen, dus hoe kan je op deze manier überhaupt die twee figuren tegen elkaar afzetten als je het hebt over leiderschap? Ik vind het een beetje onwerkelijk.
Eens, Fortuyn heeft het nooit waar kunnen maken. Wat wel geldt, is dat Wilders voor de laatste verkiezingen al zinspeelde op een gedoogconstructie (en dus geen regeringsverantwoordelijkheid wilde nemen). Dat is een groot verschil met Fortuyn. De vergelijking gaat daarmee wel degelijk op.
Ook daarbij is de situatie op cruciale punten verschillend. Zo was bij de verkiezingen van afgelopen keer de formule van een vergelijkbare gedoogconstructie al met enig succes uitgetest in Denemarken. Goed voorbeeld doet volgen, zullen we maar zeggen. Daarbij was de politieke situatie ook anders. Je hebt eigenlijk geen idee of Fortuyn in een soortgelijke situatie niet hetzelfde zou hebben overwogen als Wilders, of dat Fortuyn er in zijn eigen tijd überhaupt over nagedacht heeft. Ook zie ik niet direct in waarom het opteren voor een gedoogconstructie het tegenovergestelde van leiderschap zou zijn.
Borrelpraat. Meer kan ik er niet van maken.
@035 Het staat een ieder natuurlijk vrij om Wilders wel een leider te vinden
Ik had Fortuin nog graag in leven gezien.
Benieuwd hoe hij er voor zou staan in deze tijden. De man is met een enorme persoonlijke financiele schuld in zijn graf gegaan. Had hem graag nu met de nieuwe inzichten van de krisis horen praten.
Zo kan je het ook zien.
Het stuk heeft me toch aan het denken gezet. Ooit, toen ik nog jong en knap was, ging ik met een vriend op vakantie naar de Vlaamse kust. Oostende en Blankenberge. Onze mond viel open. Er liepen dezelfde blonde vrouwen rond als in Nederland maar ze oogden veel vrouwelijker en eleganter.
Weer terug in Nederland viel het verschil pas goed op: overal waar je keek dezelfde plompe, platvoetige en koeachtige verschijningen. Nu 25 jaar later begrijp ik waarom. In een masculiene samenleving kleedt de vrouw zich feminien en vv.
Basile Bedankt.
Ik moet er nog aan toevoegen dat we destijds de indruk hadden dat de Nederlandse vrouw – in tegenstelling tot haar Vlaamse zuster – weinig heil zag in het verwijderen van lichaamsbeharing.
Hoi Martijn en/of Michel, de discussies van toen moeten we maar weer eens met een biertje opnieuw oprakelen
> Ze vertelde mij dat de eerste actie van de directie was om de inhuurkrachten op te zeggen
Duhuh. De meeste ambtenaren hebben een arbeidsverleden van hier tot tokio. D’r zitten d’r genoeg bij die, als je daar ook maar een onvertogen woord tegen laat vallen, zich ziek melden waarna geen van de andere ambtenaren het werk van de nu zieke ambtenaar wil overnemen en de afdelingschef dus met een probleem zit. Tot overmaat van ramp begint de OR en de vakbonden ook al te morren… kortom, gezeik. En de gemiddelde overheidsleidinggevende wil niks horen van gezeik.
Dus je bezuinigd daar waar je ’t minste gezeik krijgt. Bij inhuur. Is dat nu zo moeilijk om te snappen?
En ja, ik chargeer; in de praktijk is het niet zo extreem. Maar je kunt in een stuk als dit niet voorbijgaan aan ontslagrecht (en de aparte positie van ambtenaren daarin), en ’t feit dat wijzigingen in ontslagrecht niet direct doorvloeien in de cultuur bij personeelszaken van overheidsinstellingen.
Volgens mij een beetje off-topic maar wel heel raak.
Door de hoge gemiddelde leeftijd is het natuurlijk verloop (pensioen) onder ambtenaren momenteel dusdanig hoog, dat je – gerekend in fte – geen ambtenaren hoeft te ontslaan om overheidsorganisaties te verkleinen.
Waar mijns inziens een serieus probleem zit, is dat slechts 10% van de ambtenaren onder de 40 is. Dit wordt ook nog eens versterkt door het “last-in, first-out” principe binnen de overheid. Dat gaat zich de komende jaren wreken.
En natuurlijk is de ambtenarenwet ook nog een obstakel. Als een gemeenteambtenaar ontslagen wordt, krijgt hij/zij 80% van het laatstverdiende loon. Dit wordt afgebouwd naar 70%. De uitkering verloopt echter niet via het UWV, maar via de gemeente zelf. Het kost een gemeente daarmee maar 20% tot 30% extra om iemand (onnodig) in dienst te houden.
Wat een heerlijke onzin reacties hier zeg. Blijkbaar ligt er nog steeds een taboe op masculiniteit.
Verder vind ik het een top artikel. Hulde voor de gestaafde informatie en hoe je flapdrollen toch netjes bewijs levert van je gelijk. Blijkbaar heb je bij sommige een gevoelig snaartje geraakt, en dat is goed.
Dank voor het compliment.
En wat de scherpere reacties van sommige mensen betreft: no pain, no glory. (Is er eigenlijk een Nederlandse variant voor deze wat masculiene uitdrukking?)
no pain, no glory. (Is er eigenlijk een Nederlandse variant voor deze wat masculiene uitdrukking?)
ja, maar die is wat feminien
wie mooi wil gaan, moet pijn uitstaan
Volgens mij is ‘no pain, no glory’ helemaal geen uitdrukking. Je hebt gewoon het Nederlands naar het Engels vertaald en dan klinkt het opeens masculien. Tja.
Het is een ratjetoe van “No pain, no gain” en “no guts, no glory”
De termen feminien en masculien zijn de discussie duidelijk niet behulpzaam, zie boven. Voor wat betreft het gebrek aan leiderschap en het teveel aan management ben ik het echter volkomen eens met de schrijver .
Veel zaken lopen in ons land zoals ze lopen omdat niemand op welk level dan ook, van werkvloer tot beleidsmaker, eigen verantwoordelijkheid durft of mag nemen. Leiderschap tonen in die zin is in alle gremia mogelijk. Ik ben het met de stelling eens dat daar in onze (huidige) cultuur een groot gebrek aan bestaat en dat het tonen van leiderschap veelal niet gewaardeerd wordt.
Overigens staat het geloof in de “invisible hand” van markt en zelfregulering het leiderschap van de overheid nog veel meer in de weg.
“Leiderschap tonen in die zin is in alle gremia mogelijk.”
Helemaal eens. Authentiek leiderschap staat los van een hiërarchische rol (zie ajb ook mijn reactie #019). Het probleem is mijns inziens dat er maar weinig managers zijn met leiderschapskwaliteiten.
Dat heeft wellicht toch te maken met de competenties die binnen wat jij noemt een feminiene cultuur het hoogst gewaardeerd worden. Kritisch vermogen, zelfvertrouwen en daadkracht staan daar waarschijnlijk minder hoog aangeschreven.
Ik vind het een mooi inzicht, je verbinding tussen de leiderschapsdefinitie enerzijds en feminiene & masculiene kenmerken anderzijds. Dan speelt niet alleen de angst voor leiderschap, maar ook de voorkeur voor non-leiderschap een rol.
Dat gezeik over dat je in Nederland je kop niet boven het maaiveld uit zou mogen steken, dat is pas een achterhaald dogma dat overal te pas en te onpas herhaald wordt.
Deze uitdaging neem ik graag van je aan.
Natuurlijk hebben we in Nederland wel oog hebben voor talent. We kunnen best genieten van kunst en entertainment, maar dan moeten de kunstenaars en de entertainers wel sympathiek blijven. En sympathiek blijven ze alleen zolang ze vooral niet de indruk wekken dat ze denken beter, slimmer of getalenteerder te zijn dan de rest. Daarom houdt Holland wel van Linda de Mol, maar niet (meer) van Ivo Niehe.
Laat ik twee voorbeelden geven dat de kop nog altijd niet boven het maaiveld mag uitsteken (tegenvoorbeelden welkom!).
In 2008 wordt Joran van der Sloot door Peter R. de Vries ontmaskerd als de vermoedelijke moordenaar van de Amerikaanse Natalee Holloway. Voor deze veelbekeken televisie-uitzending ontvangt de Vries in de Verenigde Staten een Emmy Award. In Nederland daarentegen is de reactie op de uitzending voornamelijk sceptisch. De Vries zou geen rekening hebben gehouden met de persoonlijkheidsproblemen van Van der Sloot. En: de informant die door de Vries was ingeschakeld had een crimineel verleden. Reden genoeg voor het gros van het Nederlandse publiek om het programma als stemmingmakerij en ego-klopperij te bestempelen.
Als landmachtkapitein Marco Kroon in 2009 als oorlogsheld terugkomt uit Afghanistan, wordt aan hem de Militaire Willemsorde geschonken. Het is de eerste keer in vijftig jaar dat deze medaille wordt uitgereikt. Niet lang daarna stelt het Openbaar Ministerie een onderzoek naar hem in op verdenking van cocaïnegebruik en het bezit van een stroomstootwapen. Hoewel deze overtredingen normaliter slechts zelden tot vervolging leiden, zet Justitie in het geval van Kroon alles op alles om tot een veroordeling te komen. In de pers en op internetfora wordt Kroon afgeschilderd als een criminele, bewapende junk. Het lijkt er op dat de held moet worden onttroond.
Ik zie in beide gevallen juist overal mensen die hun verantwoordelijkheid durven te nemen. De mensen die vraagtekens zetten bij de vorm van eigenberechting die een gewiekste misdaadjournalist toepast tegen een kwetsbare jongeman.
De officier van justitie die een einde maakt aan de verering van een ‘held’ die in de kleine criminaliteit zit, en zich er met een leugentje van af maakt als hij met zijn drugsgebruik geconfronteerd wordt.
Nee dat was in Italië misschien niet gebeurd, omdat die laffe officier van justitie daar het niet slim had gevonden om een door de koningin persoonlijk gelauwerde legerofficier te vervolgen.
Maar in Nederland is dit zo vanzelfsprekend dat je niet eens in de gaten hebt hoe goed dit is.
Dat kutmaaiveldcliché weer. Mijn god…
Van de tv-uitzending van Peter R. de Vries staat me juist bij dat-ie door het volk gevreten werd. Dat er door sommigen kanttekeningen bij werden geplaatst, was te verwachten. Het zou eerder verbazend (en griezelig) zijn als een tv-programma door alles en iedereen kritiekloos geslikt werd.
Voorbeeld twee is eerder een gevalletje ‘hoge bomen vangen veel wind’. Wie op een voetstuk geplaatst is, kan zich minder smetjes op z’n blazoen veroorloven dan het grauw op straat. Ik denk dat dat principe ook (of juist) in minder feminiene samenlevingen sterk geldt.
@045 en @047 bedankt voor de reacties.
Kijk, daar zat ik nou op te wachten: de roep om een sterke man.
Ik zal mijn terugkomst in overweging nemen.
Dit artikel betreft geenszins de roep om een sterke man. Zie ajb ook reactie #010.
Dan blijf ik nog even.
Goed stuk. Dat gebrek aan leiderschap gaat volgens mij ook op voor een deel van het Nederlandse bedrijfsleven. Moest bij het lezen ook denken aan de commotie rondom het zeilmeisje. Een paar jaar geleden moest iedereen zich er weer eens tegenaan bemoeien. Hoe Nederlands.
Wel jammer van een aantal van die primaire reacties hier. Lekker verzuurd hakken op de vorm, lekker afgeven op mensen die eens een andere stelling durven innemen. Laat zien aan dat de auteur een punt heeft met z’n feminiene samenleving.
Wat een dom voorbeeld, dat over Ivo Niehe. Niet ‘heel Nederland’ viel over hem heen, maar slechts een paar twitteraars, bloggers en columnisten. Vooruit, laten het honderd mensen zijn geweest, dan nog heeft dat niets te maken met heel Nederland. Bovendien ging het niet om zijn succes of prestaties en niet eens over zijn enorme ego, maar om zijn mallige zelfverheerlijking. Men lachte om een clown die niet besefte dat hij een clown was.
Lemaire lachte niet mee. Want Lemaire herkende in Niehe het grootse leiderschap waar hij zo’n behoefte aan heeft. Lemaire is een Niehilist. Het lachen zal ons wel vergaan als de Niehilisten straks door de straten marcheren en de lacherigen een gele smiley op hun jas moeten dragen. Houzee voor de winnaars!
Nergens in het artikel wordt Ivo Niehe als leider getypeerd. Gemeten aan Franse reviews, was Niehe overigens nog behoorlijk bescheiden.
Hofstedes’cultuur model is zo enorm passé, mijn god als je als “management consultant” dat nog gebruikt en serieus neemt…en die overheid betaalt dit soort lieden?
En ja, dat maaiveld-theorietje mag nu echt ook wel naar de prullenbak! echt, achterhaald. Hou er mee op, gebruik het niet om je liberale onzin praatjes over prestatie beloning, eigen verantwoordelijkheid yaddah yaddah yaddah etc er door heen te drukken.
Het artikel is vrij van politiek. Verkwisting van collectieve middelen treft vooral de zwakkeren in de samenleving. Zie ook post #011.
@McLovin Hofstede passé? Uit welk ei kom jij gekropen? Hofstede wordt steeds breder toegepast. Vooral binnen internationale omgevingen, voor meer onderling begrip.
Lekkere nickname heb je trouwens. Echt van iemand om serieus te nemen…
Goed stuk. Volgens mij gaat die weerstand tegen leiderschap ook op in het Nederlandse bedrijfsleven.
Moest bij het lezen ook denken aan het zeilmeisje. Iedereen moest zich daar een paar jaar geleden tegenaan bemoeien. Gadver. In plaats van trots te zijn op zo’n kind. Heel Nederlands allemaal.
Jammer van die verzuurde reacties hier. Heeft iemand een andere mening, moet er weer overheen geplast worden. Lekker hakken op de vorm. Geeft maar weer aan dat de auteur een punt heeft met z’n feminiene samenleving.
Wel grappig om te zien dat er hier opeens ideeën uit de culturele antropologie worden opgepakt. Er zijn naast Hofstede meer modellen om culturen te vergelijken. Erg aan te raden.
Ik kan toch niet in de premisse van dit artikel meegaan dat in Nederland voornamelijk gelijkheidsdenken geldt. Ik vind de Nederlandse cultuur tamelijk gecompliceerd. In Nederland wordt niet openlijk en direct geaccepteerd dat iemand de baas is, maar wel indirect en achter de schermen. En hoofd die boven het maaiveld uitsteken worden heus niet allemaal afgemaaid.
Volgens mij gaat het bij Niehe vooral om openlijke trots, die niet wordt gewaardeerd. Als je het gedoe over hem vergelijkt met hoe er bijvoorbeeld over Matthijs van Nieuwkerk wordt gesproken, dan zie je meteen wiens hoofd wel boven het maaiveld mag uitsteken en wie er als leider zou worden geaccepteerd.
Als ik naar de criteria van Hofstede kijk dan lijkt het erop dat Lemaire diens karakterisering van Nederland volgens de andere criteria voor het gemak ook maar “feminien” noemt, maar dat is niet terecht.
Ik vind Hofstede’s karakterisering van Nederland innerlijk tegenstrijdig. Want “feminien Nederland” betekent: “In feminine countries it is important to keep the life/work balance and you make sure that all are included.” Maar “individualistisch Nederland” betekent daarentegen: “This means there is a high preference for a loosely-knit social framework in which individuals are expected to take care of themselves and their immediate families only.” Tja, hoe zit het nou met die verzorgingsstaat?
Als je Duitsland met Nederland vergelijkt, dan zie je deze landen juist alleen met elkaar verschillen volgens het feminiene/msaculiene criterium, en verder scoren ze ongeveer hetzelfde. En ook in Duitsland houden ze van vergaderen, waarbij er geen besluit op basis van “visie” wordt genomen, maar waarbij alle argumenten en belangen openlijk over tafel komen. Daar vergaderen ze waarschijnlijk nog langer dan hier, maar dan hebben ze het ook ergens over gehad. Daar wordt voor een belangrijk besluit gerust uit het hele land alle mensen van een bedrijf die er toe doen opgetrommeld om mee te praten. Dat zie je Nederlanders echt niet doen.
Nee, het probleem van leiderschap lijkt veel meer te maken hebben met de score van Nederland op het vermijden van onzekerheid en gerichtheid op de korte termijn. Daardoor zijn Nedelranders nier erg geneigd om iemand op zijn woord te geloven en een pad op te gaan waarvan de resultaten pas na een tijdje duidelijk zullen worden.
“Daar vergaderen ze waarschijnlijk nog langer dan hier, maar dan hebben ze het ook ergens over gehad.”
Zo is dat, in Nederland zijn vergaderingen naaikransjes. :)
(ik ben het overigens met je eens)
Mag ik na het doornemen van de comments een complimentje geven aan Lemaire? Mooi om te zien hoe hij commenters serieus neemt en ermee in discussie gaat.
En ook is de definitie van leiderschap bij Lemaire niet duidelijk. Om met Richard Branson (tijd 28min30sec) te spreken: “Je moet je als ondernemer omringen met mensen die beter zijn dan jij op elk mogelijk gebied, en goed naar ze luisteren en ze de vrijheid geven om fouten te maken. Doe niet alles zelf.” Wat is dat voor leider? Feminien, maar wel succesvol?
Ik denk echt dat het feminien/masculien schema af\leidt van de uiterst zinnige vragen die Basile oproept
+
Idd Bullie en dat is jammer want er zitten genoeg boeiende punten in het artikel.
Ik haal er een punt uit en formuleer het in mijn eigen woorden: de Nederlandse cultuur brengt te weinig leiders voort.
Is dit erg? Ja volgens het artikel want in een crisis of als het stuur om moet, heb je leiders nodig.
De vraag is wat doe je met dit inzicht. Wat kun je ermee?
De cultuur kun je niet zo beinvloeden dat ze de gewenste leiders levert. Wat je wel kunt doen is de publieke opinie masseren. De acceptatie van leiders vergroten.
Maar wat koop je ervoor? De leiders die de auteur voor zich ziet zijn goede, benevolente leiders. Maar de praktijk laat zien dat er ook andere zijn.
Hier met een mooi uitzicht op de Godwingrens stop ik maar. Een aardig stuk in BI vandaag.
Citaat uit het artikel op BI:
That report is about to be published “within days”. It will prove to be highly explosive material. And the PVV will do all it possibly can to make sure it receives a lot of media attention. It may tear down the incumbent government, which is a heavy advocate of all things Europe, and which will have to quit once the PVV support dies, but for that party that’s not the no. 1 concern.
And if and when Holland has a large scale discussion on the report and the issues it raises, Germany won’t be able to ignore it and stay behind. And then, neither will France.
Ach, dat valt allemaal wel mee, wie gelooft er nou nog in deskundigen en rapporten tegenwoordig? Daar hebben ze tenslotte zelf voor gezorgd en nou krijgen ze een koekje van eigen deeg.
Een hoop gelul over wc-eenden en dat was het.
Het gaat er toch niet per se om of er leiders komen? Het gaat om het bestaan van gemeenschappelijke ideeën, die genoeg mensen samenbrengen om er met zijn allen wat mee te doen. Een leider helpt die groep mensen bij elkaar te houden. Als die leider er voor nodig is om met politieondersteuning en andere dwangmiddelen ideeën door te douwen die te weinig mensen in een land willen, dan lijkt me dat tot mislukken gedoemd, en maar goed ook.
In Nederland zijn best wel wat grote ideeën op dit moment, maar ze worden niet door het huidige bestuur en politiek overgenomen. En er zijn ook wel mensen met leiderschapskwaliteiten, maar die blijven op de een of andere manier uit de politiek. Tegelijkertijd is er onder de Nederlanders waarschijnlijk nogal wat onenigheid over de koers.
Mooi om te zien dat er heel veel meningen zijn. Maar … ook heel veel meningen die afleiden van de kern: ‘iedereen is gelijk in NL’. Volgens mij ben je (o.a.) leider omdat je van bepaalde gebieden meer verstand hebt. De onderwijzer moet nu eenmaal kennis overbrengen. Toch is het typisch NL om de onderwijzer maar bij de voornaam te noemen (wat is hij beter dan ik/wij) en volop in discussie te gaan. We accepteren geen mening/beslissing van de (kennis) leider want ik heb ook een mening. Door die constante discussie gebeurt er in de praktijk dus (bijna) niets en wordt de weg van de minste weerstand gekozen.
Hulde aan Basile om dat nog eens zo te formuleren. Jammer dat zoveel niet begrepen wordt.
“We accepteren geen mening/beslissing van de (kennis) leider want ik heb ook een mening.” Het discussiëren ken ik, en is verdomde vermoeiend, maar als je oplet zie je dat “leiders” slim zijn: ze kanaliseren de discussiedrang van de mensen zodat iedereen er moe van is en al lang blij is dat er een besluit wordt genomen, maar ook worden er vaak top-down maatregelen ingevoerd, waarbij er geen discussie meer mogelijk is. De leider blijft onzichtbaar, en regelt het via slimme “stuurgroepen”, zodat er bijna altijd meer mensen bij betrokken lijken te zijn.
Alles bij elkaar worden in Nederland talloze maatregelen domweg doorgevoerd waar erg weinig weerstand tegen is. Dus wat is het probleem?
Mooi om te zien hoe hier direct zichtbaar wordt wat er met iemand kan gebeuren als, in dit geval de schrijver, zijn eigen mening, visie beschrijft. Vanuit zijn eigen leiderschap gaat hij staan voor iets waar duidelijk niet iedereen het mee eens is. Interessant om te zien hoe enkele mensen er op reageren en wat er allemaal bij wordt gehaald. Ik ben het zeker niet met alles eens wat Basile schrijft maar in het gebrek aan leiderschap heeft hij meer dan gelijk.
Het is geen CEO van een grote onderneming die dit geschreven heeft maar een freelance ‘consultant’.
1 van vele duizenden die inkomen nodig hebben.
Een hard bestaan lijkt me.
@077Johan,
Geweldig! Een niet CEO kan het dus niet goed zien! Dat heeft niets met de behoefte aan inkomsten te maken lijkt me. Dit is precies 1 van de punten van Basile! Gebrek aan leiderschap wordt herkend door iemand die daar over nagedacht/voor gestudeerd heeft.
Erg makkelijk dus om te roepen: ‘hij is geen CEO dus heeft daar geen kennis van’ Perfecter kan het niet geïllustreerd worden voor het artikel van Basil:-)
Wat een onzin, Ernest (@75) geeft er tenminste blijk van te weten hoe het werkt. Maar een probleem is het natuurlijk wel, want eigenlijk zou het moeten gaan zoals hij beschrijft onder @62
“ook in Duitsland houden ze van vergaderen, waarbij er geen besluit op basis van “visie” wordt genomen, maar waarbij alle argumenten en belangen openlijk over tafel komen. Daar vergaderen ze waarschijnlijk nog langer dan hier, maar dan hebben ze het ook ergens over gehad.”
Het is niet zozeer een kwestie van leiderschap, maar van cultuur, opleiding en teamgeest en in dat opzicht is Nederland er in de afgelopen 50 jaar bepaald niet op vooruit gegaan.
Als dominees en kruideniers oud worden krijg je die krenterige sfeer die we nu hebben.
De zaken die Ernst in zijn reacties te berde brengt, zijn inderdaad interessanter dan de sleetse materie die Basile Lemaire serveert.
Dank je wel, maar ik vind eigenlijk het toch wel goed en in ieder geval interessant wat hij oppert, omdat er, ook als je de reacties leest, wat aan de hand is met dat leiderschap.
Sargasso heeft het een beetje zwaar. De kwaliteit van dit eens zo mooie blog erodeert. Dat heeft niet te maken met het niveau van de artikelen. Het is het niveau van de gemiddelde reaguurder dat al zo’n drie jaar gestaag aan het dalen is. Dat is te merken aan de reacties bij veel artikelen. Maar bij dit artikel is het wel heel opvallend. Een paar reacties gaan gelukkig over de inhoud. Maar ik heb, als reaguurder van het eerste uur, wat last van plaatsvervangende schaamte over de rest aan reacties.
Het probleem dat zich op Sargasso steeds meer manifesteert, is dat een groot deel van het publiek zich meteen zo aangevallen voelt. Waarom dat zo is, begrijp ik niet. Vanuit een houding van een soort morele superioriteit slaat men aan het reageren. Een soort frustratie van het verongelijkt zijn, moet er blijkbaar direct uit. Dit wordt nog vergemakkelijkt omdat alles lekker anoniem kan. Omdat het hen aan echt inhoudelijke argumenten ontbreekt, vervallen deze reaguurders in aanvallen op de vorm (een model, een definitie, een spreekwoord) en de persoon. Het doet me denken aan de framing-tactiekjes van Geert Wilders.
Zelf lees ik graag dingen die eens anders zijn. Mogelijk kan ik er namelijk iets van opsteken. En natuurlijk kun je het altijd ergens mee oneens zijn. En daar kun je vervolgens weer heel gepassioneerd over zijn. Maar heb je geen inhoudelijke argumenten, reageer dan alsjeblieft niet. Bewaar je frustraties, verwensingen en waardeoordelen voor thuis. Anders maak je Sargasso tot een beerput met een brei van stemmingmakerij. Volgens mij zijn daar al andere blogs voor.
Willem Visser, Zoetermeer
off-topic.
Ik let er niet zo op. Zelf vind ik me zelf een morele zakkenwasser en stuurman aan de wal: ik heb geen idee hoe ik me in het echte leven zal manifesteren, domweg omdat me dat niet is overkomen tot nu toe, en ik ook geen uitdagingen opzoek. Dus ik onthoud me het liefst aan oordelen daaromtrent.
Ik vind wel dat de bijdragen door bloggers op Sargasso steeds vaker alle kanten opgaan, links, rechts, weldoordacht of slechtonderbouwd. Dat maakt dat de reacties ook steeds gevarieerder worden.
Het niveau van sommige stukjes op Sargasso is minder hoog dan de mooie woorden waarin ze worden gegoten doen vermoeden. Dat lokt natuurlijk reacties uit. Gepassioneerde reacties. Niets mis mee. Reaguurders die vervolgens onzinnigheden verkondigen, zijn gemakkelijk te negeren. Overigens lees ik de meeste bijdragen op Sargasso met groot plezier, vaak zonder nog de behoefte te voelen een blik te werpen op wat het reaguurvolk er verder nog aan toe te voegen heeft. Is misschien wel een idee?
@83 Mooi gesproken!
Dat wel natuurlijk. Duidelijk iemand van het weldenkende deel der natie die ons tot de orde roept. Zoiets verdient natuurlijk altijd lof.
Hoe heerlijk Nederlands deze discutie over leiderschap. Maar na de vele trainingen over leiderschap en leidinggeven moet ik toch erkennen dat Nederland hele goede managers heeft en ik maar weinig leiders tegenkom in training. Maar “leiderschap” is niet echt iets dat de Nederlander anthousiast maakt. Eva Joos.
Interessant om te zien wat een “boven het maaiveld uitstekende opinie” aan reacties losmaakt! Vooral emoties domineren en vertroebelen een objectieve kijk op de stellingen van de schrijver – en leiden bovendien tot abject taalgebruik!
Na 37 jaar ervaring in de overheid kan ik niet anders dan bevestigen wat Lemaire schrijft. Of dat te maken heeft met een al of niet feminiene samenleving vind ik niet het enige criterium. Het heeft naar mijn gevoel ook te maken met ons democratische stelsel. Idealiter zou de leider de minister/commissaris van de koningin/burgemeester moeten zijn. Ambtenaren met leiderschapskwaliteiten lopen vooral de minister voor de voeten. Er zijn vele voorbeelden van hoge ambtenaren met krachtige leiderschapskwaliteiten die door de minister weggewerkt werden, omdat ze het ego van de minister dwarsboomden. Ministers met leiderschapskwaliteiten lopen in het Nederlandse coalitiestelsel voortdurend het risico door concurrerende ministers of politieke partijen afgebrand te worden. In die zin kan het met Lemaire eens zijn, dat boven het maaiveld uitsteken in Nederland alleen geaccepteerd wordt als iedereen het gevoel heeft dat de leider eigenlijk geen bijzondere prestatie heeft geleverd, althans geen prestatie die niet door ieder ander geleverd zou hebben kunnen worden.
Ander nadeel van ons stelsel is dat de doorlooptijd voor veranderingen meestal slechts max vier jaar is, naar de volgende verkiezingen. Voor het formuleren van een (nieuwe) visie neemt een overheidsorganisatie veel tijd – vooral omdat dat een leuk en uitdagend proces is. Als dan het stappenplan is vastgelegd en de actie (met ieder hun eigen doelstelling) is geformuleerd en de eerste acties tot uitvoering komen is er alweer een jaar voorbij. Vervolgens blijkt dat de uitvoering van de (verander)acties vele malen lastiger is dan gedacht. Met een nieuwe minister die vervolgens aantreedt begint het hele proces weer opnieuw! Nog een wonder dat er af en toe wel degelijk iets verandert in Nederland.
Ik hoop dat Lemaire nog vaker zijn prikkelende stukjes zal willen schrijven. Respect voor de rustige en goed gedocumenteerde wijze van reageren op alle reacties op deze site.
En dat een consultant ook moet leven, so what?
Wouter van Zijst