COLUMN - De resultaten van sociaal-wetenschappelijke experimenten liggen de laatste tijd flink onder vuur. Twee derde van de uitkomsten, als die al niet verzonnen blijken te zijn, zijn niet te repliceren. Maar soms is er onverwacht goed nieuws: een model dat bedoeld was om oogbewegingen bij voedselkeuzes te modelleren, blijkt ook sociale beslissingen aan de andere kant van de wereld te kunnen voorspellen.
Dat is de verbazingwekkende strekking van een artikel dat deze week werd gepubliceerd. In de ogen van een econoom vallen onze statische voorkeuren samen met onze keuzes: als we in een restaurant fazant bestellen in plaats van hutspot, houden we blijkbaar meer van fazant. Maar die voorkeuren van ons zijn veranderlijk en inconsistent (misschien wil je in volgende keer wel hutspot) en afhankelijk van de omstandigheden (als er kippensoep vooraf geserveerd wordt, kies je daarna geen fazant meer). Daarom zijn hersenwetenschappers niet alleen geïnteresseerd in observeerbare keuzes, maar ook in de duur van de beslissing. De reactietijd geeft een indicatie voor de route en het aantal afwegingen dat bij de beslissing nodig was.
Ik stel me voor dat de onderzoekers, neurowetenschappers en economen, bij een biertje hebben bedacht dat het reactietijdenmodel van de eerste weleens breder toepasbaar zou kunnen zijn. De types beslissingen die beide partijen modelleren liggen ver uit elkaar: de parameters werden gebaseerd op experimenten waarin mensen tussen etenswaren moesten kiezen, in de VS, terwijl ze in een fMRI-scanner lagen. Daarna werden die parameters gebruikt om keuzes over geldverdelingen te voorspellen, in Zwitserland. De overeenkomst was dat het steeds om keuzes ging tussen twee opties. In de VS moesten mensen 100 keer kiezen tussen variaties van “wil je 3 M&Ms of 1 stroopwafel?”, en in Zwitserland ging de keuze tussen een egoïstische verdeling (5 dollar voor jou en 1 voor de ander) of een eerlijkere (3 voor jou, 2 voor de ander).
Het voedselkeuzemodel voorspelde op basis van de payoffs wat de waarschijnlijkheid van een keuze was en hoe lang het duurde voordat de beslissing genomen was. Dat die voorspelling ook werkte bij de sociale beslissingen, geeft aan dat we opties in verschillende domeinen op dezelfde manier tegen elkaar afwegen. Bijvangst van deze manier van modelleren van economische keuzes was dat bleek dat mensen de meeste tijd besteedden aan de beslissingen die er juist het minste toe doen. Als ze de twee opties ongeveer even graag wilden, kostte het meer tijd om te beslissen. Het meten en modelleren van reactietijd strookt niet met hoe economen over voorkeuren denken, maar deze nieuwe methode gaat zeker nog meer verrassende inzichten opleveren.
Reacties (1)
“Als ze de twee opties ongeveer even graag wilden, kostte het meer tijd om te beslissen.”
Nou, dat lijkt me een open deur.