Het moge duidelijk zijn dat de coronacrisis veel zaken heeft stilgelegd en/of op achterstand hebben gezet. Niet in het minst bij het kabinet, dat de handen vol heeft aan zowel de gezondheids- als economische aspecten van de coronacrisis.
Wie een blik werpt op de wetgevingskalender, ziet al snel dat er van de ambities van Rutte III weinig terecht is gekomen. Met nog negen maanden te gaan naar de volgende verkiezingen, heeft het kabinet erg weinig ruimte nog een inhaalslag te realiseren. Zeker nu veel tijd en energie door de coronacrisis wordt opgeslokt.
Van de 305 wetten die op de wetgevingskalender staan (per 16 juni 2020) is 20% gerealiseerd. Zo’n 38% is nog in behandeling bij Tweede en Eerste Kamer (respectievelijk 21 en 16%) en 42% zit nog in een voortraject, d.w.z. in voorbereiding bij de ministeries of ligt nog bij de Raad van State.
Dit is de stand van zaken bij de ministeries (geen wetten bij Algemene Zaken en Defensie):
Het lage aantal gerealiseerde wetten is natuurlijk niet alleen op conto van het kabinet te schrijven. Het hangt ook af van hoe snel Raad van State en parlement over de behandeling van wetsvoorstellen doen. Met het nodige cynisme kunnen we nu al wel stellen dat kabinet Rutte III er in is geslaagd het aantal wetten terug te dringen.
Maar de echte balans van de regeldrift kan natuurlijk pas aan het eind van de rit worden gemaakt. De wet- en regelgeving omvat meer dan alleen wetten, bijvoorbeeld de momenteel geldende 31 regelingen in verband met de coronapandemie: 1 wet, 4 AMvB’s (Algemene Maatregel van Bestuur) en 26 ministeriële regelingen.
Naast de coronamaatregelen heeft het kabinet ook de handen vol om de lopende wetsvoorstellen en regelingen door het parlement te loodsen. Als het kabinet op 17 maart 2021 demissionair wordt, zullen er geen nieuwe wetsvoorstellen meer aan het parlement worden voorgelegd.
Van de dan nog lopende voorstellen zullen beide Kamers bepalen welke nog tot besluitvorming mogen leiden en welke niet (het controversieel verklaren van wetsvoorstellen).
Wat de demissionaire status betreft: gemiddeld 11% van de kabinetsperioden ging demissionair voorbij. Dat is redelijk veel, maar werd mede veroorzaakt door een aantal langdurige formaties, die gemiddeld zo’n 8% van de beschikbare regeertijd in beslag namen.
Hoe dan ook: het is duidelijk dat in tijden van corona een normale bestuurlijke voortgang eigenlijk onmogelijk is. Misschien tijd om het kabinet te vervangen door een a-politiek bestuur?
Dat zal niet gebeuren, al helemaal niet omdat ook een zakenkabinet wekelijks door het parlement op het matje zal worden geroepen. Het coronavirus zal ook dan niet alleen door wetenschappers bestreden worden, maar ook door politieke opvattingen.
Reacties (10)
opmerking: volgens mij hoort bij “stagneert” geen lijdend voorwerp.
Correct is:
De bestuurlijke voortgang stagneert
of
het virus remt bestuurlijke voortgang
“dat er van de ambities van Rutte III weinig terecht is gekomen.”
Maar wat als de ambities van de VVD het tegenhouden van noodzakelijk veranderingen is…? Daar zijn ze wel in geslaagd.
@1: Hoera, taalnazisme. Als ie toch bezig is, Kan P.J. misschien ook even kijken naar:
…het kabinet, die…
…42% zit … d.w.z. zijn in voorbereiding op … of liggen nog…
…Het lage aantal te gerealiseerde…
…hoe snel … over … doen…
@3:
Inderdaad:
Taalnazisme!
N.B.
Apart dat commentaar #1 niet met een hoofdletter begint.
;-)
@4: Of met een punt eindigt…
@3: en …een de normale bestuurlijke voortgang… (voorlaatste alinea).
Bismarck had natuurlijk het voordeel van de koffietijd.
@1 en @3 en @5:
Daar kna ik maar 1 dign opzeggen…. Taalnasi!
Nu weer on topic?
Ik zit me wel eens af te vragen hoe de formatietijd structureel kan worden verkort. Nu is het zo dat er een totale deal wordt uitonderhandeld en daarna gaat de trukendoos helemaal open om het zo ontstane kabinet tegen elke prijs in het zadel te houden.
Gelukkig is de Hofvijver erg ondiep, dus je zou alle formatiedeelnemers dáár al pootje badend de formatie kunnen laten uitonderhandelen. Wie voortijdig op het droge gaat is af. Een maatpak mag, een waadpak niet. Dit zou de winnaars van de verkiezingen kunnen motiveren om in elk geval op hoofdpunten snel een overeenstemming te bereiken en daarmee aan de slag te gaan. Als dat gedaan is kunnen ze opnieuw de plomp in, of nieuwe verkiezingen uitschrijven.
@7: “daarna gaat de trukendoos helemaal open om het zo ontstane kabinet tegen elke prijs in het zadel te houden.”
Dat valt wel mee (of tegen, afhankelijk van hoe je er tegenaan kijkt). Sinds de koning niet meer bepaalt hoe het kabinet eruitziet, zijn er meer uit het zadel gewipt dan erin gehouden.
@8: Ligt dat aan de koning of aan de teruglopende kwaliteit van Kabinetsleden?
@9: Als er sprake was van teruglopende kwaliteit van kabinetsleden, zou je steeds meer gevallen kabinetten verwachten, maar ook in de 19e eeuw al haalden de meesten de streep niet. Wat de koning er precies mee te maken heeft weet ik niet, want die bepaalt immers al lang niet meer de samenstelling en zittingsduur van het kabinet. Mijn punt was juist dat de 2e Kamer (vanaf het moment dat ze er iets over te zeggen kreeg) vaker regeringen uit het zadel gewipt heeft dan erin gehouden. Dat was al zo in de 19e eeuw, in de 20e eeuw en tot dusver ook in de 21e. Kortom, men heeft er zeker niet elke prijs voor over om een kabinet in het zadel te houden.