Terwijl ik lichtelijk overmoedig mijn campingskills aan mijn vriendinnen toon, vat het campinggasje dat ik in mijn handen heb vlam. Een klein momentje van paniek. En dan meteen onder de koude campingdouche. Mijn arm is rood en doet pijn, bij mijn polsen hangt het vel eraan. In de auto naar het ziekenhuis.
Het is een Zuid-Italiaans streekziekenhuis. De verpleger behandelt de wond met veel aandacht en zorg. Ik vertel de verpleegkundige over het project waar ik aan werk: ‘patiënten weten beter’: hoe ervaringen van patiënten met ziekenhuiszorg ingezet kunnen worden om die zorg te verbeteren. “She is doing fieldwork,” grapt meegekomen vriendin Myrthe. De zaalarts vraagt me of ik de verpleger niet ook een ‘very beautiful’ vindt. Het lijkt hem beter als ik die nacht in het ziekenhuis slaap. De zaalarts reageert verbaast als Myrthe teruggaat naar de camping. “She not want to spend night here?” Italiaanse charmes waarschijnlijk. Ondertussen is de schrik wat gezakt, de morfine ingewerkt en zie ik de grap er wel van in.
Dan wordt ik weggereden. Eerst in een lift die me meer het gevoel geeft dat ik naar een Berlijns undergroundfeest ga (graffiti!). Hoewel koud-klinisch ook niet mijn favoriete interieurstijl is, verlang ik toch naar de iets meer steriele indruk die Nederlandse ziekenhuizen me doorgaans geven.
Commotie op de zaal
En dan begint mijn veldwerk pas echt. Verschillen tussen Nederland en Italië worden me duidelijk als ik de slaapzaal wordt ingereden. Mijn komst zorgt voor wat commotie onder de patiënten en bezoekers in de slaapzaal. Later begrijp ik ook waarom. Dat bezoek blijft slapen blijkt de norm, dat daar ook bedden voor zijn niet perse. De dochter van de bejaarde vrouw naast mij slaapt deze nacht dus op een stoel. Dat lijkt me in Nederland echt onvoorstelbaar, bezoektijden zijn zowat heilig en blijven overnachten op een stoel zie ik mijn eigen familie niet doen.
Familie blijkt een belangrijke rol te hebben in de ziekenhuiszorg. Het tienermeisje tegenover mij, dat een scooterongeluk heeft gehad, wordt de volgende ochtend gewassen door haar moeder, die ook voor haar ontbijt heeft gezorgd. Voor mij is er alleen een beker warme melk en een beschuitje. Ik denk aan keuzemenu’s en voedingslijsten met meerdere soorten broodbeleg. De dochter van de oudere dame naast mij waarschuwt een verpleger wanneer mijn infuusvloeistof op blijkt te zijn en ik dit zelf nog niet doorhad. Met mijn armen gewikkeld in verband en een hele ervaring rijker mag ik die ochtend weer terug naar de camping.
Unieke kijk van patiënten
Zo zie je maar: ervaringen van patiënten geven een unieke kijk op wat er goed gaat en wat beter kan in ziekenhuiszorg. Daarom ben ik extra trots op de onderzoekswebsite www.patientenwetenbeter.nl, waar we samen met Levenslab Nederlandse ervaringsverhalen verzamelen. Alle verhalen en inzichten gebruikt het Rathenau instituut voor een manifest voor de politiek. Zo willen het instituut bijdragen aan het versterken van de positie van de patiënt, en een nog betere Nederlandse gezondheidszorg.
Marjolijn Heerings werkt bij de afdeling Technology Asssessment van het Rathenau Instituut.
Beeld: cc Flickr Photo
Reacties (3)
Ik ben wel een beetje benieuwd… Ik heb zelf namelijk ook zo iets ervaren, maar een toch niet onbelangrijk detail wordt in dit artikel niet genoemd. Toen ik het ziekenhuis mocht verlaten en om de rekening vroeg, bleek ik niets te hoeven betalen. Misschien hangt dat van de persoon af, of van de kennis van de Italiaanse taal, maar ook dat is Italië… Net zoals de dochter, die de verpleger waarschuwde, toen de infuusvloeistof bijna op was… Kom daar in Nederland nog maar eens om.
Zo wil je natuurlijk graag je liefste verzorgen als die is geveld, maar waar halen ze de tijd vadaan, zorgverlof, nemen ze vrij, of werken de italiaanse moeders niet?
Ja, een echte Hollander zal dat nooit begrijpen.