Aangezien er de afgelopen weken door de commissie Dijsselbloem kritisch naar het onderwijs gekeken, is het geen slecht idee om ook eens te kijken naar het deel dat de commissie heeft overgeslagen, het hoger onderwijs. En het hoger onderwijs kent dit jaar zowaar een beleidsjubileum: tien jaar prestatiebeurs. Een goed moment om eens kritisch naar deze beurs te kijken.
Een aantal weken geleden kwam in het nieuws dat een groot deel van de eerste prestatiebeursstudenten nu met behoorlijke schulden kampt als gevolg van dit systeem. De politiek reageerde geschokt, wat behoorlijk hypocriet is. Iedereen die iets van studiefinanciering afweet, had dit mijlenver zien aankomen.
Boekhoudkundige truc
Om de prestatiebeurs goed te begrijpen is het belangrijk eerst te weten waarom hij is ingevoerd. Voor de prestatiebeurs bestond er de tempobeurs: waarbij een student ieder jaar een minimum aantal punten moest halen om te voorkomen dat zijn beurs voor dat jaar werd omgezet in een lening (opmerkelijk veel politici en journalisten denken trouwens dat het nog steeds zo werkt, wat ook wel iets zegt over de kwaliteit van die politici en journalisten). De prestatiebeurs, die in 1994 door minister van Onderwijs Jo ?how low can you go? Ritzen (PvdA) werd bedacht, veranderde dit systeem. In plaats van jaarlijks te kijken naar de basisbeurs, zouden studenten voortaan vier jaar lang kunnen lenen, waarbij die lening zou worden omgezet in een gift. Daarna was eventueel nog drie jaar te lenen, en bovenop de karige basisbeurs kon ook nog bijgeleend worden.
De reden voor deze wijziging was niets anders dan een goedkope boekhoudkundige truc. Ritzen moest namelijk 1,5 miljard bezuinigen op de studiefinanciering, en door de studiefinanciering als lening te beschouwen verscheen die in de begroting niet als uitgave. Dat moment zou pas plaatsvinden op het moment dat de eerste prestatiebeursstudenten zouden gaan afstuderen: op zijn vroegst na vier jaar, maar het merendeel natuurlijk pas na vijf jaar of langer. Op die manier dumpte Ritzen dus eigenlijk de kosten van de studiefinanciering onder zijn ministerschap op het bordje van zijn opvolger, minister Hermans (VVD). Een bijzonder onverantwoorde manier van beleid voeren, en dat was dan ook èèn van de redenen dat de Eerste Kamer het prestatiebeursstelsel in eerste instantie afschoot. Een jaar later wist Ritzen echter zijn stelsel door de, inmiddels door Paarse achterkamertjespolitiek getemde, Senaat te jagen. In het studiejaar 1996/1997 kregen de eerste studenten te maken met de beurs.
Nòg een boekhoudkundige truc
Minister Hermans zat dus met de ellende, maar had dankzij een sterk verbeterde economie gelukkig ook meer geld om uit te geven. De problemen bleven dus beperkt. Toch zorgde ook Hermans voor een truc. Weliswaar kwamen de kosten voor de afgestudeerden voor zijn rekening, maar hij kon nog wel iets regelen voor die groep mensen die niet zou afstuderen. Deze groep zou na zeven jaar (de toenmalige maximale studieduur) moeten gaan terugbetalen, wat velen natuurlijk niet zouden kunnen, waardoor de begroting in zijn laatste jaar als minister weer onder druk zou komen te staan. Dus verlengde Hermans in 1999 met een groot gebaar de afstudeertermijn naar tien jaar, om studenten meer ruimte te geven. Dat was mooi (ondergetekende heeft er onder andere van geprofiteerd), maar hij gaf vooral zijn eigen boekhouders meer ruimte door het dreigende crisismoment 2003 wèèr drie jaar uit te stellen. Tot nu. En na tien jaar uitstelgedrag (het lijken verdomme wel studenten) doen politici alsof het een grote schok voor ze is dat er grote groepen niet-afgestudeerden met grote studieschulden rondlopen.
En nòg een keer
Ook het tweede kabinet Balkenende heeft trouwens schuld in deze ?verantwoordelijkheid afschuiven soap?. Het was namelijk minister Maria van den Hoeven (CDA) die besloot om de prestatiebeurs in 2004 òòk maar voor MBO-studenten in te voeren. Verwacht dus in 2014 een hoop geweeklaag van politici dat er zoveel niet afgestudeerde MBO’ers met enorme studieschulden rondlopen.
Wellicht is het tijd dat Dijsselbloem een nieuwe commissie vormt om de misstanden van de prestatiebeurs te onderzoeken? In ieder geval lijken deze keer PvdA, VVD en CDA gezamenlijk de verantwoordelijkheid van het wanbeleid te delen (D66 trouwens ook, want deze ?onderwijspartij? zat in alle drie de kabinetten die tot deze maatregelen overgingen).
Binnenkort een uitleg waarom de prestatiebeurs oneerlijk is, en hoe deze relatief gemakkelijk kan worden verbeterd.
Reacties (20)
En waar is de verantwoordelijkheid van de (niet) afgestudeerde schuldenaren?
Begrijp me niet verkeerd, de IBG heeft ook van mij een aardig bedrag te goed, maar dat is gewoon me eigen schuld.
@Wout: die hebben natuurlijk de verantwoordelijkheid voor hun schuld. Maar dat doet geen afbreuk aan het feit dat schimmige boekhoudtrucs geen goed idee zijn.
Er zijn eigenlijk twee problemen:
1) student niet op tijd klaar –> hoge schuld
Dit is voor de boekhouding van OCW echter goed nieuws, want dan blijft de lening een lening.
2) Student wel op tijd klaar –. omzetting naar beurs
OCW: sjit, die stond in de boeken als lening, maar we moeten em nu echt betalen. Help!
Aardige titel:
Langzame studenten lossen boekhoudprobleem OCW op.
En is het wel zo’n schimmige truc? Misschien hebben ze wel berekend dat al die slome studenten de giften aan de snelle zullen compenseren.
En ik dacht eigenlijk, dat we blij moesten zijn met het feit, dat dit ministerie er blijk van geeft goed te snappen hoe het er in het bedrijfsleven aan toe gaat en daarmee een voorbeeldfunctie voor de studenten heeft, waardoor hun studies beter aansluiten bij het bedrijfsleven.
/cynisme uit
@4
dat kan niet.
Van de slome staat het al als een lening in de boeken, en dat blijft zo.
Het enige dat verandert is dat status van de snelle.
Ergo, probleem.
@3: Als de student die niet op tijd klaar is te weinig verdient (en dat kan heel goed als je je opleiding niet hebt afgemaakt) hoven ze natuurlijk niet of minder terug te betalen. In dat geval “verdwijnt” het bedrag dus ook en is het wel degelijk een uitgave, dus ook daar zit een potentieel probleem.
true, maar je hebt 15 jaar om het terug te betalen.
Dat wordt dus het probleem vanaf… 2021!!
O ja, da’s waar.
Wat zouden ze aan rente verdienen?
Ik weet eigenlijk niet hoe ze dat boekhoudkundig doen, of als ik twee jaar niet betaal omdat ik een uitkering heb, en daarna wel, ze het verlies van die twee jaar terugbetaling meteen als uitgave inboeken of pas na de 15 jaar.
@9: dat hangt van de rente af. Er is een,zeer ongelukkige, generatie van ergens begin jaren `90 (dus voor de prestatiebeurs nog) die 11% rente moet betalen. Veel van die mensen betalen dus alleen maar rente, en kunnen het niet opbrengen om ook daadwerkelijk de schuld af te lossen.
@9, 11
(11) Wordt de rente niet aangepast?
(9) Volgens mij niet veel. Die rente is laag (ik ken mensen die bij het IBG lenen, dat op een spaarrekening zetten, en daarmee winst maken :-) ) en komt soms nauwelijks boven de inflatie uit. Bovendien heeft het Rijk het geld zelf ook weer geleend, dus die betalen zelf ook weer rente.
@10
Volgens mij heb je 15 jaar om terug te betalen, en het lijkt me dat je pas aan het eind van de rit kijkt wat blijft staan.
Zou toch heel vreemd zijn als je betaalcapaciteit niet wordt aangepast aan een stijgend inkomen.
@12:volgens mij nu wel (jaarlijks), maar bij die specifieke groep dus niet,die daardoor redelijk genaaid zijn.
@13: je hebt 15 jaar om te betalen, sterker nog, de IBG berekent hoeveel je maandelijks zou moeten betalen door er van uit te gaan dat je precies 15 jaar lang betaalt. Dat maandbedrag wordt echter lager of vervalt zelfs als je te weinig inkomen hebt. Volgens mij is het echter niet zo dat als je bijvoorbeeld na twee jaar uitkering werk krijgt en alsnog moet gaan afbetalen, ze dan een berekening maken om de hele schuld in 13 jaar te betalen.Je maandbedrag wordt dus niet hoger (behalve wat je extra aan rente moet betalen omdat het totale bedrag niet kleiner is geworden).
@14
Nogal ja…
@15
Zou ik raar vinden. Dat zou bijvoorbeeld betekenen dat iemand die een relatief lage inkomensgroei heeft, maar wel 15 jaar kan betalen zn hele schuld moet aflossen, terwijl iemand die bijv de eerste 5 jaar weinig te makken heeft, maar dan veel meer gaat verdienen (bijvoorbeeld omdat je een bedrijf start dat niet direct winst maakt (productontwikkeling etc)) niet alles terug hoeft te betalen, terwijl zn betaalcapaciteit over die 15 jaar uiteindelijk hoger is….
@17: nou ja, dat is niet zo heel vreemd, want voor die tweede persoon blijft het verleidelijk om sneller te betalen om zo minder rente te betalen.
@18
Ben ik niet met je eens.
Eigenlijk wil je zo lang mogelijk wachten met terugbetalen.
Een IBG-lening is ongeveer de goedkoopste manier om geld te lenen. De andere is een huis kopen op het moment dat je maximaal fiscaal gesubsidieerd wordt.
Geld dat je terugbetaalt levert je feitelijk maar een heel laag rendement op. Dat kan je dus verstandiger besteden.
De rente van de IBG is 3,7% en een internetspaarrekening bij ABN levert 4,25% op bijvoorbeeld…
Een totaal andere vraag: Hoe verloopt de fiscale behandeling van het aflossen van je studiefinanciering? Is deze aflossing van jouw studiebeurslening een “postume” aftrekpost buitengewonelasten ter zake van studie.?