Elke dag wordt er gepeild, redacties van praatprogramma’s draaien overuren en er zijn meer kieshulpen dan politieke partijen. Het aantal behandelde onderwerpen is echter beperkt (lees: het H-woord en coalitievorming). GeenCommentaar duikt een stuk dieper in de materie en zet voor een aantal verschillende onderwerpen de verkiezingsprogramma’s naast elkaar. Vandaag: deel 1 van de gezondheidszorg.
Hieronder vindt u een bespreking van de keuzes die de politieke partijen maken, uitgesplitst per thema. Mocht u daarvan al op de hoogte zijn, dan kunt u doorscrollen naar het kopje Varia, waarin de dingen die mij opvielen op een luchtiger manier beschreven zijn. De standpunten van de PVV, PvdD, SGP en Trots zijn niet meegenomen in de thema’s. De programma’s van die partijen worden besproken onder het kopje Varia. Dit artikel is omwille van de leesbaarheid ook beschikbaar als pdf.
Inleiding
Toegankelijke, betaalbare en goede gezondheidszorg wordt in het merendeel van de Westerse landen beschouwd als een recht voor iedereen. Dat mag wat kosten en dat doet het dan ook: in de Beleidsagenda VWS 2010 (p.67) worden de premiegefinancierde uitgaven begroot op 60,1 miljard (er wordt verwacht dat de begroting met 1,4 miljard overschreden wordt), ruim 22 procent van de uitgaven van het rijk. 33,3 Miljard kwam terecht in de cure, 22,5 miljard in de care.
De uitgaven aan zorg groeien al jaren, zowel in absolute zin als uitgedrukt in deel van het bbp. Volgens het CBS (p.144-48, .pdf) (dat overigens een ruime definitie van zorg gebruikt) liepen de zorguitgaven op van 8,7% bbp in 1978 tot 13,3% bbp in 2008. Gecorrigeerd voor inflatie en bevolkingsgroei gaven we in 2008 per hoofd van de bevolking bijna 13 keer meer uit aan zorg dan in 1950.