Martijn van Dam van de PvdA wil een keurmerk voor programma’s van de publieke omroep. Door middel van dat keurmerk zou het kijkers en luisteraars duidelijk moeten worden of ze met een kwaliteitsprogramma van doen hebben of met riooljournalistiek. Hij wil uitdrukkelijk geen censuur, maar duidelijke voorlichting over de programma’s die worden uitgezonden.
In een ideale wereld zou het voorstel van Van Dam een goede zijn (ware het niet dat niet-objectieve programma’s in een ideale wereld niet zouden bestaan waardoor zo’n keurmerk onnodig is). Zou het niet mooi zijn als de “feiten” die in een programma worden gepresenteerd langs een onafhankelijke meetlat worden gelegd? Ja natuurlijk.
Maar in de praktijk is zo’n keurmerk echter een hoogst onzalig idee. Want goede journalistiek is niet alleen een kwestie van objectief correcte feiten weergeven, maar ook van wat je weglaat. En welke feiten wegen zwaarder dan andere? Je kan een reportage maken die 100% gebaseerd is op feiten, maar toch een compleet vertekend beeld geven van de realiteit. Je lost het probleem van foute journalistiek er niet mee op. Daarnaast kan het bestaan van zo’n keurmerk zelfcensuur in de hand werken en zo een verstikkend effect hebben.
En dat maakt het een eventuele – ongetwijfeld menselijke, en dus zelf ook vol meningen en ideeën zittende – beoordelingscommissie zo goed als onmogelijk een objectief en gewogen oordeel over een programma te geven. Niet doen dus.