Camouflage: het oog bedrogen

Beeldtaal is de overdracht van gedachten waarbij het geschreven woord – geheel of gedeeltelijk – vervangen is door beeld. In de maanden augustus en september publiceert Willem Visser (beeldend kunstenaar, psycholoog en tekstschrijver) op zaterdagochtend een reeks artikelen over beeldtaal aan de hand van voorbeelden uit kunst, psychologie en alledaagse waarneming. De natuur maakt dankbaar gebruik van onvolkomenheden in de waarneming. Camouflage is daarvan een illustratief voorbeeld. In de evolutie gaat het meestal om sneller, wendbaarder of slimmer te zijn. Maar je kunt je natuurlijk een hoop ellende en inspanning besparen door gewoon niet op te vallen. Beter nog: onzichtbaar te zijn. Camoufleren betekent letterlijk ‘onopvallend maken; wegmoffelen; onzichtbaar maken’. Het is ontleend aan het Franse camoufler waarin we invloed vinden van camouflet, wat letterlijk betekent ‘rook die in iemands gezicht geblazen wordt’. Dit zou zijn overgenomen uit het Italiaanse camufarre dat gevormd is uit capo (hoofd) en mufarre (verhullen). Evolutie van camouflage in versnelde ontwikkeling Een natuurlijk proces van ‘camouflage in ontwikkeling’ was te volgen bij de berkenspanner of peper-en-zout-vlinder (Biston betularia) in Engeland.

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 26-11-2022
Foto: copyright ok. Gecheckt 12-10-2022

Gestreept, gevlekt of geribbeld

Ongeveer zestig jaar geleden formuleerde Alan Turing, beroemd om zijn Turingmachine en het ontcijferen van de Enigma, een wiskundige theorie die verklaarde hoe patronen als strepen en vlekken ontstaan op de vacht van dieren. Turing stelde dat het een subtiel samenspel moest zijn tussen twee stoffen die de pigmentvorming beïnvloeden. Onder die aanname kon hij met behulp van wiskundige vergelijkingen precies aantonen hoe de karakteristieke patronen ontstonden bij giraffen, tijgers, zebra’s en allerlei andere dieren. Turings artikel werd alom geprezen, en is al veelvuldig geciteerd. Pas onlangs toonden onderzoekers bij muizen het bestaan van de twee stoffen aan.

De onderzoekers van het King’s College in Londen publiceren binnenkort in Nature Genomics over hun vondst. Ze bestudeerden de vorming van ribbels in het gehemelte van een muis. Het patroon dat hieraan ten grondslag ligt, ontstaat door het samenspel van FGF (Fibroblast Growth Factor) en Shh (Sonic Hedgehog). Een van deze stoffen stimuleert de aanmaak van zowel FGF als Shh, en is daarmee een activator. De andere stof remt de aanmaak van beide stoffen remt: het is een inhibitor.

De theorie die Turing in de jaren ’50 van de vorige eeuw formuleerde verklaarde hoe patronen konden ontstaan, uitgaande van stoffen met zo’n remmende en stimulerende werking. Dat patroon kan zich vervolgens uiten als strepen of vlekken op van de vacht van een dier, maar ook ribbels in het gehemelte van een muis. In alle gevallen gaat het om een patroon dat zich geleidelijk ontwikkelt. Turing argumenteerde dat de inhibitor en de activator bij een embryo in het begin nog gelijkmatig verdeeld waren, waardoor er nog geen kleur- of ribbelpatroon zichtbaar was. De beide stoffen waren dan precies in balans. Wanneer echter door een kleine verstoring op een bepaalde plek een overschot zou ontstaan van de activator, dan zou dit als een sneeuwbaleffect leiden tot de bekende patronen.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.