Laat ik beginnen met te zeggen wat ik níét goed vind aan dit boek. In de ban van een beter verleden is een half geslaagde poging om een historisch overzicht van het Nederlands fascisme om te bouwen tot een wetenschappelijke studie. Willem Huberts heeft heel veel materiaal over zijn onderwerp verzameld; meer dan genoeg voor een spannend boek. Maar ergens onderweg bracht men hem (of kwam hij) op het idee om erop te promoveren (hetgeen inmiddels ook is gebeurd). En dat betekende dat zijn liefdewerk een theoretisch fundament moest krijgen.
Er moest een vraagstelling komen. Dat werd: past het Nederlands fascisme binnen de definitie voor fascisme die historici hebben ontwikkeld? En dus moest er aan het boek een theoretische in- en uitleiding worden toegevoegd, en in de tekst moesten op gepaste momenten extra alinea's worden toegevoegd over de vraag: maar was dit-en-dit clubje wel 'echt' fascistisch? Met name de inleiding is doorbijten voor de lezer. Huberts is nu eenmaal geen professioneel historicus, en ook geen groot stilist. Kortom, leuk voor de Groninger universiteit, deze promotie, maar Huberts levenswerk is er daarmee niet beter op geworden.
Wat is fascisme? Is het conservatief of progressief? Een onecht kind van het irrationele conservatisme, of van de Verlichting, het socialisme? Was Franco een fascist, of gewoon een oerconservatieve katholiek? En waarom waren ze in Italië niet, en in Duitsland wél antisemitisch? Het is volkomen duidelijk dat het uiterst lastig is een sluitende definitie te geven van fascisme. Daardoor (en door alle daaraan verbonden, zeer beladen vragen) is er de laatste decennia rond dit onderwerp een ware historische cottage industry ontstaan.