Een afschuwelijk mens

Ze besloot naar Hoek van Holland te gaan. Waarom, dat heeft ze nooit duidelijk weten te maken. En daar lag, heel toevallig, een Brits oorlogsschip aan de kade. Kom, dacht ze, ik ga aan boord. En ze gaf de kapitein opdracht om naar Zeeland te varen want, zei ze, ze wilde zich aansluiten bij de dappere verdedigers van het vaderland aldaar. Maar o jee, de kapitein zei dat hij geen contact mocht opnemen met de commandant in Zeeland. En dus… terug naar Hoek van Holland? De oorlog was in volle gang. Nee, ze ging maar mee naar Engeland. Ziedaar het verhaal dat koningin Wilhelmina heeft opgehangen over haar vertrek uit Nederland in mei 1940. Een vertrek dat onnodig was, defaitistisch en bovendien onconstitutioneel. Het werd haar dan ook niet in dank genomen. Na de meidagen zetten heel wat vaderlanders het portret van de majesteit bij de vuilnisbak.

Door: Foto: Koningin Wilhelmina (foto Nationaal Archief) via Wikipedia
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Boekrecensie | De gekroonde republiek

Een gastbijdrage van GB van Publiekrecht & Politiek.

Je weet ongeveer wat je van een boek van Fasseur, een van de Koninklijke Rechtzetters, kan verwachten. Je hoeft zo’n boek niet te lezen, dus eigenlijk moet je dan niet zeuren als je het toch leest. Desalniettemin: Fasseur maakt het in zijn meest recente boek wel erg bont met zijn pogingen om de Oranjes solide op het schild te zetten.

De eerste taak die Fasseur op zich neemt is het corrigeren van de beeldvorming van Koning Willem I, II en III. Sinds het boek Voor de troon wordt men niet ongestraft geboren hangt het imago van deze Oranjevorsten er toch enigzins rafelig bij. Beatrix had al laten weten afstand van het boek te nemen, maar de televisieserie De Troon deed het boek nog eens dunnetjes over. En nu rukt Fasseur uit om de boel recht te zetten, zonder overigens het boek of de serie te noemen. Willem I was geen machtswellusteling maar een hardwerkende koning, ‘met nobele bedoelingen bezield’; de troon en het koningschap werden hem ook maar aangeboden. En de arme man maar honderden stukken lezen op Eerste Kerstdag, zoals Fasseur beschrijft.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.