Waar zitten die onderzoekers dan?

Buitenlandse onderzoekers zijn graag in Nederland. Ons land staat op de tweede plek in het lijstje met relatieve instroom van wetenschappers van buiten de EU naar ons land, schreef ik zondagavond in dit artikel. Achter dat stuk zaten nog veel meer interessante data. Waar komen die onderzoekers vandaan? Waar in Europa strijken ze neer? Hoe is dit verdeeld over universiteiten? En hoe zit dat met studenten? De relatieve instroom in Europa van wetenschappers van buiten de EU is lang niet in ieder land even hoog. Denemarken, Nederland en Zweden scoren hoog, Frankrijk, de nummer vier, scoort een stuk lager. Op de kaart hieronder is te zien hoeveel wetenschappers de afgelopen drie jaar neerstreken in welke Europese landen. De kaart is gebaseerd op cijfers van Europees statistisch bureau Eurostat. Let op: Groot-Brittannië is niet meegenomen, hier zijn geen cijfers van beschikbaar.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Buitenlandse onderzoeker graag in Nederland

DATA - Nederland trekt veel wetenschappers uit landen buiten de Europese Unie. Vorig jaar trok alleen Denemarken relatief meer onderzoekers. Internationale studenten  komen relatief weinig naar ons land, in dit lijstje staat Nederland op de tiende plek. Dat blijkt uit onderzoek van ANP, Sargasso en VPRO’s Tegenlicht.

De buitenlandse wetenschappers in Nederland zijn vooral actief in het technische onderzoeksveld. Aan de technische universiteiten in Delft en Eindhoven zijn de meeste onderzoekers werkzaam. ,,Nederland doet veel technisch onderzoek, maar Nederlandse techniekstudenten zijn zo aantrekkelijk voor het bedrijfsleven dat deze groep niet het onderzoek in gaat. Daarom halen we veel buitenlandse technici hierheen,” vertelt Elco van Noort, hoofd international office van de TU Delft.

Ten opzichte van 2008 nam het aantal wetenschappers uit landen buiten de EU in Nederland flink toe. In 2008 kwamen er 5,2 onderzoekers per 100.000 inwoners naar ons land, in 2010 ontvingen de Nederlandse universiteiten al 9 onderzoekers per 100.000 inwoners. Alleen naar Denemarken kwamen meer onderzoekers, afgezet tegen het aantal inwoners bijna twee keer zo veel. Zweden staat net onder Nederland. Van Noort: ,,Naast dat we veel technische mensen zoeken, is een verklaring vermoedelijk dat promovendi hier een hier een aanstelling krijgen. In Denemarken is dit ook het geval maar in andere landen regelt men dit via beurzen. Dat is minder aantrekkelijk.”

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Wint de mening van de wetenschap?

Wetenschap! (Foto: Flickr/tk-link)

James Surowiecki zei het al: menigten zijn vaak slimmer dan de individuen waaruit zij bestaan. Hij noemde dat Wisdom of Crowds, en het internet is potentieel dé plek waar het zou kunnen ontstaan. Het is een grote gedecentraliseerde verzamelplaats van diverse, onafhankelijke, meningen en ideeën. Geef iedereen toegang tot die ideeën, en je krijgt vanzelf een crowd die de goede keuzes maakt voor zichzelf en, heel idealistisch, voor de mensheid als geheel.

Helaas is de praktijk weerbarstiger. Het internet frustreert op dit moment vitale discussies op allerlei gebieden. Of het nu gaat om het wel of niet bestaan van HIV, het nut en gevaar van vaccinaties en het klimaatdebat, in alle drie deze discussies bestaat er een consensus in de wetenschap: HIV bestaat, vaccinaties zijn ongevaarlijk als je het vergelijkt met de ziektes die ze voorkomen, en de mens heeft hoogstwaarschijnlijk een hand in de huidige opwarming van de aarde.

Maar op het internet is dat verre van een uitgemaakte zaak. Mensen die drie uur gegoogled hebben voelen zich zeker genoeg om experts die jaren bezig zijn in een bepaald vakgebied de les te lezen en de mening van die ene wetenschapper die een afwijkende mening heeft wordt tot absolute waarheid verheven. Het adagium is ‘denk zelf na’, maar ze zijn zich er niet van bewust dat ze zelf lijden aan chronische tunnelvisie en zeer selectief te werk gaan met de informatie die ze wel en niet gebruiken. ‘Cherry picking‘ is eerder regel dan uitzondering.

Op alle drie bovengenoemde terreinen treden complicaties op die het vormen van een ‘wijze menigte’ onmogelijk maken. Met name emotie en de ‘information cascade‘, waar mensen beslissingen van anderen kopiëren, gooien roet in het eten. Een kleine groep dissidenten kan op het internet namelijk zoveel materiaal produceren dat het voor de onbevooroordeelde, zich nieuw in het debat begevende mens lijkt alsof er een levendige discussie plaatsvindt en dat de uitkomst van het wetenschappelijke debat onzeker is. De beschikbare informatie is niet proportioneel beschikbaar. De afwijkende mening wordt van de daken geschreeuwd in makkelijke toegankelijke taal op weblogs, de wetenschappelijke consensus zit verstopt in moeilijk toegankelijke artikelen in tijdschriften. En zo kiezen mensen voor de optie die hen het meest aanstaat: mijn kind hoeft niet gevaccineerd te worden, HIV bestaat niet, en het klimaat, daar hebben wij geen invloed op. Ik hoef mijn leven niet te veranderen.