Recensie: The Universal Journalist
Weg van de dagelijkse hectiek van bloggen en werken met computers zat ik afgelopen week met een stapel boeken opgesloten in een hutje aan de rand van Nederland. Op de achtergrond het fluiten van wat vogels, het ruizen van de wind, mitrailleurvuur en schietende tanks, op de voorgrond slechts het knapperend haardvuur en het ritselen van papier.
Zes boeken gelezen. Vijf voor de ontspanning, maar eentje vanwege het bloggen. Na drieënhalf jaar bloggen en tweeduizend postjes, leek het me wel eens aardig om te lezen hoe een journalist dat nou aanpakt.
Niet dat ik mezelf als een journalist zie. Maar ik zie wel dat zo nu en dan het maken van postjes wel degelijk in de categorie “nieuws maken” valt. Nu ben ik heer en meester in het her-uitvinden van het wiel, maar af en toe is het ook wel aardig om over andermans wielen te lezen. Daar kan je alleen maar van leren. Daarom heb ik het boek The Universal Journalist van David Randall tot me genomen.
Nu zou ik een samenvatting van het boek kunnen geven, maar dat is erg lastig. Het boek is namelijk al een samenvatting. In krap 250 pagina’s krijgt ieder aspect van het uitoefenen van het journalistieke vak aandacht op de meest geconcentreerde manier. Het lijkt bijna of de auteur een volledige opleiding heeft willen stoppen in dat kleine boekje. Je merkt dat achter ieder stuk een wereld van ervaring schuil gaat, maar die krijg je verder niet te zien. Hij springt van intro’s naar hoe voer je nou onderzoeksjournalistiek uit en dan weer door naar het gebruik van statistiek.
Daarbij maakt hij rijkelijk gebruik van anekdotes van goede en slechte gevallen uit de geschiedenis. Denk hierbij aan het Watergate verhaal van Bernstein en Woodward. Dat maakt het lezen aangenaam, maar gaat tegelijk in tegen een van zijn belangrijkste principes. Hij hamert er op dat je met feiten moet werken. En alleen voorbeelden uit het verleden zijn niet voldoende om een punt hard te maken. Maar vaak komt het daar wel op neer.