Twee mannen overleden in de nacht van 21 juni, mogelijk omdat ze te laat medische hulp kregen. Het alarmnummer 112 kampte op dat moment met een grote storing. Uit nieuwe documenten blijkt dat 112 al jaren geplaagd wordt door technische en organisatorische problemen.
Door Sjors van Beek en Dimitri Tokmetzis
Net voorbij middernacht gaat de telefoon bij restaurant Braque in Amsterdam. Het is eigenaar Hidde Maas. Hij heeft vreselijke pijn. Twee vrienden spoeden zich naar zijn huis, even verderop. Maas doet nog zelf open en zakt al snel in elkaar. Een van de vrienden belt 112, maar krijgt niemand te pakken. Een toegesnelde buurvrouw belt daarna ook. Dan duurt het nog eens vier minuten voordat er iemand aan de lijn komt en de hulpverlening start.
Achteraf blijkt het alarmnummer in de nacht van 20 op 21 juni zes uur onbereikbaar voor een groot deel van het mobiele telefoonverkeer. Bellers worden in de wacht geplaatst, terwijl de meldkamers wel bemand zijn. De oorzaak van de storing wordt al snel gevonden. Die nacht voert Eurofiber werkzaamheden uit aan een van de verbindingen naar de meldkamer. Dat hoort te kunnen, want er zijn twee verbindingen aangelegd voor het geval er een niet functioneert. Deze zogenoemde redundante verbinding blijkt echter al drie werken niet te werken. En niemand heeft het door.
De storing was de meest ernstige in de geschiedenis van het alarmnummer, maar zeker niet de enige. Sterker nog, uit documenten, verkregen door middel van de Wet openbaarheid van bestuur, blijkt dat er al jaren technische en organisatorische problemen zijn bij de vitale hulpvoorziening. Ook is een aantal problemen die in de nacht van 21 juni naar voren kwam, zich vaker heeft voorgedaan: de verantwoordelijke organisaties hebben onvoldoende zicht op werking van de lijnen en ze houden zich niet aan de onderlinge afspraken.