Delen gedicht böhmermann verboden
Ai…
Ebru Umar is een Nederlandse columniste die in Turkije gearresteerd werd omdat ze een (dubieuze) wet overtrad. Eerder beweerde ze nog dat een journalist het over zich af roept gearresteerd te worden bij werk in Turkije. En ook in Nederland roept men om de haverklap dat toeristen en andere buitenlanders zich aan onze wetten moeten houden. Maar vooral dat ze zich moeten aanpassen aan “onze normen en waarden”. Dat van die wetten is logisch. Maar wat zijn “onze normen en waarden”? Vraag het iemand en je krijgt wat terug in de trant van “vrijheid van meningsuiting”, “handen geven” en “gelijke rechten voor vrouwen, mannen of homo’s”.
Ai…
Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.
Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.
De vrijheid van meningsuiting (u weet wel, het recht om iedereen en z’n moeder de tyfus te wensen op Twitter) is weer eens naar de mallemoer, deze keer omdat een Duitse komiekeling na wat heisa vrijgesproken gaat worden van Erdoganocide. Het is toch een beetje alsof het Nederlandse voetbal is ingestort omdat er ergens een Marokkaan met zijn onderbroek onder de douche betrapt is.
Ik ga niet nog een keer zeggen dat het allemaal commotie om niks is. Eerder iets anders: ik zou zo graag willen dat onze minister president eens pisnijdig werd om een cartoon, een hekeldicht of desnoods een mopje van Hans Teeuwen. Weglachen, schouderophalen, de professionele reactie van onze eigen politici op venijnige satire heeft ook iets verontrustends.
RECENSIE - Onder de titel ‘Vrijheid van meningsuiting voor beginners’ laat Renzo Verwer zien dat er nog veel onbegrip bestaat over de waarde van het vrije woord in een democratische samenleving.
De vrijheid van meningsuiting is in ons land vanzelfsprekend. Iedereen is er voor, als je er naar vraagt. Maar in de praktijk van het publieke debat blijkt maar al te vaak dat veel mensen niet begrijpen waar het werkelijk om gaat. Iedereen eist voor zichzelf het recht op om te zeggen wat hij wil, maar velen onthouden niet zelden anderen het recht om dat ook te doen. In het publieke debat meet iedereen met twee maten, volgens Meindert Fennema op de achterflap van het boek: een voor zichzelf en een voor de tegenstander. Je mag niet schelden, niet beledigen, geen haat zaaien, geen vergelijking maken met Hitler, je moet fatsoenlijk blijven, terughoudend zijn, en ga zo maar door. Verwer maakt zich in zijn boek kwaad over het feit dat we deze vrijheid zo weinig serieus nemen. Dat er altijd een ‘maar’ is als iemand verklaart voorstander van de vrijheid van meningsuiting te zijn.
Waarom hebben we zo’n moeite met het in praktijk brengen van een principe waar we in het algemeen gesteld zo hartstochtelijk voor zijn? Het is niet alleen een kwestie van de ander misgunnen wat we voor onszelf opeisen. Het ‘maar’ wordt het meest gehoord bij radicale uitspraken die ons gevoel raken. Verwer somt een aantal voorbeelden op en schrijft dan: “Zelf voelde ik me erg ongemakkelijk bij deze opmerkingen, soms verontwaardigd.” Het ongemakkelijke gevoel. Daar zit de bron van het onvermogen om consequent met de vrijheid van meningsuiting om te gaan. We willen niet dat onze rust verstoord wordt, we willen gespaard blijven voor ongemakkelijke gevoelens. Het is niet verwonderlijk dat in een samenleving waarin mensen bovenmatig gehecht zijn aan de rust van hun ‘comfort-zone’ ongemakkelijk voelende uitingen uitgeband worden. We willen een schokvrije samenleving en alleen nog prettig verrast worden. Rust voor de lange tenen. Het is een waardevolle observatie die Verwer ons hier meegeeft. Hij noemt verder ook nog terecht de angst voor het afwijkende. De toets voor de tolerantie die de vrijheid van meningsuiting van ons vraagt zit in het wederkerigheidsbeginsel. Maar wie bang is voor het onbekende andere, voor vreemden uitsluitend vanwege hun vreemd zijn, zal er moeite mee houden die wederkerigheid in praktijk te brengen.
Dat kan! Sargasso is een collectief van bloggers en we verwelkomen graag nieuw blogtalent. We plaatsen ook regelmatig gastbijdragen. Lees hier meer over bloggen voor Sargasso of over het inzenden van een gastbijdrage.
Nu het debat over ‘vrijheid van meningsuiting’ in de belangstelling staat, is dit nieuwsbericht opvallend relevant.
Het Zoetermeerse SP-raadslid Lennart Feijen is maandag in hoger beroep veroordeeld voor belediging van mede-raadslid Hilbrand Nawijn. Het voorval had twee jaar geleden plaats. Feijen werd eerder nog vrijgesproken door de rechtbank.
In de volledige uitspraak lezen we het volgende:
Op 10 juni 2014 heeft een raadsvergadering van de gemeente Zoetermeer plaatsgevonden, waarbij moest worden besloten over het al dan niet stichten van een bijzondere Islamitische basisschool in Zoetermeer. Het College stelde voor om niet akkoord te gaan met het voornemen deze school te stichten. Dit voorstel werd gesteund door de [aangever]. [Aangever] heeft tijdens het debat het woord gevoerd en heeft hierbij verklaard dat zijn fractie vindt dat dit soort scholen niet bijdragen aan de integratie van burgers in de Nederlandse samenleving, het alleen maar anti-integratie is en dat zijn fractie daarop tegen is en derhalve voor het voorstel van het College zal stemmen.
Op de vraag van de verdachte, of [aangever] doelde op scholen op religieuze grondslag in het algemeen of op scholen op Islamitische grondslag in het bijzonder, heeft [aangever] geantwoord dat hij doelde op het laatste. Verdachte heeft toen gezegd dat [aangever] discriminatoir bezig was.
…
Ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat hij van mening was dat de heer [aangever] door zijn uitlatingen tijdens het debat discrimineerde, waarbij een persoon die discrimineert door verdachte wordt omschreven als een racist.
De heer [aangever] voelt zich beledigd door juist deze term “racist”.
Om iemand voor een racist uit te maken vanwege een standpunt dat deze persoon inneemt gaat te ver.
Als een ingenomen standpunt geen reden is om ‘racist’ genoemd te kunnen worden, wat dan wel?
Feijen overweegt in cassatie te gaan.
Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.
Vrijheid van meningsuiting, satire en ordinair schelden zijn synoniemen geworden. En dat levert dan hoogstandjes op als: Erdogan is een jongenshoertje / geitenneuker / pedofiel. […]
Sinds Erdogan anderhalf jaar geleden aantrad als president, zou het Turkse Openbaar Ministerie al het duizelingwekkende aantal van 2000 mensen hebben aangeklaagd voor belediging. Dat zijn meerdere mensen per dag. Toch is deze man nergens in Europa zo populair onder Turken als in ons land. Dat geeft stof tot nadenken. Dat kan door grapjes te maken over de penis van Erdogan, het kan ook door er serieuzer en scherper over te debatteren.
Vergeef me mijn onpopulaire mening, maar ik heb het redelijk gehad met mensen die de vrijheid van meningsuiting misbruiken om te beledigen zonder doel. Dat is zonde. Het besmeurt namelijk een vrij essentieel onderdeel van een vrije democratie. Daarin moet je alles en iedereen kunnen bekritiseren, ook – nee, júíst – als dat pijn doet. Maar kritiek hebben is iets wezenlijks anders dan ordinair schelden zonder verder een punt te maken.
Ebru Umar: wie zich als kritisch journalist in Turkije begeeft, roept straf over zichzelf af.
Jaja, ze zei het echt. Niet vandaag over het eigen arrestatie in Turkije, maar vorig jaar op de radio over de kritische journaliste Frederike Geerdink.
Fréderike Geerdink is net als Ebru Umar een Nederlandse, en een journaliste. Ze werkt voor onder meer de Nederlandse media, ANP, Het Parool en De Groene, en voor de Engelse krant The Independent, en schrijft vooral over de situatie van de Koerden in Turkije. Ze werd vorig jaar meerdere keren opgepakt in haar standplaats in Turkije, en na een hoop gedoe definitief het land uitgezet, omdat ze te kritisch schreef. Ze kan daardoor nu feitelijk haar werk niet meer doen.
Het Turkse consulaat in Rotterdam heeft Turken in Nederland opgeroepen ”beledigers” van president Recep Tayyip Erdoğan aan te geven bij het consulaat.
In een mail dat naar tientallen Turkse organisaties in Nederland is gestuurd roept het consulaat op ”beledigende” en ”denigrerende” opmerkingen aan het adres van president Erdoğan, Turkije en/of het Turkse volk die de organisaties via de mail hebben ontvangen of op social media zijn tegengekomen, te melden aan het consulaat met vermelding van de namen van de ”beledigers” via het mailadres ”[email protected]”. Dat kan tot het einde van de middag vandaag, aldus het consulaat.
De Hoge Raad laat de veroordelingen van drie verdachten voor belediging wegens ras én aanzetten tot discriminatie in stand. De verdachten hadden op 28 mei 2011 tijdens een demonstratie van de Nederlandse Volksunie in Enschede geroepen: ,,Ali B. en Mustapha ga toch terug naar Ankara.’’ De demonstratie was gericht “tegen de multiculturele terreur en voor een totale immigratiestop”.
Volgens de Hoge Raad staan de genoemde personen symbool voor mensen van Marokkaanse dan wel Turkse afkomst en zijn de uitlatingen bedoeld om deze groepen in diskrediet te brengen en daarmee beledigend en zetten ze aan tot discriminatie.
Paul Frissen, de hoogleraar bestuurskunde van de Katholieke Universiteit Brabant hoeft niet te worden ontslagen vanwege zijn vergelijking van Geert Wilders politieke stijl met fascisme in een radio interview. De PVV had dat geëist, minister Bussemaker weigert.
Het bizarre van het verhaal is dat Paul Frissen zijn vergelijking maakte onder de titel “politiek filosoof Paul Frissen”. Tot twee keer toe werd hij als de persoon Paul Frissen aangesproken in het interview op de zender L1. Hij zat daar als burger en niet als hoogleraar.
Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.
In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.
Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.