Pluimveehouder Marcel Kuijpers is er heilig van overtuigd dat zijn gigaplofkippenfabriek, met 1,1 miljoen kippen en vleeskuikens op één locatie langs de A73 in het Limburgse Grubbenvorst, kleinschalig, duurzaam en diervriendelijk is. Het grootste pluimveebedrijf van Nederland huisvest naast 74 duizend broedkippen, een broederij en een miljoen vleeskuikens ook een eigen slachterij en een bio-energiecentrale. Een gesloten systeem, waar nauwelijks meer een mens aan te pas komt. Niet echt goed voor de werkgelegenheid dus.
Een duurzame revolutie volgens Kuijpers. Vervoer per vrachtwagen kan achterwege blijven. De vleeskuikens schuiven na zes weken vetmesten via een lopende band zo het slachthuis in. Door het gesloten systeem is ook de weerstand van de kuikens hoger, worden ze minder vaak ziek en is er geen antibiotica meer nodig. De kippenstront en het slachtafval leveren biogas en waardevolle grondstoffen als kalium, nitraat en fosfaat. Met de duurzaamheid zit het wel goed bij Kuijpers Kip. Nu nog de kleinschaligheid en diervriendelijkheid.
Is er volgens Wakker Dier geen extremere vorm van intensieve en grootschalige pluimveeteelt denkbaar, kippenboer Kuijpers beschouwt het integreren van een kippenstal, slachterij en bio-energiecentrale op nauwelijks 150 meter van elkaar juist als schaalverkleining. Het is maar hoe je het ziet. Wakker Dier ziet het in ieder geval anders en tekende beroep aan tegen de vergunning van de gigastal bij de Raad van State. Hier zal Wakker Dier ook bepleiten dat dierenwelzijn toch wel iets anders is dan een honderd meter lange gang met zes etages van twintig plofkippen per vierkante meter. Dat de kippen niet meer vervoerd hoeven te worden is positief, maar volgens woordvoerder Sjoerd van de Wouw niet meer dan gerommel in de marge.