Verwijsindex Risicojongeren: privacy afdoende geregeld?
Vandaag een gastbijdrage van Jan-Jaap Oerlemans, onderzoeker bij de eenheid jeugdrecht van de Universiteit Leiden.
Om te voorkomen dat hulpverleners langs elkaar heen werken, zoals bij de zaak Savanna, is de Verwijsindex Risicojongeren (VIR) in het leven geroepen. Nu de verwijsindex wordt toegepast, is nog steeds niet duidelijk of de hulpverleners genoeg zijn toegerust om de privacy van de betrokken jeugdigen te waarborgen.
De zaak Savanna heeft in het verleden duidelijk gemaakt dat hulpverleners soms langs elkaar heen werken met alle gevolgen van dien. Zij zijn tevens soms niet goed op de hoogte dat een jeugdige naar andere gemeente is verhuisd. De VIR moet hiervoor een oplossing bieden en brengt hulpverleners bij elkaar die met dezelfde jongeren samenwerken. Zodra hulpverleners een bericht krijgen dat een andere hulpverlener met de betrokken jeugdige bezig is, moeten ze met elkaar in contact treden en gegevens uitwisselen om tot afspraken over de hulpverlening te komen.
Wanneer moet gemeld worden? Hulpverleners die zich zorgen maken over de ‘ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid’ kunnen op grond van bepaalde meldingscriteria jongeren tussen 0 en 23 jaar aan de verwijsindex aanmelden. Een wettelijke regeling was noodzakelijk door de verwerking van het burgerservicenummer in de VIR en de vastlegging van de gronden voor een doorbreking van de eventuele geheimhoudingsplicht van professionals. Toch zullen professionals telkens een zorgvuldige afweging maken of zij in een bepaald geval nodig vinden een melding te doen. Professionals blijven aansprakelijk voor onterechte meldingen en moeten het plaatsen van een melding daarom zorgvuldig documenteren