Ouwe troep
OPINIE - Nu ben ik archeoloog en ik zou dus eigenlijk vooraan moeten staan in de protesten tegen de vernielingen van oudheden die in opdracht van onze geliefde kalief zijn aangericht in de musea in Mosul. Maar daar sta ik niet. Het doet me bijzonder weinig. Ja, er gaat onvervangbaar erfgoed verloren en dat is – zelfs ik zie dat – ongelofelijk jammer. En toch wordt dit stukje geen vlammend protest, noch een begeesterde veroordeling van de barbarij die onder onze geliefde kalief zo welig opbloeit.
Daar heb ik een heleboel redenen voor. De eerste is praktisch: deze jongemannen lijden aan een Gilles de la Tourette-achtige aandoening die ze precies laat doen waar je ze juist van af probeert te houden. Hoe harder je protesteert, hoe harder ze zich zullen gaan toewijden aan het doen van wat niet mag. De stoere knapen van onze geliefde kalief zijn erop uit voor zichzelf de reputatie van een God noch gebod respecterende club te bevestigen en met protesten geef je ze precies aan in welke richting ze het moeten zoeken. In zekere zin zijn ze dan ook heel goed aan te sturen. Zoals ik al zei: jonge mannen zijn het, niet meer.
Mijn tweede reden is even praktisch als moreel: ik heb liever dat die losgeslagen hormonen losgaan in een museum met ouwe troep dan op een berg vol mensen. Als ik moet kiezen tussen mijn vak, beroep en levensvervulling versus een mensenleven is mijn keuze verrassend snel en makkelijk gemaakt. In de tijd die ze steken in het slopen van een lamassu, zijn ze niet bezig met het verbranden, kruisigen of anderszins slopen van mensen. Laat ze, als we er toch al niks aan kunnen doen.